Stichting Iqra: een bijdrage aan de islamitische opvoeding en onderwijs
juli 11, 2025
In de regio Groningen zijn er verschillende scholen en ondersteuningsstructuren beschikbaar voor kinderen die moeilijk op te voeden zijn. Deze scholen en ondersteuningsdiensten zijn gericht op leerlingen met specifieke gedragsproblemen, psychologische stoornissen, of andere uitdagingen die het reguliere onderwijs niet kunnen opvangen. De beschikbare informatie laat zien dat er een uitgebreid netwerk is van scholen en instellingen die zich bezighouden met het opvangen van kinderen met specifieke behoeften. In dit artikel worden de belangrijkste scholen, ondersteuningsmaatregelen en de aanpak bij het omgaan met moeilijk op te voedende kinderen uitgebreid besproken.
In de bronnen is te zien dat er sprake is van een zorgstructuur die gericht is op leerlingen met ernstige gedragsproblemen of psychiatrische stoornissen. De school ondersteunt deze kinderen via een samenwerking met de gemeente en jeugdhulpverlening. De school werkt ook samen met het zorgteam, dat verantwoordelijk is voor de leerhulp aan bepaalde leerlingen. Daarnaast is er een interne begeleider die de ondersteuning coördineert en de leerkrachten helpt bij het omgaan met aandachtsleerlingen.
De beslissing om een leerling te plaatsen in een speciaal onderwijs wordt genomen in overleg met het hele team. Als duidelijk is dat de plaatsing een grote kans op succes heeft en past binnen de organisatie van de school, kan contractueel worden vastgelegd dat het kind aangenomen wordt. In dit contract komt te staan wat de school kan bieden en wat de verwachtingen van de ouders zijn. Er wordt dan een proefperiode ingezet, waarin het ontwikkelingsperspectief plan (OPP) wordt gemaakt. Hierin staat precies wat de school met de leerling gaat doen, en hoe de extra hulp wordt georganiseerd.
In de bronnen zijn meerdere scholen genoemd die zich richten op leerlingen met ernstige gedragsproblemen. De school voor speciaal basisonderwijs, zoals de Dr. Bekenkampschool, is gericht op kinderen die het reguliere basisonderwijs niet redden en daarom behoefte hebben aan speciale pedagogische en didactische hulp. De school biedt een rustige omgeving waarin kinderen zich veilig voelen en kunnen groeien. Ook de Westerschool biedt ondersteuning voor leerlingen met gedragsproblemen. Hier wordt gewerkt aan een adaptief onderwijs, waarbij leerlingen met een eigen leerroute worden opgevangen. De school probeert zoveel mogelijk aan de behoeften van de kinderen te sluiten.
Er zijn ook scholen gericht op kinderen met psychiatrische stoornissen of ernstige gedragsproblemen. De Bureau aanmelding RENN 4 is een voorbeeld hiervan. Deze school is verbonden met pedologische instellingen en biedt ondersteuning aan kinderen met ernstige gedragsproblemen. Ook de school voor speciaal onderwijs (SO) en voortgezet speciaal onderwijs (VSO) zijn gericht op leerlingen met specifieke behoeften. De W.A. van Lieflandschool is een voorbeeld van een school die zowel SO als VSO biedt. De school werkt samen met de gemeente en de jeugdhulpverlening om een passende plek te vinden voor leerlingen die extra aandacht nodig hebben.
De scholen die zich richten op moeilijk op te voedende kinderen werken met een evaluatieproces. Na ongeveer drie maanden volgt een evaluatie met de school en de ouders, waarbij wordt bepaald of de leerling definitief op de school kan worden geplaatst. In het vervolgtraject wordt de leerling goed gevolgd om te beoordelen of het kind nog op zijn of haar plek is. De scholen werken nauw samen met de gemeenten en de jeugdhulpverlening om een passende plek te vinden voor leerlingen met specifieke behoeften.
Bij sommige scholen wordt er ook gekeken naar de mogelijkheden van de leerling en de onmogelijkheden. Dit is afhankelijk van de stand van zaken op dat moment, zoals de groepsgrootte en de inzet van het zorgteam. De beslissing om een leerling te plaatsen wordt in overleg met het hele team genomen. Er wordt dan een ontwikkelingsperspectief plan (OPP) gemaakt, waarin wordt uitgelegd wat de school met de leerling gaat doen.
Er zijn meerdere ondersteuningsplatforms beschikbaar die scholen helpen bij het omgaan met leerlingen met specifieke behoeften. Het ondersteuningsplatform OPRON helpt bij het inwinnen van informatie en coaching/begeleiding. De intern begeleider heeft om de twee maanden een gesprek met de begeleider vanuit OPRON. Er kunnen eventueel onderzoeken worden uitgevoerd. Het OPO beschikt hiervoor over een aantal deskundigen.
De scholen werken ook samen met andere instellingen en organisaties. De Commissie van Advies bepaalt of een leerling toegelaten mag worden tot het speciaal basisonderwijs. Hierbij wordt rekening gehouden met het onderwijskundig rapport van de basisschool. Ook de ouders geven informatie die door de commissie in de besluitvorming moet worden betrokken. De commissie kan beoordelen of de toelating naar de speciale school de enige optie is, of dat er nog een andere mogelijkheid is voor de leerling.
De samenwerking met ouders is van groot belang bij het omgaan met moeilijk op te voedende kinderen. De scholen communiceren regelmatig met ouders en houden gesprekken over de ontwikkeling van de leerling. De groepsleerkracht probeert het probleem eerst zelf op te lossen door extra instructie te geven of door het aanpassen van de pedagogische benadering. Verloopt dit niet naar wens, dan volgt een inbreng in de leerlingbespreking. Om meer inzicht te krijgen in de problemen kan nadere observatie en onderzoek worden gedaan. Zijn de problemen voldoende geanalyseerd, dan worden er passende maatregelen genomen.
De scholen werken nauw samen met de ouders en geven informatie over de ontwikkeling van de leerling. Ook wordt er informatie uitgewisseld met de ouders als er zorgen zijn over een kind. De scholen stellen ook voor dat ouders actief betrokken raken bij de begeleiding van hun kind. Dit gebeurt via gesprekken, informatieoverleg en eventueel trainingen.
In Groningen zijn er verschillende scholen en ondersteuningsmaatregelen beschikbaar voor kinderen die moeilijk op te voeden zijn. De scholen werken samen met de gemeente en de jeugdhulpverlening om een passende plek te vinden voor leerlingen met specifieke behoeften. De ondersteuningsmaatregelen omvatten adaptief onderwijs, het gebruik van een ontwikkelingsperspectief plan (OPP), en samenwerking met ouders. De scholen werken nauw samen met andere instellingen en organisaties, zoals het ondersteuningsplatform OPRON en de Commissie van Advies. De samenwerking met ouders is van groot belang bij het omgaan met moeilijk op te voedende kinderen. De scholen bieden een rustige omgeving waarin kinderen zich veilig voelen en kunnen groeien.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet