Inleiding
Het opvoeden van een peuter kan uitdagend zijn, vooral als het gedrag van het kind problemen oplevert. De bronnen tonen aan dat peuters hun eigen gedrag ontwikkelen, dat vaak verandert naarmate ze ouder worden. Hoewel elk kind anders is, zijn er wel bepaalde algemene principes en tips die kunnen helpen bij het omgaan met uitdagingen in de opvoeding. In dit artikel worden de belangrijkste problemen met het gedrag van een peuter besproken, samen met praktische opvoedtips en hulpbronnen. De informatie is gebaseerd op gegevens uit verschillende bronnen, waaronder artikelen over opvoeding, gedrag en ontwikkeling van peuters, en hulp bij opvoedproblemen.
Problemen met het gedrag van je peuter
Alle peuters zijn weleens druk. Elke peuter gedraagt zich anders en maakt op een andere manier contact. Probeer je kind niet te vergelijken met andere kinderen. Ieder kind is nu eenmaal anders. Ook kan het gedrag van je kind veranderen als het ouder wordt. Toch kun je je als ouders soms zorgen maken over het gedrag van je kind. De band die je kind opbouwt met zijn ouders is heel belangrijk. We noemen dat hechting. Als je peuter zich veilig voelt bij jou, is dat goed voor zijn ontwikkeling en zelfvertrouwen.
Druk gedrag en snel afgeleid
Peuters hebben vaak veel energie. Ze willen graag bewegen en de wereld ontdekken. Je kind kan zich nog niet lang op één ding concentreren. Dat is heel normaal. Vooral in een drukke omgeving is het moeilijk voor je kind om lang met één ding bezig te zijn. Als er veel speelgoed in de kamer ligt, pakken peuters steeds iets nieuws. Je peuter wordt ook snel afgeleid van een televisie, telefoon of een ander scherm.
Druk gedrag en snel afgeleid zijn hoort bij de leeftijd van je peuter. Toch kun je je peuter al wel regels leren door hem te sturen en te stimuleren. Houd jezelf ook aan afspraken. En vertel je kind het vooral als het iets goed doet. Kinderen groeien van complimenten.
Misschien hoor je mensen zeggen: ‘Hij heeft vast ADHD!’ Weet dat niet alle kinderen die vaak druk zijn, ADHD hebben. Je peuter is bovendien nog wat jong voor die diagnose. Wil je hier toch eens iets over lezen? Kijk dan op Thuisarts.nl.
Angst en verlatingsangst
Peuters zijn vaak bang voor vreemde mensen of bang om van hun ouders gescheiden te worden. Over deze eenkennigheid en verlatingsangst hoef je je geen zorgen over te maken. Als de angst lang duurt, heel heftig is of als je kind door de angst niet meer gewoon kan leven, is er misschien meer aan de hand. Op Thuisarts.nl lees je over allerlei soorten angst bij kinderen en wat je kunt doen.
Aggressief gedrag
Peuters kunnen nog niet goed met hun emoties omgaan en hebben jou als ouder nodig om hen hierbij te helpen. Veelvoorkomend gedrag tijdens de peuterpuberteit zijn driftbuien. Soms zie je dan dat peuters hun adem inhouden, schreeuwen, grommen en op de grond gaan liggen gillen. Dit komt vaak voor. Peuters kunnen nog niet goed met hun emoties omgaan en hebben jou als ouder nodig om hen hierbij te helpen.
Autisme
Reageert je peuter niet op zijn naam? Wil hij niet knuffelen, samen spelen? Brabbelt hij niet, wijst en zwaait hij niet, huilt hij veel? Het zijn verschijnselen, die bij autisme horen. Op Thuisarts.nl lees je hier meer over. Bespreek je zorgen vooral met de jeugdarts op het consultatiebureau van de Jeugdgezondheidszorg.
Opvoedtips voor peuters
Gevoelens erkennen en benoemen
Peuters willen graag alles zelf doen. Hoewel dit niet altijd even handig is, bevordert het wel hun zelfstandigheid. Probeer hem te stimuleren om op onderzoek uit te gaan en geef hem de ruimte om zelf dingen te proberen. De opvoeding van je kindje staat vaak voor een heleboel uitdagingen. Hoe ga je om met de peuterpuberteit? Wanneer geef je straf en wanneer een beloning? Ieder kindje is anders en er bestaat niet zoiets als ‘de perfecte opvoeding’. Dat maakt opvoeden soms lastig.
Duidelijke regels en grenzen
Regels en grenzen geven duidelijkheid en veiligheid. Maar peuters moeten hiermee om leren gaan en kunnen best koppig zijn. Ze leren zich stapje voor stapje aan regels te houden, maar ze leren dat vooral door over grenzen te gaan. Dat doen ze niet om jou dwars te zitten, maar omdat dat nou eenmaal de manier is waarop ze dat leren.
Positieve benadering
Bij het opvoeden van je kindje is het belangrijk om te bedenken dat je er niet alleen voor staat. Twijfel je over de opvoeding of wordt het je te veel? Hier kan je terecht voor hulp. Praat met andere ouders in je omgeving. De kans is groot dat zij tegen dezelfde obstakels aanlopen als jij. Gebruik ze als klankbord en vraag hoe zij de problemen met hun peuter aanpakken.
Beloningsystemen
Soms wil je je kind extra stimuleren om nieuw gedrag aan te leren of vervelend gedrag af te leren. Dan kun je tijdelijk gebruik maken van een beloningsysteem. Op deze site vind je gratis beloningskaarten. Hier staan ook andere handige materialen, zoals dagritmekaarten en aftelkalenders en je kunt lezen hoe je zo’n kaart kunt gebruiken.
Beeldschermgebruik
Beeldschermgebruik kan bijdrragen aan druk gedrag bij peuters. Het is daarom belangrijk om het gebruik van schermen te beperken en in plaats daarvan ruimte te geven aan actieve spelletjes en interactie met anderen. Je kind kan zich dan beter concentreren en ontwikkelt zich beter.
Hulp bij opvoeding en gedrag
Consultatiebureau en jeugdarts
De Jeugdgezondheidszorg volgt samen met jou de ontwikkeling van je kind. Wat kun je verwachten van het consultatiebureau als je kind tussen 1 en 4 jaar is? Het consultatiebureau volgt de ontwikkeling van je peuter. Tussen 1 en 4 jaar zetten kinderen grote stappen in hun ontwikkeling. Je kind ontdekt dat het zelf een eigen persoon is en een eigen wil heeft. Hij of zij leert onder andere lopen, praten en zindelijk worden.
Bij de jeugdgezondheidszorg kun je terecht voor hulp bij opvoedproblemen. De jeugdarts of jeugdverpleegkundige kijkt samen met jou naar de groei, gezondheid en ontwikkeling van je kind. Daardoor krijg je meer inzicht in je kind. Waar is je kind al enthousiast mee bezig en wanneer is het juist handig om hem of haar extra aan te moedigen of te steunen?
Opvoedhulp en ondersteuning
Integrale vroeghulp is er voor kinderen tussen 0 en 7 jaar. Deze hulp is bedoeld voor kinderen die zich anders (lijken te) ontwikkelen dan leeftijdsgenoten. Opvoedondersteuning valt meestal onder jeugdhulp. U kunt hiervoor terecht bij uw gemeente.
Heeft u andere opvoedondersteuning nodig dan uw gemeente standaard aanbiedt? Dan kunt u een persoonsgebonden budget (pgb) voor jeugdhulp aanvragen. U moet dan onderbouwen waarom de hulp die de gemeente aanbiedt, niet voldoet in uw situatie.
Veiligheid en bescherming
Als je kind zich veilig voelt bij jou, is dat goed voor zijn ontwikkeling en zelfvertrouwen. Maar als je kind te maken krijgt met mishandeling of misbruik, heeft het daar veel problemen mee. Lukt het je niet om een veilig thuis te bieden, bijvoorbeeld omdat je zelf problemen hebt? Blijf er niet mee zitten, maar praat erover met iemand die je vertrouwt. Of met je eigen huisarts. Of bel (anoniem) voor advies of hulp met Veilig Thuis: 0800-2000.
Samenwerking tussen ouders
Als je een partner hebt, voed je je kind samen op. Je hebt dan vast wel eens verschillende ideeën over hoe je je kind wilt opvoeden. Dat is niet erg. Jouw kind ziet dat jullie elkaar aanvullen en leert dat er verschillende manieren zijn om te reageren en te denken. En dat je er samen wel weer uitkomt. Blijf wel samenwerken, ook als je een verschillende mening hebt.
Belangrijke principes bij opvoeding
- Geen slaan: Geef je kind nooit een klap als je boos bent. Het doet pijn en is schadelijk voor het lichaam, voor het gevoel van eigenwaarde en het zelfvertrouwen. Een kind leert er niets van. Slaan is ook verboden in de Nederlandse wet.
- Inconsequent zijn: Als je eerst zegt dat je peuter iets niet mag, maar daarna toch toegeeft, is dit verwarrend voor je kindje. Je peuter is gebaat bij duidelijke regels en grenzen, ook al probeert hij deze voortdurend onderuit te halen.
- Realistische verwachtingen hebben: Ieder kind is uniek en ontwikkelt zich in zijn eigen tempo. Als je te veel van je kind verwacht of verlangt dat hij meteen alles goed doet, kan dat problemen geven. Een kind mag fouten maken, daar leert hij van.
- Voldoende rust en ontspanning hebben: Ouders die oververmoeid zijn, kunnen minder hebben. Het is belangrijk dat je goed voor jezelf zorgt. Als je voldoende rust en ontspanning krijgt, kan je makkelijker geduldig blijven en consequent zijn.
Conclusie
Het opvoeden van een peuter is een complex proces dat veel geduld, begrip en samenwerking vereist. De bronnen tonen aan dat peuters hun eigen gedrag ontwikkelen, dat vaak verandert naarmate ze ouder worden. Hoewel elk kind anders is, zijn er wel bepaalde algemene principes en tips die kunnen helpen bij het omgaan met uitdagingen in de opvoeding. De opvoeding van je kindje staat vaak voor een heleboel uitdagingen. Hoe ga je om met de peuterpuberteit? Wanneer geef je straf en wanneer een beloning? Ieder kindje is anders en er bestaat niet zoiets als ‘de perfecte opvoeding’. Dat maakt opvoeden soms lastig.