De Juiste Hockeystick voor Jonge Hockeyers: Een Gids voor Ouders
juni 14, 2025
Vaccinaties spelen een essentiële rol in de gezondheid en bescherming van kinderen tegen ernstige infectieziekten. In Nederland is het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) ontworpen om kinderen op verschillende leeftijden te voorzien van de nodige bescherming. Een belangrijk vaccinatiemoment voor kinderen van 3 jaar is de BMR-prik, die beschermt tegen bof, mazelen en rodehond. Vanaf 2025 is dit vaccinatieprogramma verder aangepast, waardoor kinderen al op jongere leeftijd beter beschermd worden. In dit artikel bespreken we de wijzigingen in het vaccinatieschema, de redenen achter de veranderingen en het belang van vaccinaties op 3-jarige leeftijd.
De BMR-vaccinatie is een belangrijk onderdeel van het Rijksvaccinatieprogramma. Deze vaccinatie beschermt kinderen tegen drie ernstige aandoeningen:
Tot 2025 was de tweede BMR-prik normaal gesproken op 9-jarige leeftijd gegeven. In 2025 is deze vaccinatie echter verplaatst naar 3-jarige leeftijd. Dit betekent dat kinderen al op jongere leeftijd bescherming krijgen tegen deze ziektes, wat van groot belang is gezien de snelle verspreiding van mazelen en andere besmettelijke ziektes. De verandering is voornamelijk aangemaakt om de bescherming tegen mazelen te verhuren, aangezien deze ziekte zich snel verspreidt en ernstige gevolgen kan hebben.
De verandering in het vaccinatieschema geldt voor kinderen geboren vanaf 1 januari 2016. Kinderen geboren vanaf 2022 ontvangen rond de leeftijd van 3 jaar de uitnodiging voor de tweede BMR-prik. Kinderen geboren vanaf 2016 tot en met 2021 zijn al ouder dan 3 jaar en zouden de tweede BMR-prik eerder hebben gekregen. Toch zijn deze kinderen niet automatisch ingeënt, omdat de tweede BMR-prik normaal gesproken op 9-jarige leeftijd was gegeven. Hiervoor is een inhaalcampagne georganiseerd in 2025, 2026 en 2027. Deze campagne zorgt ervoor dat ook deze kinderen optimaal beschermd worden tegen bof, mazelen en rodehond.
Voor kinderen die de tweede BMR-prik gemist hebben, is er een inhaalcampagne georganiseerd. Deze campagne is bedoeld om kinderen die tussen 2016 en 2021 zijn geboren, op een later moment de tweede BMR-prik te geven. De uitnodiging voor deze inhaalprik valt automatisch in de brievenbus. Voor ouders die vragen hebben over de inhaalcampagne, is het mogelijk om contact op te nemen met de GGD of de Jeugdgezondheidszorg in hun regio.
Naast de verandering in de BMR-prik zijn er ook andere wijzigingen in het vaccinatieschema vanaf 2025. Deze veranderingen zijn gebaseerd op aanbevelingen van de Gezondheidsraad en zijn bedoeld om de bescherming tegen infectieziekten te optimaliseren.
De DKT-prik (tegen difterie, kinkhoest en tetanus) is verplaatst van 4 naar 5 jaar. Deze verandering zorgt ervoor dat kinderen langer beschermd worden, vooral tegen kinkhoest. De verandering geldt voor kinderen geboren vanaf 1 januari 2021.
De DTP-prik (tegen difterie, tetanus en polio) is verplaatst van 9 naar 14 jaar. Deze verandering zorgt ervoor dat kinderen langer beschermd worden tegen deze ziektes. De verandering geldt voor kinderen geboren vanaf 1 januari 2016.
De DKTP-Hib-HepB- en pneumokokkenvaccinatie is verplaatst van 11 naar 12 maanden. Deze verandering zorgt voor een betere en langere bescherming tegen difterie, kinkhoest, tetanus, polio, haemophilus influenza type b, hepatitis B en pneumokokken.
De veranderingen in het vaccinatieschema zijn niet willekeurig aangemaakt. Ze zijn gebaseerd op wetenschappelijke onderzoek en aanbevelingen van de Gezondheidsraad. De belangrijkste redenen achter de veranderingen zijn:
Vaccinaties spelen een essentiële rol in de gezondheid en bescherming van kinderen. Ze zorgen ervoor dat kinderen beschermd worden tegen ernstige ziektes, zoals mazelen, kinkhoest, tetanus en polio. Daarnaast zorgen vaccinaties ervoor dat de groepsimmuniteit wordt opgebouwd. Groepsimmuniteit betekent dat mensen die niet gevaccineerd kunnen worden, zoals jonge baby's of mensen met een afweerstoornis, indirect beschermd worden door de vaccinatiegraad van de rest van de bevolking.
De vaccinatiegraad onder schoolkinderen is in recente jaren gedaald, vooral in grote steden zoals Rotterdam. Een lage vaccinatiegraad betekent dat er meer mensen zijn die niet beschermd zijn tegen infectieziektes. Dit zorgt ervoor dat uitbraken van ziektes, zoals mazelen, sneller kunnen ontstaan en zich sneller kunnen verspreiden. Dit is vooral een probleem voor kinderen die niet gevaccineerd kunnen worden, zoals jonge baby's of mensen met een afweerstoornis.
Ouders en opvoeders spelen een belangrijke rol in het vaccinatieproces. Het is belangrijk dat ouders op de hoogte zijn van het vaccinatieschema en ervoor zorgen dat hun kinderen op tijd worden ingeënt. Ouders kunnen ook helpen bij de voorbereiding van een vaccinatie, zodat kinderen zich op hun gemak voelen. Het is bijvoorbeeld belangrijk om kinderen te vertellen wat er gaat gebeuren en om te zorgen dat ze zich op hun gemak voelen tijdens de vaccinatie.
Na een vaccinatie kunnen bijwerkingen optreden. De meest voorkomende bijwerkingen zijn:
De kans op ernstige bijwerkingen is klein. Ouders kunnen helpen bij het beheersen van de bijwerkingen door bijvoorbeeld te zorgen dat kinderen voldoende drinken en bewegen. Als bijwerkingen zich voordoen, is het belangrijk om contact op te nemen met de huisarts of de Jeugdgezondheidszorg.
Als ouders met hun kinderen naar het buitenland reizen, is het belangrijk om te controleren of er extra vaccinaties nodig zijn. Voor bepaalde landen zijn extra vaccinaties geadviseerd, zoals de Hepatitis A-vaccinatie voor Marokko, Turkije en landen in Azië. Deze vaccinaties zijn te halen bij de GGD of via een reisarts.
Vaccinaties spelen een essentiële rol in de gezondheid en bescherming van kinderen. In Nederland is het Rijksvaccinatieprogramma ontworpen om kinderen op verschillende leeftijden te voorzien van de nodige bescherming. De BMR-prik is een belangrijk vaccinatiemoment voor kinderen van 3 jaar. Vanaf 2025 is het vaccinatieschema aangepast, waardoor kinderen al op jongere leeftijd beter beschermd worden. De veranderingen zijn gebaseerd op wetenschappelijke onderzoek en aanbevelingen van de Gezondheidsraad. Het is belangrijk dat ouders op de hoogte zijn van het vaccinatieschema en ervoor zorgen dat hun kinderen op tijd worden ingeënt. Vaccinaties zorgen niet alleen voor de gezondheid van kinderen, maar ook voor de groepsimmuniteit, waardoor mensen die niet gevaccineerd kunnen worden, indirect beschermd worden. Door vaccinaties op te volgen, zorgen ouders en opvoeders ervoor dat kinderen gezond en veilig opgroeien.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet