Streng opvoeden werkt niet: De gevolgen van een te strenge opvoeding
juli 11, 2025
In de jaren 80 en 90 veranderde de seksuele opvoeding in Nederland aanzienlijk. De voorlichting die op scholen werd gegeven, was gericht op technische aspecten van seksualiteit, zoals het voorkomen van ziektes, zwangerschappen en het gebruik van condooms. Tijdens deze periode was het vooral de angst voor aids die de focus bepaalde, wat leidde tot een morele en waarschuwende benadering. In de jaren 90 kreeg de seksuele voorlichting meer ruimte voor de positieve kanten van seks, zoals genot en romantiek. In dit artikel worden de veranderingen in de seksuele opvoeding in deze periode besproken, met aandacht voor de rol van onderwijs, de invloed van media en de uitdagingen die de voorlichting met zich meebrengt.
In de jaren 80 was de seksuele voorlichting op scholen gericht op het voorkomen van ziektes en zwangerschappen. Het gebruik van condooms was een van de belangrijkste onderwerpen. De nadruk lag op het vermijden van gevaar en het beperken van risico’s. De voorlichting was in veel gevallen beperkt tot het biologische aspect van seksualiteit, zoals het opbouwen van het lichaam, de functie van geslachtsorganen en het ontwikkelen van seksuele betrokkenheid. Er werd weinig gesproken over plezier, romantiek of seksuele oriëntatie. De nadruk lag op het beveiligen van de leerling, in plaats van op het ontdekken van seksualiteit.
De angst voor aids was een cruciaal onderdeel van de voorlichting. De meeste scholen gaven les in de risico’s van seks zonder bescherming. Er werd gewaarschuwd voor het gebruik van condooms en het vermijden van seksuele contacten met onbekende personen. De les was vaak een dreigende boodschap: "Geen soa? Geen seks!" De leerlingen kregen weinig ruimte om hun eigen seksualiteit te ontdekken, en de nadruk lag op het vermijden van gevaar in plaats van op het leren omgaan met seksualiteit.
In de jaren 90 begon de seksuele voorlichting zich te verleggen. De nadruk lag nu niet alleen op het voorkomen van ziektes, maar ook op het bespreken van het plezier van seks. Er kwam meer aandacht voor de romantische aspecten van seksualiteit en het ontwikkelen van seksuele identiteit. De voorlichting werd steeds gerichter op de persoonlijke ervaringen van leerlingen, in plaats van alleen op technische aspecten. In dit kader kreeg de seksuele opvoeding ruimte voor de vraag hoe je je aangetrokken voelt tot anderen, en wat dat betekent voor je seksuele oriëntatie.
De opkomst van de internetgebruik had ook invloed op de seksuele voorlichting. In de jaren 90 begon de voorlichting zich te richten op de impact van digitale media, zoals sexting. Het werd duidelijk dat het delen van seksueel getinte foto’s via mobiele media een nieuwe vorm van seksualiteit vormde. De voorlichting moest hierin dus ook ruimte bieden aan de risico’s en de positieve kanten van digitale seksualiteit.
De jaren 80 en 90 waren ook een periode van grote culturele veranderingen. De opkomst van de seksuele revolutie, de groeiende vrijheid in het omgaan met seksualiteit en de invloed van media hadden invloed op de seksuele opvoeding. In de jaren 80 was de seksuele voorlichting nog steeds beperkt tot het biologische aspect, maar in de jaren 90 werd de voorlichting steeds gerichter op de psychosociale aspecten van seksualiteit. De nadruk lag nu ook op het ontwikkelen van grenzen, het begrijpen van seksuele aantrekkingen en het leren omgaan met seksuele vooroordelen.
De media speelden een belangrijke rol in deze veranderingen. In de jaren 80 en 90 verschenen er programma’s zoals "Seks met Angela" en "Seks voor de Buch", waarin seksuele voorlichting werd gegeven. Deze programma’s hadden een grote invloed op de beleving van seksualiteit in de maatschappij. In de jaren 90 begon de seksuele voorlichting zich steeds meer te richten op de invloed van pornofilms en internet. De nadruk lag op het verschil tussen fictie en realiteit, en het belang van kritisch denken bij het omgaan met seksuele inhoud.
Hoewel de seksuele voorlichting in de jaren 80 en 90 verderging, bleven er uitdagingen bestaan. De voorlichting op scholen was vaak beperkt tot het biologische aspect van seksualiteit, en er werd weinig gesproken over de psychosociale aspecten. De nadruk lag op het voorkomen van ziektes en het vermijden van gevaar, in plaats van op het ontwikkelen van seksuele identiteit en het leren omgaan met seksuele aantrekkingen.
De onzekerheid over de juiste benadering van seksuele voorlichting leidde tot veel verschillen in de manier waarop de voorlichting werd gegeven. Sommige scholen gaven een technische benadering, terwijl andere meer aandacht besteedden aan de psychosociale aspecten van seksualiteit. De invloed van ouders was hierbij ook van belang, aangezien veel ouders zelf weinig kennis hadden over seksualiteit en de voorlichting op school niet goed kon aanvullen.
De seksuele voorlichting in de jaren 80 en 90 was een periode van grote veranderingen. De nadruk lag eerst op het voorkomen van ziektes en het vermijden van gevaar, maar in de jaren 90 begon de voorlichting zich te richten op de positieve kanten van seksualiteit. De voorlichting werd steeds gerichter op de psychosociale aspecten van seksualiteit, en de rol van media en culturele veranderingen nam toe. Hoewel er uitdagingen waren, was de seksuele voorlichting in deze periode een belangrijk onderdeel van de opvoeding van jongeren.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet