Stiefkind opvoeden: rol, verantwoordelijkheid en betrokkenheid
juli 11, 2025
De toename van probleemgedrag bij jongeren is een steeds groter wordend probleem in het onderwijs en de jeugdzorg. In de afgelopen jaren is het aantal leerlingen met gedragsproblemen gestegen, vooral onder meisjes. Dit fenomeen wordt beïnvloed door verschillende factoren, waaronder de invloed van de gezinsomstandigheden, de schoolomgeving, persoonlijke factoren en de sociaal-economische situatie. Daarnaast speelt de opvoeding van ouders een cruciale rol bij het ontwikkelen van gedragsproblemen bij kinderen. In dit artikel wordt ingegaan op de oorzaken van de toename van probleemgedrag en de rol van de opvoeding in dit proces.
Er zijn verschillende factoren die bijdrragen aan de toename van probleemgedrag bij jongeren. Een van de belangrijkste factoren is de invloed van de gezinsomstandigheden. Gescheiden ouders, conflicten binnen het gezin en verwaarlozing kunnen bijdragen aan emotionele en gedragsproblemen bij kinderen. Onzekerheid en stress binnen het gezin kunnen leiden tot problemen met het reguleren van emoties, wat op school tot gedragsproblemen kan leiden.
Bijna 20 procent van de leerlingen met een migratieachtergrond rapporteert in het basisonderwijs gedragsproblemen, in vergelijking met 14,6 procent van de leerlingen zonder migratieachtergrond. In het voortgezet onderwijs is dit verschijnsel nog duidelijker: ruim 23 procent van de leerlingen met een migratieachtergrond heeft gedragsproblemen, in vergelijking met 16 procent zonder migratieachtergrond. Daarnaast scoren jongeren met een migratieachtergrond lager op de schaal 'hyperactiviteit/aandachtsproblemen', maar scoren hoger op de probleemschaal 'problemen met leeftijdsgenoten'.
De schoolomgeving speelt ook een rol bij het ontstaan van probleemgedrag. Factoren zoals een gebrek aan structuur, onvoldoende ondersteuning voor leerlingen en een negatieve schoolcultuur kunnen bijdragen aan gedragsproblemen. Scholen met een onveilige of ongeorganiseerde leeromgeving kunnen meer gedragsproblemen ervaren. Bovendien is de invloed van leeftijdgenoten en de brede omgeving bij adolescenten sterk toegenomen.
De rol van ouders bij het ontwikkelen van gedragsproblemen bij kinderen is van groot belang. Negatief gedrag van ouders, zoals teveel controle uitoefenen, bepalen met wie je kind om mag gaan, je kind schuldig laten voelen of liefde ontzeggen, blijkt bepalend voor de ontwikkeling van emotionele problemen bij pubers. Daarnaast is het belangrijk dat ouders voldoende steun bieden en voldoende emotionele en fysieke ruimte laten voor de zelfstandige ontwikkeling van tieners. Ouders die hun kinden goed begeleiden en samenwerken met de school en de hulpverlening, vormen een beschermende factor tegen probleemgedrag.
In het voortgezet onderwijs is het percentage meisjes met emotionele problemen gestegen van 28 naar 43 procent tussen 2017 en 2021. Ook onder jongens is de mentale gezondheid gedaald. Het cijfer dat zowel meisjes als jongens voor hun leven geven, is in 2021 lager geweest dan ooit. De druk door schoolwerk is in de afgelopen 20 jaar verdriedubbeld. In 2001 gaf slechts 16 procent van de jongeren in het voortgezet onderwijs aan dat zij (nogal) veel druk ervaren door schoolwerk. In 2021 is dit opgelopen tot 45 procent.
Het aanpakken van ongewenst gedrag vereist een veelzijdige benadering die zowel preventieve als reactieve maatregelen omvat. Hieronder worden enkele effectieve strategieën besproken:
Een positieve schoolcultuur kan een krachtige invloed hebben op het gedrag van leerlingen. Dit kan worden gerealiseerd door positief gedrag te versterken, betrokkenheid te cultiveren en duidelijke gedragsregels te implementeren.
Duidelijke en consistente gedragsregels helpen leerlingen te begrijpen wat er van hen wordt verwacht. Dit kan worden gerealiseerd door visuele hulpmiddelen en regelmatige herhaling te gebruiken om de verwachtingen te versterken.
Leraren spelen een sleutelrol in het beheer van gedrag in de klas. Ze moeten worden getraind in klassenmanagementtechnieken en strategieën voor het omgaan met gedragsproblemen. Dit kan hen helpen om effectievere methoden toe te passen en beter voorbereid te zijn op uitdagingen.
Sociaal-emotionele leerprogramma’s kunnen leerlingen helpen bij het ontwikkelen van vaardigheden die belangrijk zijn voor het reguleren van gedrag. Dit omvat het leren herkennen en reguleren van emoties, evenals het oplossen van conflicten en het bevorderen van positieve interacties met leeftijdsgenoten.
Ouders en verzorgers spelen een belangrijke rol bij het gedrag van hun kinderen. Het is belangrijk om regelmatig met ouders te communiceren over het gedrag van hun kinderen en samen te werken aan het aanpakken van gedragsproblemen. Dit kan worden gerealiseerd door middel van ouderavonden, rapportages en persoonlijke gesprekken.
De toename van probleemgedrag bij jongeren is een complex probleem dat beïnvloed wordt door verschillende factoren. De invloed van de gezinsomstandigheden, de schoolomgeving, persoonlijke factoren en de opvoeding van ouders is van groot belang. Door een positieve schoolcultuur te bevorderen, duidelijke gedragsregels te implementeren, leraren te ondersteunen, sociaal-emotionele leerprogramma’s te gebruiken, ouders te betrekken en voortdurend te monitoren en evalueren, kunnen scholen effectievere maatregelen nemen om ongewenst gedrag te verminderen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet