Spartaanse opvoeding van meisjes: fysieke en morele opvoeding in de klassieke tijd
juli 11, 2025
In het Nederlandse onderwijs is er een speciaal onderwijs voor kinderen met ontwikkelingsproblemen, gedragsstoornissen of psychische aandoeningen. Deze scholen vallen onder de categorieën ‘cluster 1’ tot ‘cluster 4’ en zijn bedoeld voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. In dit artikel worden de kenmerken, aanbiedingen en ervaringen met betrekking tot scholen voor moeilijk opvoedbare kinderen met ADHD (Aandachtstevalligheids- en Hyperactiviteitsstoornis) behandeld. De informatie is gebaseerd op de beschikbare bronnen en geeft een overzicht van de standaardpraktijk, de rol van de school, en de ervaringen van ouders en leerkrachten.
Scholen voor moeilijk opvoedbare kinderen vallen onder cluster 4 van het speciale onderwijs. Deze scholen zijn bedoeld voor kinderen met ernstige gedrags- en ontwikkelingsproblemen, waaronder ADHD, autisme, PDD-NOS, ODD/CD, hechtingsproblematiek en psychiatrische aandoeningen. Deze kinderen hebben een specifieke aanpak nodig, omdat ze moeilijker in het regulier onderwijs passen.
Deze scholen bieden een veilig, gerichte en individuele omgeving waarin kinderen kunnen leren, groeien en zich ontwikkelen. De leerlingen krijgen een aangepast onderwijs, met veel persoonlijke aandacht van leerkrachten en begeleiders. Ook kunnen kinderen met langdurige ziektes of psychiatrische problemen hier naar school gaan.
In het rapport over het speciale onderwijs (bron 1) worden de aantallen leerlingen en scholen per jaar weergegeven. In 2024 is het totale aantal leerlingen in het speciaal onderwijs 74.740, waarvan het grootste deel in cluster 3 en 4 zit. In 2024 is het aantal leerlingen in cluster 4 gestegen naar 66.490, wat wijst op een toenemende vraag naar deze soort onderwijsplekken. De scholen voor cluster 4 zijn dus een belangrijk onderdeel van het Nederlandse onderwijs.
Deze scholen zijn meestal klein, met een beperkt aantal leerlingen per klas, zodat de leerkrachten ruimte hebben om individueel te werken. Daarnaast is er vaak een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) nodig, zodat kinderen kunnen worden ingedeeld in het speciale onderwijs.
In het regulier onderwijs is het doel om kinderen te laten meedraaien in een klassikaal onderwijs. Als kinderen hier niet in slagen, kan het zijn dat ze in het speciale onderwijs terechtkomen. Dit is niet automatisch, maar hangt af van de behoefte aan extra ondersteuning.
Volgens bron 4 is het de taak van de school om te bepalen of een kind extra begeleiding nodig heeft. Als de school dat niet kan aanbieden, wordt er gezocht naar een plek in het speciale onderwijs. Het is belangrijk dat ouders hierover goed worden geïnformeerd en actief betrokken raken bij het proces.
Kinderen met ADHD hebben vaak last van aandachtstevalligheid, hyperactiviteit en impulsiviteit. Ze hebben vaak last van het volgen van instructies, het volgen van regels en het zich houden van een structuur. In het regulier onderwijs kunnen deze kinderen vaak niet adequaat worden ondersteund, waardoor ze terechtkomen in het speciale onderwijs.
In bron 2 wordt beschreven dat kinderen met ADHD in het regulier onderwijs vaak overprikkeld raken, wat leidt tot gedragsproblemen. Dit is een veelvoorkomend probleem in grote klassen, waarin veel geluiden en prikkels zijn. Daardoor is het voor kinderen met ADHD moeilijk om zich te concentreren en te leren.
Een voorbeeld van een school voor moeilijk opvoedbare kinderen is SO Fier (bron 6). Deze school in Utrecht is bedoeld voor kinderen met intensieve gedragsvragen. De school biedt een veilige, warme omgeving waarin kinderen kunnen leren en zich kunnen ontwikkelen. Er is veel aandacht voor de persoonlijke ontwikkeling en het behouden van zelfvertrouwen.
Een ander voorbeeld is De Tapir (bron 9), een school voor jonge kinderen met ontwikkelings- of gedragsproblemen, inclusief ADHD. De school werkt samen met het Samenwerkingsverband passend onderwijs Stromenland en is een onderdeel van Onderwijs Entrea Lindenhout. De school biedt voor elk kind het beste, met een aangepast onderwijs en veel persoonlijke aandacht.
De school speelt een centrale rol bij het bepalen van de juiste omgeving voor kinderen met ADHD. In bron 2 wordt uitgelegd dat kinderen vaak moeten wachten op een plek in het speciale onderwijs, omdat de reguliere scholen niet voldoen aan hun behoeften. De school onderzoekt of er extra begeleiding nodig is, en zoekt daarnaar naar een passende plek.
In bron 3 wordt uitgelegd dat Yulius Onderwijs zich richt op leerlingen met psychische problemen. De school biedt niet alleen onderwijs, maar ook psychiatrie en behandeling. De school werkt met een multidisciplinair team dat zorgt voor een passend onderwijs en begeleiding.
De ervaringen van ouders zijn vaak een belangrijk onderdeel van het onderwijsproces. In bron 2 wordt beschreven dat ouders vaak moeite hebben met het vinden van een passende school voor hun kind. De oorspronkelijke school blijkt vaak niet geschikt, en er moet worden gezocht naar een andere plek. De ervaringen van ouders zijn vaak onthullend, omdat ze kunnen laten zien hoe moeilijk het is om een geschikte school te vinden.
In bron 2 wordt ook beschreven dat kinderen met ADHD vaak snel overprikkeld raken in grote klassen. Dit leidt tot gedragsproblemen en kan ertoe leiden dat ze worden beschouwd als lastig. Ouders en juffen hebben hier vaak last van, omdat ze het niet altijd begrijpen of kunnen bepalen hoe ze dit het beste kunnen aanpakken.
De juffen en begeleiders spelen een belangrijke rol in het onderwijs van kinderen met ADHD. Ze moeten weten hoe ze met deze kinderen om moeten gaan, en hoe ze hen kunnen ondersteunen. In bron 3 wordt uitgelegd dat de Key2Teach-interventie helpt bij het verbeteren van de relatie tussen leerkracht en leerling. Deze interventie helpt leerkrachten om beter om te gaan met leerlingen die last hebben van gedrag.
In bron 2 wordt ook beschreven dat juffen vaak geen kennis hebben van kinderen met ontwikkelingsproblemen. Dit leidt er vaak toe dat de juffen niet weten hoe ze met deze kinderen moeten omgaan, en dat het probleem wordt gezien als een probleem van het kind, in plaats van een probleem van het onderwijs.
In bron 3 wordt uitgelegd dat het belangrijk is dat leerlingen zich veilig voelen op school. Daarom is het belangrijk dat elke school een vertrouwd persoon heeft. Deze persoon is iemand die de leerling kent en vertrouwt, en die kan helpen bij situaties waarin het veiligheidsgevoel van de leerling in het gedrang komt.
In bron 3 wordt ook uitgelegd dat ouders en leerkrachten betrokken kunnen raken bij de medezeggenschapsraad (MR) van de school. Deze raad heeft invloed op het onderwijs en het beleid van de school. Ouders kunnen hier dus actief aan meewerken, zodat de school beter past bij de behoeften van de leerlingen.
De school voor moeilijk opvoedbare kinderen met ADHD biedt een aangepast en veilig onderwijs, waarin kinderen kunnen leren en zich kunnen ontwikkelen. De scholen in cluster 4 zijn daarvoor bedoeld, en bieden een specifieke aanpak met veel persoonlijke aandacht. De rol van de school is om te bepalen of er extra ondersteuning nodig is, en om een passende plek te vinden.
De ervaringen van ouders en leerkrachten laten zien dat het vinden van een geschikte school vaak moeilijk is. De reguliere scholen voldoen vaak niet aan de behoeften van kinderen met ADHD, waardoor ze terechtkomen in het speciale onderwijs. De school en begeleiders spelen hierbij een belangrijke rol, en moeten weten hoe ze met deze kinderen om moeten gaan.
De vertrouwd persoon, de medezeggenschapsraad en de begeleiding zijn essentieel om ervoor te zorgen dat kinderen zich veilig en goed kunnen ontwikkelen. Het is belangrijk dat ouders actief betrokken raken bij het onderwijsproces, zodat ze kunnen bijdragen aan het welzijn van hun kind.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet