Week van de Opvoeding 2019: Samen Puzzelen en Opvoeden
juli 11, 2025
Speciaal onderwijs is bedoeld voor leerlingen die specifieke ondersteuningsbehoeften hebben, die het regulier onderwijs niet kan bieden. Dit type onderwijs wordt vaak aangeduid als passend onderwijs, omdat het aansluit bij de behoeften van de leerling. In het bijzonder is het voor kinderen die moeilijk opvoedbaar zijn, zoals kinderen met psychische stoornissen, gedragsproblemen of andere uitdagingen, van groot belang. Dit artikel bespreekt het speciaal onderwijs, met een focus op de leerlingen in cluster 4, en legt uit wat het inhoudt, hoe het werkt en wat ouders en onderwijsinstellingen hierbij kunnen doen.
Het speciaal onderwijs is een vorm van onderwijs dat bedoeld is voor kinderen met een lichamelijke, verstandelijke, psychische of gedragsgerelateerde beperking. De school biedt hierin een aangepast onderwijs aan, waarin leerlingen op maat gemaakt worden. Het wordt vaak onderverdeeld in vier clusters, waarbij elk cluster een specifieke groep leerlingen bedient.
De vier clusters zijn: - Cluster 1: voor blinde en slechtziende kinderen. - Cluster 2: voor dove en slechthorende kinderen, evenals kinderen met ernstige spraak- of taalproblemen. - Cluster 3: voor kinderen met lichamelijke of verstandelijke beperkingen en langdurig zieke kinderen. - Cluster 4: voor kinderen met psychische stoornissen, gedragsproblemen of psychiatrische aandoeningen.
Deze indeling zorgt ervoor dat leerlingen in een omgeving terechtkomen waarin hun specifieke behoeften worden beantwoord. Dit geldt met name voor leerlingen in cluster 4, die vaak moeilijk opvoedbaar zijn en extra ondersteuning nodig hebben.
Cluster 4-onderwijs is gericht op leerlingen met ernstige gedragsproblemen, psychische stoornissen of psychiatrische aandoeningen. Dit kan zijn zoals ADHD, PDD-NOS, ODD/CD, klassiek autisme of hechtingsproblemen. Ook kinderen met langdurige ziekten en psychiatrische problemen kunnen in dit type onderwijs terechtkomen.
Deze leerlingen hebben vaak last van interne problemen, zoals angst, depressie of moeilijkheden bij het omgaan met anderen. Ze kunnen daarom extra ondersteuning en aandacht nodig hebben, zowel in het onderwijs als in het dagelijks leven. Het doel van cluster 4-onderwijs is om deze leerlingen te helpen om zich zo goed mogelijk te ontwikkelen en uiteindelijk in staat te stellen om in het maatschappelijke leven te functioneren.
In het cluster 4-onderwijs wordt er veel aandacht besteed aan het ontwikkelen van vaardigheden die nodig zijn voor het leven. Dit omvat onder andere het leren omgaan met veranderingen, het leren communiceren, samenwerken en op tijd verschijnen op werk of in het onderwijs. Deze competenties worden in alle vakken van de school meegenomen, zodat leerlingen deze kunnen toepassen in verschillende situaties.
De leerlingen leren in een omgeving die gericht is op hun persoonlijke ontwikkeling. Er wordt veel samengewerkt met externe instanties, zoals de GGZ, en vaak is een externe psycholoog nauw betrokken bij het onderwijsplan. Dit plan bevat veel details over hoe de leerling zich ontwikkelt, welke doelen gesteld worden en hoe de ouders hierin betrokken raken.
Het doel van cluster 4-onderwijs is om leerlingen te helpen om zich zo goed mogelijk te ontwikkelen en uiteindelijk in staat te stellen om in het maatschappelijke leven te functioneren. Dit kan zijn via het lopen naar het mbo, een baan of een andere vorm van vervolgonderwijs. Het is belangrijk dat de leerling voldoende basis heeft gelegd om dit te kunnen doen, en daarom is het van belang dat ouders en school samenwerken om dit te realiseren.
In het cluster 4-onderwijs worden leerlingen vaak voorbereid op het moment dat ze de school verlaten en uitstromen naar het mbo of een baan. Dit is een belangrijk onderdeel van het onderwijs, omdat het helpt om de leerling in staat te stellen om zichzelf te laten gelden in de maatschappij.
Voor toelating tot het cluster 4-onderwijs is een toelaatbaarheidsverklaring nodig van het samenwerkingsverband. Dit is een document dat aangeeft dat de leerling in aanmerking komt voor een plek in het cluster 4-onderwijs. De verklaring wordt meestal gegeven door het samenwerkingsverband, dat afspraken maakt over welke leerlingen ze doorverwijzen naar het speciaal onderwijs.
Voor leerlingen in cluster 4 gelden bepaalde regels, waarbij de instelling bepaalt of het kind in aanmerking komt voor een plek. Er is ook sprake van uitstroomprofielen, zoals vervolgonderwijs, arbeidsmarktgericht of dagbesteding. Deze profielen bepalen welk type onderwijs de leerling volgt en naar welk doel hij of zij stroomt.
Voor het speciaal onderwijs gelden aparte kerndoelen. Dit betekent dat de lesstof voor leerlingen op het speciaal onderwijs anders is dan in het regulier onderwijs. De kerndoelen omschrijven wat de leerling aan het einde van de basisschool moet kennen en kunnen. Scholen kiezen zelf hoe ze invulling geven aan de kerndoelen.
Er zijn twee soorten kerndoelen: voor specifieke vakken die op school worden gegeven en meer algemene doelen voor de ontwikkeling van de leerling als persoon. De vakspecifieke kerndoelen zijn opgesteld voor de vakken Nederlands, rekenen, wereldoriëntatie, kunstzinnige oriëntatie, bewegingsonderwijs en voor sommige leerlingen ook Engels. De kerndoelen die zich richten op de persoonlijke ontwikkeling van de leerling zijn te verdelen in zintuiglijke en motorische ontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling, leren leren, omgaan met media en technologische hulpmiddelen, ruimtelijke oriëntatie en mobiliteit en praktische zelfredzaamheid.
In het speciaal onderwijs leren leerlingen niet alleen vakken, maar ook vaardigheden die nodig zijn voor het leven. Dit omvat onder andere het leren omgaan met veranderingen, het leren communiceren, samenwerken en op tijd verschijnen op werk of in het onderwijs. Deze competenties worden in alle vakken van de school meegenomen, zodat leerlingen deze kunnen toepassen in verschillende situaties.
De leerlingen worden op maat gegeven, zodat ze de beste kans hebben om zichzelf te laten gelden in de maatschappij. Er wordt veel aandacht besteed aan het leren van vaardigheden, zodat leerlingen in staat zijn om zichzelf te ontwikkelen en zich aan te passen aan de omstandigheden.
Het speciaal onderwijs wordt onderverdeeld in twee vormen: het Speciaal Basisonderwijs (SBO) en het Speciaal Onderwijs (SO). Het SBO is bedoeld voor leerlingen die meer ondersteuning nodig hebben dan een reguliere basisschool kan bieden. Het SO is voor leerlingen die in de basisschoolleeftijd een lichamelijke of verstandelijke beperking hebben, of die psychische- of gedragsproblemen hebben.
Het VSO (Voortgezet Speciaal Onderwijs) is een vorm van voortgezet onderwijs voor leerlingen met een lichamelijke of verstandelijke beperking, of met psychische- of gedragsproblemen. Dit onderwijs is verdeeld in vier clusters, waarbij elk cluster een specifieke groep leerlingen bedient. De leerlingen in het VSO leren in een omgeving die gericht is op hun persoonlijke ontwikkeling en die hen helpt om zich zo goed mogelijk te ontwikkelen.
Speciaal onderwijs is een belangrijke vorm van onderwijs voor leerlingen die specifieke ondersteuningsbehoeften hebben. Het is gericht op leerlingen met lichamelijke, verstandelijke, psychische of gedragsgerelateerde beperkingen, en biedt hen een aangepast onderwijs dat aansluit bij hun behoeften. Cluster 4-onderwijs is met name gericht op leerlingen die moeilijk opvoedbaar zijn, en helpt hen om zich zo goed mogelijk te ontwikkelen en in staat te stellen om in het maatschappelijke leven te functioneren. Het is belangrijk dat ouders en onderwijsinstellingen samenwerken om de beste omstandigheden te bieden voor deze leerlingen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet