Risicofactoren in de opvoeding: invloed en beïnvloedbaarheid
juli 11, 2025
De opvoeding van kinderen is een complexe taak die veel uitdagingen met zich meebrengt. Volgens cijfers en onderzoeken uit verschillende bronnen is het opvoeden voor veel ouders lastig, vooral wanneer het gaat om het aanpakken van problemen in de opvoeding. De bronnen tonen aan dat ouders vaak zorgen hebben over het gedrag, de ontwikkeling, en de opvoeding van hun kinderen. Bovendien blijkt dat er verschillende problemen zijn die zich op het gebied van opvoeding voordoen, zoals het aanpakken van stress, het aanleren van regels, het omgaan met angst en agressie, en het ondersteunend optreden in de opvoeding. Deze artikelen tonen ook aan dat er verschillende methoden en richtlijnen zijn om deze problemen aan te pakken, waaronder de GIZ-methode, de SPARK-methode, en andere strategieën voor het signaleren en beheren van opvoedingsproblemen. Dit artikel bespreekt de belangrijkste cijfers en problemen rond het opvoeden, en legt uit hoe ouders en professionals hierin kunnen helpen.
Uit onderzoek blijkt dat veel ouders vragen of zorgen hebben over het gedrag, de ontwikkeling, of de opvoeding van hun kinderen. Volgens cijfers uit 2010 zijn 97 procent van de ouders tevreden over het verloop van de opvoeding van hun kinderen en vinden ze zichzelf goed in staat om voor kinderen te zorgen (Bucx, 2011). Toch hebben alle ouders vragen of zorgen over het gedrag, de ontwikkeling of de opvoeding van hun kinderen. In het onderzoek dat plaatsvond in de periode 2017-2019 onder ouders met een kind tussen 0 en 8 jaar, worden verschillende onderwerpen genoemd waar ouders vragen en zorgen over hebben.
Onderwerp van vragen of zorgen | 0-4 jaar | 4-8 jaar |
---|---|---|
Spanningen en stress buiten opvoeding | 13% | 19% |
Functioneren als ouder | 13% | 12% |
Luisteren en gehoorzamen | 16% | 20% |
Driftbuien, woede, agressie | 16% | 17% |
Voeding | 19% | |
Straffen en belonen | 20% | 16% |
Slapen | 21% | 12% |
Regels en grenzen | 25% | 25% |
Zindelijkheid | 25% | 12% |
Schoolprestaties | 16% |
Bij ouders van 0-4 jarigen zijn de meest voorkomende zorgen gericht op eten, slapen, en luisteren/gehoorzamen. Bij ouders van 4-8 jarigen zijn de meest voorkomende zorgen gericht op angst/onzekerheid, faalangst, en luisteren/gehoorzamen. Bij ouders van 8-12 jarigen zijn de meest voorkomende zorgen gericht op het gebruik van social media/games, faalangst, en angst/onzekerheid. Bijna 40% van de ouders maakt zich nergens zorgen over. Hoe hoger opgeleid, hoe kleiner de groep is die zich nergens zorgen over maakt.
Volgens onderzoek is het opvoeden voor veel ouders lastig, vooral wanneer het gaat om het aanpakken van problemen in de opvoeding. De meest voorkomende lastige opvoedingskwesties zijn het conseqient zijn, het geduld bewaren, het regels en grenzen stellen, en het op 1 lijn zitten met partner. Ruim 10% vindt het lastig om het gezellig te houden met elkaar. In 2017 vond 21% van de ouders het opvoeden nooit lastig, nu 17%. Dit kan een gevolg zijn van de coronaperiode waarin kinderen vaker thuis waren.
Meer ouders dan in 2017 (14%) hadden in 2021 (17%) behoefte aan hulp van een deskundige, het vaakst voor 8-12 jarigen. De top-3 van deskundigen waarvan zij hulp wilden zijn: psycholoog/pedagoog, jeugdarts/-verpleegkundige en huisarts. Bij 0-4 jarigen staat jeugdarts/-verpleegkundige op 1, bij de 4-12 jarigen de psycholoog/pedagoog. Ouders wilden het vaakst hulp of zorg voor sociaal-emotionele problemen (gedrag). Minder vaak voor mentale problemen (psychisch) of opvoeding. Ouders van 0-4 jarigen wilden het vaakst hulp bij de opvoeding of voor lichamelijke problemen (buik, benen, rug).
Volgens de opvoedingsbelastingvragenlijst van Praktikon is bij 11% van de ouders de opvoedingsbelasting zo hoog dat begeleiding/behandeling nodig is. Dit duidt erop dat er veel ouders zijn die hulp nodig hebben bij het opvoeden. De opvoedingsbelasting is een maatstaf voor de belastbaarheid van ouders bij het opvoeden. Het geeft aan of ouders in staat zijn om hun kinderen adequaat te begeleiden en op te voeden.
De ouder-kindrelatie is voor ouders én professionals een gevoelig thema. Volgens de JGZ-richtlijn Ouder-Kind-relatie zijn kinderen met een gezonde ouder-kindrelatie beter af. Het is daarom belangrijk om eventuele problemen te signaleren. De JGZ-richtlijn Ouder-Kind-relatie bevat praktische handvatten voor de JGZ-professional om (aanstaande) ouders te helpen een gezonde relatie met hun kind op te bouwen of te behouden. In de richtlijn komen signaleringsinstrumenten, gespreksmodellen en materialen aan bod waarmee verstoringen in de ouder-kindrelatie gesignaleerd en bespreekbaar gemaakt kunnen worden.
Ouders van jonge kinderen hebben het voornemen om met hun kinderen over vriendschap en (seksuele) relaties te praten. Ouders van 8-12 jarigen spreken wel bijna allemaal over vriendschap & grenzen respecteren, en over lichamelijke verschillen tussen jongens en meisjes. Een kleinere groep praat over homoseksualiteit, verliefdheid en zwangerschap & geboorte. De helft spreekt met hun kind over het onderwerp lichamelijke veranderingen in de puberteit. Over veilig vrijen & voorbehoedsmiddelen wordt het minst vaak gesproken.
Er zijn verschillende methoden en richtlijnen om problemen bij het opvoeden aan te pakken. De GIZ-methode (‘gezamenlijk inschatten van zorgbehoeften’) brengt de JGZ-professional samen met ouders in kaart hoe het gaat met kind en gezin en wat zij nodig hebben. De SPARK-methode is een gestructureerd vraaggesprek om ontwikkelings- en ouderschapsproblemen vroeg te signaleren. De PreSPARK-methode is een aanvulling op de SPARK-methode, die gericht is op de zwangerschap en het contact met ouders.
Ondergewicht bij kinderen is een belangrijk probleem in de opvoeding. Een jeugdige met ondergewicht kan ondervoed zijn, maar soms is er sprake van aanleg. Ondergewicht bij ouders, broers en zussen is een risicofactor. De JGZ-richtlijn Ondergewicht ondersteunt je in het preventief adviseren van opvoeders over uitgebalanceerde voeding conform de Schijf van Vijf. En helpt je bij het signaleren en doorverwijzen bij ondervoeding, bijvoorbeeld naar een (kinder)diëtist, een pedagoog of gedragstherapeut.
Volgens de JGZ-richtlijn Kindermishandeling (herziening) zijn er verschillende risico- en beschermende factoren voor kindermishandeling. Denk aan kindermishandeling rond de geboorte, psychische en psychiatrische problematiek bij ouders, verwaarlozing, kindermishandeling gepleegd door derden en vrouwelijke genitale verminking (VGV). De richtlijn bevat informatie over specifieke thema’s die kunnen samenhangen met het probleem.
De opvoeding van kinderen is een complexe taak die veel uitdagingen met zich meebrengt. Volgens cijfers en onderzoeken uit verschillende bronnen is het opvoeden voor veel ouders lastig, vooral wanneer het gaat om het aanpakken van problemen in de opvoeding. De bronnen tonen aan dat ouders vaak zorgen hebben over het gedrag, de ontwikkeling, en de opvoeding van hun kinderen. Bovendien blijkt dat er verschillende problemen zijn die zich op het gebied van opvoeding voordoen, zoals het aanpakken van stress, het aanleren van regels, het omgaan met angst en agressie, en het ondersteunend optreden in de opvoeding. Deze artikelen tonen ook aan dat er verschillende methoden en richtlijnen zijn om deze problemen aan te pakken, waaronder de GIZ-methode, de SPARK-methode, en andere strategieën voor het signaleren en beheren van opvoedingsproblemen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet