Studieprogramma Premaster Preventieve Jeugdhulp en Opvoeding
juli 11, 2025
In de huidige samenleving is het belangrijk om rekening te houden met de verschillen tussen jongens en meisjes in de opvoeding. De opvoedingscontexten, zoals de kinderopvang, zijn sterk beïnvloed door de feminisering van het onderwijs. Dit verschijnsel, ook wel aangeduid als de “feminisering van opvang en onderwijs”, vormt regelmatig aanleiding tot discussie in de media. Opvattingen over het effect van de ‘feminisering’ voor de in deze opvoedingsomgevingen opgroeiende jongens spelen daarin een prominente rol en vormen de ingrediënten van een aanhoudend debat tussen voor- en tegenstanders over de (vermeende) negatieve gevolgen. In het vervolg van dit artikel wil ik de aandacht vestigen op een aantal terzake relevante opvattingen en onderzoeksresultaten, waarbij ik me zal beperken tot het domein van de kinderopvang.
Het verschijnsel van de feminisering van opvang en onderwijs heeft betrekking op het feit dat de meeste opvoeders in de kinderopvang en het basisonderwijs vrouwen zijn. Volgens de gegevens uit de bron is het personeel in de kinderopvang voor kinderen tot vier jaar voor 99 procent vrouwelijk. In de Buitenschoolse Opvang (BSO, voor 4-12 jarigen) is het aantal vrouwelijke medewerkers nog steeds ruim meer dan 90 procent, en in het basisonderwijs schommelt het aantal vrouwelijke leerkrachten de laatste jaren rond 85 procent. Dit betekent dat behalve in het gezin – waar vaders de laatste tijd een wat grotere rol zijn gaan vervullen – in alle belangrijke opvoedingsomgevingen daarbuiten mannen nauwelijks een rol van betekenis spelen, zeker niet waar het de nabije interactie met kinderen betreft.
Deze situatie heeft gevolgen voor de ontwikkeling van jongens. Volgens onderzoek van Ahnert, Pinquart en Lamb (2006) vonden in een meta-analyse naar de kwaliteit van de relatie tussen leidsters en kinderen vijf studies waarin expliciet aandacht was besteed aan verschillen in de relatie van leidsters met jongens en meisjes in de kinderopvang. Het beeld was homogeen: steeds bleken de meisjes vaker een veilige relatie met de leidsters te hebben ontwikkeld dan de jongens. Dit kan leiden tot een ongunstige situatie voor jongens, omdat ze minder kans krijgen om een veilige relatie met hun opvoeders op te bouwen. Dit is belangrijk, omdat de kwaliteit van de relatie tussen opvoeder en kind een cruciale rol speelt bij de ontwikkeling van het kind.
Bij het omgaan met jongens in de kinderopvang is het belangrijk om rekening te houden met hun natuurlijke behoefte aan beweging. Volgens de bronnen is het belangrijk om jongens meer ruimte te geven voor bewegen, zoals stoeien, klimmen en rennen. Dit moet niet worden gezien als druk of “lastig” gedrag, maar als een natuurlijke manier om energie af te vuren. Anders loop je alleen maar te verbieden en af te keuren! En dat is pedagogisch gezien zo ongeveer de slechtste benadering die je als opvoeder kunt kiezen.
Daarnaast is het belangrijk om competitie in het spel op te nemen. Jongens willen graag “winnen” en hebben daarbij behoefte aan actieve speelvormen. Daarnaast is het belangrijk om hun onderzoeksdrang te waarderen en ervoor te zorgen dat er speelgoed en andere spullen zijn – ook technisch materiaal – dat onderzocht en uit elkaar gehaald mag worden. Dit stimuleert hun creativiteit en leerproces.
Taal en communicatie worden in onze cultuur steeds belangrijker en dat zijn zaken waar vooral vrouwen goed mee uit de voeten kunnen. Maar speel en stoei ook met de jongens en geef hen de tijd zich daarnaast met woorden te kunnen uiten. Dit is belangrijk om te zorgen dat jongens zich kunnen uiten en hun emoties kunnen uiten. Het is belangrijk dat jongens leren om hun emoties en gevoelens te onderzoeken, daarop te reflecteren en verantwoordelijkheid voor hun keuzes en daden te nemen. Zo kunnen zij hun innerlijke kompas ontwikkelen en een rol van betekenis vinden.
Bij dit alles is er een bijzondere rol voor vaders en andere nabije mannen. Dit alles wordt nader uitgewerkt op deze uitvoerige site. Kijk eventueel op de sitemap. Vooraf: Aandacht voor jongens vertrekt vanuit gelijkwaardigheid voor allen, jongens en meisjes en hoe zij ook hun sekse zelf invullen. Dit betekent ook actief verzet tegen iedere vorm van geweld tegen en machtsuitoefening over vrouwen en hen die zich identificeren als LHBTIQ+.
De rol van de vader is cruciaal in de ontwikkeling van jongens. Vaders kunnen helpen bij het opbouwen van een sterke band met hun zoon en helpen bij het leren van belangrijke vaardigheden. Daarnaast is het belangrijk dat vaders ook een rol spelen in de opvoeding van hun zoon, zodat hij zich kan ontwikkelen in een gezonde omgeving.
De feminisering van de opvoeding heeft gevolgen voor de ontwikkeling van jongens. Volgens onderzoek van Ahnert (2006) heeft het effect van de feminisering op de opvoeding een negatieve invloed op de ontwikkeling van jongens. De jongens blijken minder gemotiveerd om te leren dan de meisjes. Dit kan worden toegeschreven aan de eerder opgedane – minder positieve – ervaringen in hun relatie met de leidsters in de kinderopvang. Dit is belangrijk om in de gaten te houden, want als de veronderstelling van Ahnert juist is, dan is een serieuze herbezinning op de benadering van jongens in kinderopvang en (basis)onderwijs stellig op zijn plaats!
De opvoedingscontexten, zoals de kinderopvang, zijn sterk beïnvloed door de feminisering van het onderwijs. Dit verschijnsel heeft gevolgen voor de ontwikkeling van jongens. Het is belangrijk om rekening te houden met de verschillen tussen jongens en meisjes in de opvoeding en om ervoor te zorgen dat jongens de juiste omgeving krijgen om zich te ontwikkelen. Bovendien is het belangrijk om de rol van de vader en andere nabije mannen in te nemen, zodat jongens zich kunnen ontwikkelen in een gezonde omgeving. Het is belangrijk dat opvoeders en leerkrachten zich bewust zijn van de impact van de feminisering op de opvoeding en dat ze de juiste benadering kiezen voor jongens en meisjes.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet