Studie van de opvoeding: pedagogiek en de rol van opvoeders in de vroege kindertijd
juli 11, 2025
Seksuele opvoeding is een belangrijk onderdeel van het onderwijs, met name in de basisschoolleeftijd. In het zesde leerjaar, dat overeenkomt met de leeftijd van ongeveer 11 tot 12 jaar, ligt de nadruk op het begrijpen van seksualiteit, relaties en gezondheid. De opvoeding is gericht op het geven van kennis, het ontwikkelen van waarden en het aanbieden van praktische vaardigheden. In dit artikel wordt uitgelegd hoe seksuele opvoeding in het zesde leerjaar wordt gegeven, welke onderwerpen hierbij aan de orde komen en wat ouders en leerkrachten hierover moeten weten.
De seksuele ontwikkeling van kinderen in de basisschoolleeftijd verloopt vanzelf. Het is een voorbereiding op de beleving van seksualiteit later in hun leven. Tussen 6 en 12 jaar worden kinderen zich meer bewust van de mening van anderen. Ook gaan ze hun eigen lichaam vergelijken met dat van anderen. In grote lijnen verloopt hun seksuele ontwikkeling zo:
Deze ontwikkeling gebeurt op een natuurlijke manier, maar het is belangrijk dat ouders en leerkrachten dit ondersteunen. Ze moeten onzekerheden en vragen serieus nemen en de kinderen helpen om verantwoord om te gaan met hun lichaam en relaties.
In het zesde leerjaar wordt seksuele opvoeding gegeven in het kader van de relationele en seksuele vorming. Dit is een onderdeel van het onderwijs dat gericht is op het ontwikkelen van kennis, waarden en vaardigheden op het gebied van relaties en seksualiteit. De opvoeding is gericht op het geven van informatie, het stimuleren van normen en waarden en het leren van maatschappelijke normen en waarden. De doelen zijn dat kinderen zich ontwikkelen tot mensen die verantwoorde keuzes kunnen maken op het gebied van relaties en seksualiteit en seksualiteit op een gezonde en bevredigende manier beleven, met respect voor een ander.
In het zesde leerjaar leren kinderen over de lichamelijke veranderingen, het begrijpen van seksualiteit, het opbouwen van relaties en het veilig omgaan met seksualiteit. Ze leren ook over de risico’s van seksuele activiteiten en hoe ze zich kunnen beschermen tegen seksueel overgedragen ziektes (SOA’s) en onbedoende zwangerschappen.
In het zesde leerjaar worden verschillende onderwerpen behandeld, waaronder:
Kinderen in het zesde leerjaar gaan zich bewust worden van de lichamelijke veranderingen die plaatsvinden tijdens de puberteit. Ze leren over de veranderingen in hun lichaam, zoals de ontwikkeling van seksualiteit, het verschijnen van baardhaardharen bij jongens en het ontwikkelen van borst bij meisjes. Ze leren ook over de menstruatie en hoe dit verband houdt met de voortplanting.
Kinderen leren over seksualiteit en relaties. Ze leren wat seksualiteit is, hoe ze hun eigen seksualiteit kunnen begrijpen en hoe ze met anderen kunnen omgaan. Ze leren ook over de verschillende soorten seksualiteit, waaronder heteroseksualiteit, homoseksualiteit en bisexueelheid. Ze leren ook over romantische relaties, hoe ze verantwoord om kunnen gaan met liefde en hoe ze hun eigen grenzen kunnen stellen.
Kinderen leren over seksuele veiligheid, waaronder het gebruik van condooms en het begrijpen van de risico’s van seks. Ze leren ook over de verschillende manieren van seksuele bescherming en hoe ze zich kunnen beschermen tegen onbedoende zwangerschappen en SOA’s.
Kinderen leren over hun seksuele rechten en verantwoordelijkheden. Ze leren dat iedereen het recht heeft op seksuele vrijheid en dat het belangrijk is om respect te hebben voor de keuzes van anderen. Ze leren ook over de verantwoordelijkheden die horen bij seksualiteit, waaronder het geven van toestemming en het respecteren van de grenzen van anderen.
In het zesde leerjaar wordt seksuele opvoeding vaak gegeven in het kader van biologieles of als onderdeel van de relationele en seksuele vorming. In sommige gevallen worden er ook praktische lessen gegeven, waarbij kinderen leren hoe ze een condoom kunnen aanbrengen op een plastic model. Daarnaast worden er ook filmpjes getoond die kinderen helpen om over seksualiteit te praten en te begrijpen.
In sommige gevallen worden er ook spelletjes gespeeld, waarbij kinderen leren over seksualiteit en relaties. Bijvoorbeeld het bekertjes-spel, waarbij kinderen leren over de verspreiding van SOA’s en het belang van veilig seksueel gedrag. Ook wordt er vaak gesproken over de risico’s van seks en hoe je je kunt beschermen.
Ouders en leerkrachten spelen een belangrijke rol in de seksuele opvoeding. Ze moeten de kinderen ondersteunen en helpen bij het stellen van vragen over seksualiteit. Ze moeten ook zorgen dat de kinderen weten dat ze naar hen kunnen vragen als ze vragen hebben over seksualiteit.
Leerkrachten moeten de kinderen helpen bij het begrijpen van seksualiteit en relaties. Ze moeten ook zorgen dat de kinderen weten dat seksualiteit een natuurlijk onderdeel is van het leven en dat het belangrijk is om er verantwoord mee om te gaan.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet