Het belang van het referentiekader in de opvoeding van kinderen
juli 11, 2025
De opvoeding van kinderen is een complex proces dat zowel psychologische als sociale aspecten omvat. In 2017 zijn er verschillende cijfers en analyse beschikbaar over de problemen die ouders tegenkomen bij het opvoeden. Deze cijfers geven inzicht in de mate van lastige opvoedingskwesties, de behoefte aan hulp en de invloed van bepaalde factoren zoals leeftijd van het kind en het opleidingsniveau van de ouders. In dit artikel worden de belangrijkste gegevens en trends in kaart gebracht, gebaseerd op de beschikbare bronnen.
Volgens de opvoedingsbelastingvragenlijst van Praktikon was in 2017 bij 11% van de ouders de opvoedingsbelasting zo hoog dat begeleiding of behandeling nodig was. Dit geeft aan dat een significant deel van de ouders last had met het opvoeden van hun kinderen. De moeilijkste aspecten bij het opvoeden zijn volgens de gegevens het concreet zijn en geduld bewaren. Ongeveer 40% van de ouders vond dit lastig. Lagedeelde ouders rapporteerden dit vaker dan hoog opgeleide ouders.
De cijfers tonen ook aan dat het opvoeden lastiger wordt naarmate de kinderen ouder worden. Ouders van 0-4 jarigen maken zich het vaakst zorgen over eten, slapen en luisteren/gehoorzamen. Ouders van 4-8 jarigen over angst/onzekerheid, faalangst en luisteren/gehoorzamen. En ouders van 8-12 jarigen over gebruik van social media/games, faalangst en angst/onzekerheid. Bijna 40% van de ouders maakt zich nergens zorgen over. Hoe hoger opgeleid, hoe kleiner de groep is die zich nergens zorgen over maakt.
In 2017 rapporteerde 12,6 procent van de leerlingen in groep 8 van het basisonderwijs gedragsproblemen. In het voortgezet onderwijs is dit percentage hoger: 14,8 procent. Dit is een stijging ten opzichte van 2017. De stijging onder meisjes is zowel in het basis- als voortgezet onderwijs significant. Onder jongens is dat niet het geval. In 2021 is er verandering in gekomen: voor het eerst vertonen meer meisjes dan jongens gedragsproblemen. In het voortgezet onderwijs gaat het in 2021 om 18,7 procent van de meisjes en 18,4 procent van de jongens.
De cijfers tonen aan dat gedragsproblemen vooral voorkomen bij jongens, maar dat de trend in 2021 verandert. De stijging onder meisjes is significant, wat wijst op een verandering in het gedrag van jongeren. Dit kan worden toegeschreven aan veranderingen in de maatschappelijke omstandigheden, zoals de invloed van sociale media of veranderende opvoedingsstijlen.
In 2017 rapporteerde 10% van de ouders lichte opvoedproblemen, 4% matige en 1% zware opvoedproblemen. Bij 85% van de ouders werden geen opvoedproblemen waargenomen. Er is in 9% van de gevallen geen goede match tussen de behoeften van de ouders en de gesignaleerde noodzaak tot steun door de professionals. Onder ouders met ernstigere problematiek neemt de mismatch eerder toe dan af.
In 2017 was de behoefte aan hulp van deskundigen hoger dan in 2017. 14% van de ouders had in 2017 behoefte aan hulp van een deskundige, terwijl dit in 2021 17% was. De top-3 van deskundigen waarvan zij hulp wilden zijn psycholoog/pedagoog, jeugdarts/-verpleegkundige en huisarts. Ouders wilden het vaakst hulp of zorg voor sociaal-emotionele problemen (gedrag). Minder vaak voor mentale problemen (psychisch) of opvoeding. Ouders van 0-4 jarigen wilden het vaakst hulp bij de opvoeding of voor lichamelijke problemen (buik, benen, rug).
De coronaperiode had een aanzienlijke invloed op het opvoeden van kinderen. De cijfers tonen aan dat de stijging van het aantal opvoedingsproblemen niet alleen terug te zien is in 2021, maar ook al eerder begon. In 2017 was de stijging van het aantal leerlingen met gedragsproblemen al zichtbaar. De coronaperiode heeft de situatie verder beïnvloed, met name bij jongeren die vaker thuis zijn geweest.
De opvoedingsbelasting is in 2017 en 2021 gestegen. In 2017 vond 21% van de ouders het opvoeden nooit lastig, nu 17%. Dit kan een gevolg zijn van de coronaperiode waarin kinderen vaker thuis waren. Bij alle aspecten is er een lichte stijging te zien. De coronaperiode heeft dus een bijdrrage geleverd aan de stijging van opvoedingsproblemen.
De leeftijd van het kind speelt een rol bij de opvoedingsproblemen. Ouders van jongere kinderen (0-4 jarigen) maken zich het vaakst zorgen over eten, slapen en luisteren/gehoorzamen. Ouders van 4-8 jarigen over angst/onzekerheid, faalangst en luisteren/gehoorzamen. En ouders van 8-12 jarigen over gebruik van social media/games, faalangst en angst/onzekerheid. Bijna 40% van de ouders maakt zich nergens zorgen over. Hoe hoger opgeleid, hoe kleiner de groep is die zich nergens zorgen over maakt.
De invloed van het opleidingsniveau van de ouders is duidelijk zichtbaar. Lagedeelde ouders rapporteerden vaker lastige opvoedingskwesties dan hoog opgeleide ouders. De cijfers laten zien dat de opvoedingsbelasting in 2017 hoger was bij lagere opleidingsniveaus. Dit kan worden toegeschreven aan het ontbreken van deskundige hulp en de moeilijkheid om met bepaalde problemen om te gaan.
In 2017 waren er verschillende cijfers en trends beschikbaar over de problemen bij het opvoeden. De opvoedingsbelasting was in 2017 bij 11% van de ouders zo hoog dat begeleiding of behandeling nodig was. De moeilijkste aspecten bij het opvoeden zijn het concreet zijn en geduld bewaren. Ouders van jongere kinderen maken zich het vaakst zorgen over eten, slapen en luisteren/gehoorzamen. De cijfers tonen aan dat gedragsproblemen vooral voorkomen bij jongens, maar dat de trend in 2021 verandert. De stijging onder meisjes is significant, wat wijst op een verandering in het gedrag van jongeren. De coronaperiode heeft de situatie verder beïnvloed, met name bij jongeren die vaker thuis zijn geweest. De opvoedingsbelasting is in 2017 en 2021 gestegen, en de coronaperiode heeft bijgedragen aan de stijging van opvoedingsproblemen. De leeftijd van het kind en het opleidingsniveau van de ouders spelen een rol bij de opvoedingsproblemen.
De cijfers en trends van 2017 geven inzicht in de problemen bij het opvoeden. De opvoedingsbelasting is in 2017 hoger geweest bij lagere opleidingsniveaus en bij ouders van jongere kinderen. De cijfers tonen aan dat gedragsproblemen vooral voorkomen bij jongens, maar dat de trend in 2021 verandert. De coronaperiode heeft de situatie verder beïnvloed, met name bij jongeren die vaker thuis zijn geweest. De opvoedingsbelasting is in 2017 en 2021 gestegen, en de coronaperiode heeft bijgedragen aan de stijging van opvoedingsproblemen. De leeftijd van het kind en het opleidingsniveau van de ouders spelen een rol bij de opvoedingsproblemen. De gegevens tonen aan dat het opvoeden lastiger wordt naarmate de kinderen ouder worden en dat ouders met lagere opleidingen vaker last hebben met het opvoeden.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet