Puppy opvoeden met DVD: Een overzicht van hulpmiddelen en methoden
juli 11, 2025
Plastische opvoeding is een vak dat gericht is op het ontwikkelen van creativiteit, handvaardigheid en esthetische ervaringen bij leerlingen. In het secundair onderwijs wordt dit vak vaak gegeven in het Nederlands, maar in sommige gevallen ook in het Engels. Dit artikel bevat informatie over de praktijk van plastische opvoeding in het Engels, de impact op leerlingen en leerkrachten, en de discussies die hieromheen lopen.
Plastische opvoeding is een belangrijk onderdeel van het secundair onderwijs, maar de toekomst van dit vak is in het geduld. In de eerste graad van de B-stroom wordt het aantal uren plastische opvoeding gereduceerd van 4u naar 2u per week, terwijl het aantal uren praktijk wordt verhoogd. Dit leidt tot een afname van creatieve uren, wat vooral de leerlingen treft die zich moeilijk kunnen concentreren en een handvaardig vak nodig hebben. Ook de leerkrachten zijn hierdoor in het nadeel, aangezien ze vaak geen vakken meer kunnen geven waar ze op zijn minst een beetje in geschoold zijn. In het Engels gegeven plastische opvoeding is een oplossing, maar de discussie over de kwaliteit en het nut ervan blijft actueel.
In sommige scholen wordt plastische opvoeding in het Engels gegeven, met name in de context van het tweede taalonderwijs. Hierbij gaat het erom dat leerlingen in het Engels kunnen communiceren over kunst, creativiteit en handvaardigheid. De lessen zijn gericht op het ontwikkelen van zowel technische vaardigheden als kritisch denken. Onderwerpen zoals schilderen, tekenen, sculpturen en kunstgeschiedenis worden in het Engels behandeld.
In de bronnen wordt aangegeven dat de lesinhoud van plastische opvoeding in het Engels zeer verschillend kan zijn, afhankelijk van de school en de leerkrachten. Sommige lessen zijn gericht op het leren van kunstwoorden, andere op het bespreken van kunstwerken of het maken van een kunstproject. De focus ligt op het ontwikkelen van een beter begrip van kunst en esthetiek, maar ook op het leren communiceren in het Engels.
De invloed van plastische opvoeding in het Engels op leerlingen is niet eenduidig. Aan de ene kant kan het helpen bij het verbeteren van de Engelse taalvaardigheid, omdat leerlingen in het Engels leren communiceren over kunst en creativiteit. Aan de andere kant kan het ook leiden tot verwarring of onzekerheid, vooral bij leerlingen die minder vertrouwd zijn met het Engels. In sommige gevallen wordt het Engels in de plastische opvoeding niet als hoofddoel gebruikt, maar als middel om bepaalde concepten of woorden duidelijk te maken.
Er is ook sprake van een afname van creatieve uren, wat vooral de leerlingen treft die het meest behoefte hebben aan creativiteit. Dit is vooral duidelijk in de eerste graad, waar het aantal uren plastische opvoeding wordt gereduceerd. In de bronnen wordt opgemerkt dat leerlingen die al moeite hebben met het zitten en leren, mogelijk minder baat hebben bij deze beslissing.
De invloed van plastische opvoeding in het Engels op leerkrachten is ook niet onbelangrijk. In de bronnen wordt duidelijk gemaakt dat leerkrachten die in het Engels plastische opvoeding geven, vaak geen specifieke opleiding hebben in dit vak. Dit kan leiden tot onzekerheid en ongemak, vooral als ze geen ervaring hebben met het geven van lessen in het Engels. Bovendien wordt er vaak gewerkt met een overwerklast, wat kan leiden tot stress en vermoeidheid.
In de bronnen wordt ook aangegeven dat sommige leerkrachten in het Engels plastische opvoeding geven, maar dat dit niet altijd mogelijk is. Sommige leerkrachten hebben geen Engelse taalvaardigheid, waardoor het moeilijk is om de lessen in het Engels te geven. In sommige gevallen wordt er wel een les gegeven in het Engels, maar is de kwaliteit van de les beperkt.
De discussie over plastische opvoeding in het Engels is niet eenduidig. Aan de ene kant wordt er geloof in gepleit dat het Engels in het secundair onderwijs belangrijk is, vooral voor leerlingen die later in de horeca of als stewardess willen werken. Aan de andere kant wordt er kritiek geuit op de kwaliteit van het Engels in het secundair onderwijs, en wordt er gewaarschuwd voor de risico’s van het gebruik van het Engels in bepaalde vakken.
In de bronnen wordt ook aangegeven dat er in Nederland geen duidelijk beleid is over het gebruik van het Engels in het secundair onderwijs. De discussie over het invoeren van Engels in het secundair onderwijs is nog steeds gaande, en het blijft onduidelijk of het Engels in het secundair onderwijs echt nodig is of niet.
Plastische opvoeding in het Engels is een onderdeel van het secundair onderwijs dat zowel positieve als negatieve aspecten heeft. Aan de ene kant kan het helpen bij het verbeteren van de Engelse taalvaardigheid, maar aan de andere kant kan het ook leiden tot verwarring en onzekerheid, vooral bij leerlingen die minder vertrouwd zijn met het Engels. De invloed op leerkrachten is ook niet eenduidig, en er is sprake van onzekerheid over de kwaliteit van het Engels in het secundair onderwijs.
De discussie over plastische opvoeding in het Engels blijft actueel, en het blijft onduidelijk of dit vak in het Engels gegeven moet worden of niet. Wel is duidelijk dat creativiteit en handvaardigheid belangrijk zijn voor de ontwikkeling van leerlingen, en dat de focus op deze vakken niet mag worden verminderd.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet