De Juiste Hockeystick voor Jonge Hockeyers: Een Gids voor Ouders
juni 14, 2025
Verlatingsangst is een veelvoorkomend fenomeen bij jonge kinderen en maakt deel uit van hun emotionele en sociaal-cognitieve ontwikkeling. Het is een normale reactie op de groeiende bewustwording van het zelf en het besef dat ouders of vertrouwde figuren zich kunnen verwijderen. Bij een kind van drie jaar kan deze angst nog steeds opduiken, vooral in situaties waarin het kind van zijn of haar ouder wordt gescheiden, zoals bij de opvang of crèche, of bij het slapengaan. In dit artikel bespreken we de oorzaken van verlatingsangst bij driejarigen, herkenbare tekenen, en bewezen aanpakmethodes die ouders en opvoeders kunnen toepassen om hun kind gerust te stellen en het vertrouwen in de betrouwbaarheid van de omgeving te versterken.
Verlatingsangst ontstaat bij driejarigen meestal als gevolg van een combinatie van emotionele, cognitieve en sociaal-ontwikkelende factoren. De volgende oorzaken worden in de bronnen genoemd:
Groeiende zelfbewustheid en hechting: Tijdens de derde levensjaar begint een kind zich meer bewust te worden van zichzelf als individu, apart van zijn of haar ouder. Deze bewustwording gaat vaak gepaard met de realisatie dat ouders ook kunnen verdwijnen, wat leidt tot angst en onzekerheid. Volgens bron [9], is dit een evolutionair mechanisme om hechting en veiligheid te versterken.
Vertrouwde routines veranderen: Een driejarige kind is vaak in de faze waarin hij of zij meer zelfstandigheid ontdekt, maar tegelijkertijd ook vaak terugvalt op vertrouwde patronen of routines. Een verandering in de dagelijkse routine, zoals het begin van de crèke of een nieuwe slaapritueel, kan verlatingsangst opwekken, zoals beschreven in bron [1].
Ontwikkelen van verbeeldingskracht: Bij de leeftijd van drie jaar is de verbeeldingskracht van het kind sterk ontwikkeld. Dit betekent dat kinderen nu beter in staat zijn zich dingen voor te stellen, maar ook dat ze onzeker worden over wat er kan gebeuren wanneer ze alleen zijn of hun ouder niet in het oog hebben. Bron [7] meldt dat angsten vaak voortkomen uit de kracht van de verbeelding.
Verlatingsangst als een tijdelijke ontwikkelingsfase: Volgens bron [1], verdwijnt verlatingsangst bij de meeste kinderen rond de leeftijd van drie jaar, maar het kan opnieuw opspelen in de eerste schooljaren. Dit laat zien dat verlatingsangst een natuurlijke ontwikkelingsfase is die varieert per kind.
Het herkennen van verlatingsangst bij een driejarige is essentieel om er effectief mee om te gaan. De volgende tekenen worden genoemd in de bronnen:
Verzet bij het afscheid nemen: Het kind heeft moeite met het afscheid nemen van zijn of haar ouder, vooral bij het vertrek naar de opvang of crèche. Het kan huilen, zich klampen aan de ouder, of zich verzetten tegen het loslaten. Bron [4] zegt dat het kort en resoluut afscheid nemen helpt.
Verzet bij het slapengaan: Verlatingsangst kan ook opduiken tijdens de bedtijd. Het kind kan moeite hebben om alleen in bed te blijven, of huilen wanneer de ouder de kamer verlaat. Bron [1] beschrijft hoe het gebruik van de cirkeltechniek (het maken van geluid in een andere kamer) kan helpen.
Verwarring of onrust wanneer de ouder niet in het zicht is: Een driejarige kan plots angstig of onrustig worden wanneer de ouder niet in het zicht is, bijvoorbeeld in een andere kamer of bij het begin van een activiteit. Bron [4] noemt het spelen van kiekeboe als een manier om het kind te leren dat de ouder altijd terugkomt.
Verdriet of paniek bij scheiding: Het kind kan verdrietig, boos of panisch reageren wanneer het van zijn of haar ouder gescheiden wordt. Bron [10] geeft een lijst van symptomen, waaronder huilen, slapeloosheid en fysieke klachten zoals hoofdpijn of buikpijn.
Vermijding van situaties waarin scheiding optreedt: Het kind kan situaties vermijden waarin het van de ouder gescheiden wordt, zoals school of activiteiten met vrienden. Bron [10] beschrijft dat dit soms aangeeft dat de angst heftiger is dan normaal.
Er zijn verschillende bewezen methodes om verlatingsangst bij een driejarige aan te pakken. Deze methodes zijn gebaseerd op het idee dat het kind gerustgesteld moet worden en geleidelijk aan vertrouwen moet opbouwen in de betrouwbaarheid van de omgeving. De volgende aanpakken worden genoemd in de bronnen:
Kort en resoluut afscheid nemen
Gebruik van een knuffel of vertrouwd object
Geleidelijke afscheidsstrategieën
Vertrouwde bedtijdritueel
Verbeelding en spel als ondersteuning
Vertrouwen opbouwen in de opvang of crèche
Rustgevende activiteiten
Slaap is een cruciale factor bij het omgaan met verlatingsangst. Het is niet ongebruikelijk dat een kind met verlatingsangst moeite heeft met het alleen slapen. Bron [1] en [3] beschrijven hoe verlatingsangst bij het slapengaan kan worden aangepakt:
Cirkeltechniek: Het maken van geluid in een andere kamer en het vertellen dat de ouder terugkomt, kan het kind geruststellen.
Geleidelijk in slaap vallen: Door het kind steeds langer alleen te laten in bed, kan het leren zelfstandig in slaap te vallen. Bron [3] benadrukt dat dit consistent en geduldig moet worden toegepast.
Vertrouwde slaapritueel: Het aanhouden van een vertrouwd ritueel, zoals het lezen van een verhaal of het geven van een knuffel, helpt het kind zich veilig te voelen.
Knuffeltje of doekje: Het gebruik van een vertrouwd object tijdens de nacht kan het kind geruststellen en het helpen om alleen te slapen.
Hoewel verlatingsangst een normale ontwikkelingsfase is, kan het soms indicatief zijn voor een dieperliggende angststoornis. Bron [10] geeft aan dat verlatingsangst bij kinderen ouder dan drie jaar, als het heftig en langdurig is, aandacht verdient. Tekenend voor een angststoornis zijn:
In dergelijke gevallen is het verstandig om professionele hulp in te schakelen, zoals een kinderarts of psycholoog.
Verlatingsangst bij een driejarige kind is een normale en tijdelijke fase in de ontwikkeling. Het ontstaat vaak als gevolg van de groeiende zelfbewustheid, veranderende routines en krachtige verbeelding. Ondanks de uitdagingen die het kan met zich meebrengen, is het een teken van een sterke hechting tussen kind en ouder. Door te begrijpen wat verlatingsangst is en hoe het kan worden aangepakt, kunnen ouders en opvoeders effectief ondersteunen en het kind geruststellen. Met geduld, consistente strategieën en vertrouwde rituelen kan verlatingsangst geleidelijk verminderen en het kind leren omgaan met de wereld rondom zich.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet