Het belang van tweetaalshandel in de opvoeding van jonge kinderen
juli 11, 2025
In de opvoeding van jongens en meisjes spelen verschillen in gedrag, leerstijl en sociaal-emotionele ontwikkeling een belangrijke rol. Onderzoek en ervaringen van onderwijzers en ouders laten zien dat jongens en meisjes op verschillende manieren leren, zich gedragen en omgaan met emoties. Deze verschillen zijn zowel biologisch als sociaal bepaald, en kunnen worden begrepen aan de hand van wetenschappelijke gegevens en praktijkervaringen. In dit artikel worden de belangrijkste verschillen tussen jongens en meisjes in de opvoeding besproken, inclusief suggesties voor een betere aanpak van de behoeften van beide geslachten. De informatie is gebaseerd op gegevens uit de bronnen die in dit artikel zijn opgenomen.
Een van de duidelijkste verschillen tussen jongens en meisjes is hun leerstijl. Volgens onderzoek wordt duidelijk dat meisjes vaak beter presteren in het onthouden van informatie en het aanleren van feiten. Ze leren stap voor stap en zijn beter in het opvolgen van instructies. Daarentegen zijn jongens vaker proefondervindelijk en werken ze met een overzicht, waarna ze hun eigen route bepalen. Dit verschijnsel wordt ook wel ‘trial and error’ genoemd. Bijvoorbeeld, in de les natuurkunde blijkt dat meisjes beter presteren bij het leren van theorie, terwijl jongens beter presteren bij experimenten en praktische toepassingen.
Daarnaast is er een verschil in de mate van concentratie en aandacht. Meisjes kunnen langer focussen en hebben meer zelfdiscipline. Jongens daarentegen hebben vaker behoefte aan beweging en rustmomenten. Ze kunnen hun aandacht niet zo lang vasthouden en hebben daarom meer nodig om te pauzeren. Dit heeft invloed op hun schoolprestaties. Bijvoorbeeld, in een onderzoek naar het onthouden van plaatjes bleken meisjes sneller en beter te presteren dan jongens. Dit verschijnsels wordt vaak toegeschreven aan de verschillen in de hersenontwikkeling.
Bij de sociaal-emotionele ontwikkeling zijn er ook duidelijke verschillen tussen jongens en meisjes. Meisjes zijn vaak gevoeliger voor emoties en geven meer aandacht aan het gedrag en de emoties van anderen. Ze zijn beter in het uiten en interpreteren van emoties, en voelen zich op hun gemak als er aandacht is voor wat ze voelen. Daarnaast zijn meisjes vaak coöperatiever en geven ze de voorkeur aan het samenwerken met anderen. Ze zijn bereid om anderen te helpen en werken graag in een team.
Jongens daarentegen zijn minder geïnteresseerd in het gevoel van anderen en zijn meer gericht op beweging en competitie. Ze zijn actiever, hebben meer behoefte aan uitdaging en willen graag leiders zijn in een team. Ze zijn minder bereid om samen te werken met andere teams en willen vooral winnen. Dit gedrag wordt vaak beïnvloed door hormonen zoals testosteron, die bij jongens hoger zijn dan bij meisjes. Daardoor zijn jongens vaak agressiever, assertiever en hebben ze meer behoefte aan beweging.
De omgeving speelt een grote rol bij het vormen van het gedrag van jongens en meisjes. Ouders en onderwijzers hebben vaak stereotyperende verwachtingen over wat meisjes en jongens moeten doen. Bijvoorbeeld, meisjes worden vaak aangemoedigd om te spelen met poppen, terwijl jongens worden aangemoedigd om met speelgoed zoals auto’s en robotjes te spelen. Deze normen worden vaak onbewust doorgegeven aan kinderen. Bijvoorbeeld, een onderzoek toont aan dat ouders hun zoons vaak als sterker en stoerder beschouwen, terwijl meisjes als lief en zacht worden beschouwd. Deze verwachtingen kunnen leiden tot een verschuiving in het gedrag van kinderen, waarbij ze zich aanpassen aan de verwachtingen van de omgeving.
Daarnaast zijn er gendernormen die al vanaf jonge leeftijd grote gevolgen hebben. Kinderen leren al vroeg dat er in de maatschappij zoiets bestaat als ‘meisjesdingen’ en ‘jongensdingen’. Ze leren dat het vaak niet wordt geaccepteerd als je de twee door elkaar haalt en je ‘anders’ gedraagt. Deze normen kunnen leiden tot pestgedrag en andere negatieve gevolgen. Bijvoorbeeld, als een meisje zich anders gedraagt dan verwacht, kan dat leiden tot gepest worden. Evenzo kan een jongen die zich vrouwelijk gedraagt, worden afgewezen of gepest.
Om de verschillen tussen jongens en meisjes in de opvoeding te begrijpen, is het belangrijk om de behoeften van elk kind te leren kennen. Ouders en onderwijzers moeten zich bewust zijn van hun eigen stereotiepe denkbeelden en moeten openstaan voor de interesses en talenten van kinderen. Bijvoorbeeld, als een meisje goede cijfers haalt in wiskunde, moet ze niet worden beïnvloed door de verwachtingen van de omgeving dat meisjes minder goed zijn in wiskunde. Evenzo moet een jongen die graag speelt met poppen, worden gestimuleerd in zijn interesses, in plaats van afgewezen te worden.
Er zijn ook praktische tips om de opvoeding van jongens en meisjes te verbeteren. Bijvoorbeeld, bij het leren van wiskunde kan het helpen om de opdrachten te veranderen in een spel, zodat jongens zich beter kunnen richten. Bij meisjes kan het helpen om hen te laten werken met stappen en details, zodat ze zich beter kunnen concentreren. Daarnaast is het belangrijk om de beweeglijkheid van jongens te kanaliseren, bijvoorbeeld door beweging in te bouwen in de les. Dit helpt om hun energie op een positieve manier te gebruiken.
De opvoeding van jongens en meisjes heeft veel verschillen in gedrag, leerstijl en sociaal-emotionele ontwikkeling. Deze verschillen zijn zowel biologisch als sociaal bepaald, en kunnen worden begrepen aan de hand van wetenschappelijke gegevens en praktijkervaringen. Het is belangrijk om de behoeften van elk kind te leren kennen en open te staan voor de interesses en talenten van kinderen. Door dit te doen, kunnen ouders en onderwijzers helpen bij het ontwikkelen van de kansen van elk kind, ongeacht het geslacht.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet