De invloed van de stem op de opvoeding van een puppy
juli 11, 2025
Plastische opvoeding is een vak dat gericht is op het ontwikkelen van artistieke vaardigheden en creativiteit bij leerlingen, met name in het Vlaamse secundair onderwijs. Het wordt vaak afgekort met P.O. en staat op het lesrooster van het eerste leerjaar voor een lestijd per week. Het vak wordt meestal gegeven door een "regent plastische kunsten", maar ook anderen kunnen onderwijsbevoegdheid krijgen om het vak te mogen geven, zoals afgestudeerden van het kunstonderwijs die een aanvullende lerarenopleiding hebben gevolgd. De term "plastisch" is afgeleid van het Griekse "plasso", wat "uit leem kneden, vormen" betekent. Met plastische opvoeding wordt dus opvoeding in de vorm, de vormgeving, de kleur en de compositie bedoeld. Plasticiteit verwijst meestal naar ruimtelijkheid.
Plastische opvoeding is een expressievak dat werkt met de beeldtaal. De leerlingen leren bewuste vormgeving via de wereld van de kunsten. Het gaat er niet om om virtuositeit na te streven, of grote artiesten van de leerlingen te maken, maar wel om authenticiteit en creativiteit te herkennen en te waarderen. De leerlingen leren ook op een persoonlijke manier oplossingen voor problemen te vormgeven. De componenten van plastische opvoeding omvatten het maken van beeldende werkstukken, waarbij na het formuleren van een opdracht een divergerende fase, transformatiefase en convergerende fase worden doorlopen. In de divergerende fase wordt er zo ruim mogelijk opgesteld en geen enkele oplossing op voorhand uitsluit. In de transformatiefase wordt een beeldend vormgevingsproces doorlopen en deeloplossingen worden geconcipieerd. De beeld- en vormaspecten, technieken en materialen worden aangewend met gepaste inbreng van de kunstgeschiedenis. In de convergerende fase worden de deeloplossingen gecombineerd tot een oorspronkelijk product: het kunstwerk. Daarbij doet de leerling voortdurend aan peerevaluatie of collegiale toetsing en zelfevaluatie door gerichte vragen schriftelijk te beantwoorden.
Plastische opvoeding wordt vaak gezien als een leuke ontspanning, een beetje knutselen en zo. Maar het is meer dan alleen knutselen. Iedere beeldles wordt gekoppeld aan de beeldtaal. Het illustreren en toepassen van de beeldtale zorgt voor nieuwe expressie, geeft inzicht in het proces en voedt de verbeelding. Creativiteit van de leerlingen wordt op verschillende vlakken aangesproken. Ze gaan op zoek naar oplossingen voor problemen, en deze oplossingen leren ze op eigen, persoonlijke wijze vormgeven. De leerlingen leren ook hoe ze kunstwerken kunnen analyseren en omzetten in begrijpbare taal voor jongeren. Ze leren tieners nadenken over beeld en gaan actief met hen aan de slag tijdens hun stages.
Plastische opvoeding is een schatkist aan ervaringen. Al kijkend, onderzoekend, experimenterend doen leerlingen kennis en ervaringen op. Creativiteit van de leerlingen wordt op verschillende vlakken aangesproken. Ze gaan op zoek naar oplossingen voor problemen, en deze oplossingen leren ze op eigen, persoonlijke wijze vormgeven. De componenten van plastische opvoeding omvatten het maken van beeldende werkstukken, waarbij na het formuleren van een opdracht een divergerende fase, transformatiefase en convergerende fase worden doorlopen. In de divergerende fase wordt er zo ruim mogelijk opgesteld en geen enkele oplossing op voorhand uitsluit. In de transformatiefase wordt een beeldend vormgevingsproces doorlopen en deeloplossingen worden geconcipieerd. De beeld- en vormaspecten, technieken en materialen worden aangewend met gepaste inbreng van de kunstgeschiedenis. In de convergerende fase worden de deeloplossingen gecombineerd tot een oorspronkelijk product: het kunstwerk. Daarbij doet de leerling voortdurend aan peerevaluatie of collegiale toetsing en zelfevaluatie door gerichte vragen schriftelijk te beantwoorden.
Plastische opvoeding is een essentieel onderdeel van de kunst- en creatieve ontwikkeling van kinderen. Het helpt bij het ontwikkelen van creativiteit, inventiviteit, verbeelding, kritisch denken, meervoudig perspectief, en een veelheid aan waardevolle en evenwaardige oplossingen kunnen bedenken voor een probleem. Dit zijn belangrijke vaardigheden voor de 21ste eeuw die niemand leert in een theoretische cursus of door hier en daar een project op school. Goede kunsteducatie draagt bij tot de ontwikkeling van creativiteit, inventiviteit, verbeelding, kritisch denken, meervoudig perspectief, en een veelheid aan waardevolle en evenwaardige oplossingen kunnen bedenken voor een probleem. Dit zijn belangrijke vaardigheden voor de 21ste eeuw die niemand leert in een theoretische cursus of door hier en daar een project op school. Om die vaardigheden te verwerven is het belangrijk dat kinderen en jongeren zo vroeg mogelijk in contact komen met kunsten. Leerlingen vinden kunstzinnige activiteiten doorgaans ook leuk. Zeker als ze zelf actief aan de slag mogen gaan en zichzelf kunnen uitdrukken. Daarom is het onderwijsvak Plastische Opvoeding ook een uitstekende keuze als bijkomende lesbevoegdheid voor leraren in het kleuter- of lager onderwijs.
Plastische opvoeding is een vak dat gericht is op het ontwikkelen van artistieke vaardigheden en creativiteit bij leerlingen, met name in het Vlaamse secundair onderwijs. Het wordt vaak afgekort met P.O. en staat op het lesrooster van het eerste leerjaar voor een lestijd per week. Het vak wordt meestal gegeven door een "regent plastische kunsten", maar ook anderen kunnen onderwijsbevoegdheid krijgen om het vak te mogen geven, zoals afgestudeerden van het kunstonderwijs die een aanvullende lerarenopleiding hebben gevolgd. De term "plastisch" is afgeleid van het Griekse "plasso", wat "uit leem kneden, vormen" betekent. Met plastische opvoeding wordt dus opvoeding in de vorm, de vormgeving, de kleur en de compositie bedoeld. Plasticiteit verwijst meestal naar ruimtelijkheid.
Plastische opvoeding is een expressievak dat werkt met de beeldtaal. De leerlingen leren bewuste vormgeving via de wereld van de kunsten. Het gaat er niet om om virtuositeit na te streven, of grote artiesten van de leerlingen te maken, maar wel om authenticiteit en creativiteit te herkennen en te waarderen. De leerlingen leren ook op een persoonlijke manier oplossingen voor problemen te vormgeven. De componenten van plastische opvoeding omvatten het maken van beeldende werkstukken, waarbij na het formuleren van een opdracht een divergerende fase, transformatiefase en convergerende fase worden doorlopen. In de divergerende fase wordt er zo ruim mogelijk opgesteld en geen enkele oplossing op voorhand uitsluit. In de transformatiefase wordt een beeldend vormgevingsproces doorlopen en deeloplossingen worden geconcipieerd. De beeld- en vormaspecten, technieken en materialen worden aangewend met gepaste inbreng van de kunstgeschiedenis. In de convergerende fase worden de deeloplossingen gecombineerd tot een oorspronkelijk product: het kunstwerk. Daarbij doet de leerling voortdurend aan peerevaluatie of collegiale toetsing en zelfevaluatie door gerichte vragen schriftelijk te beantwoorden.
Plastische opvoeding wordt vaak gezien als een leuke ontspanning, een beetje knutselen en zo. Maar het is meer dan alleen knutselen. Iedere beeldles wordt gekoppeld aan de beeldtaal. Het illustreren en toepassen van de beeldtaal zorgt voor nieuwe expressie, geeft inzicht in het proces en voedt de verbeelding. Creativiteit van de leerlingen wordt op verschillende vlakken aangesproken. Ze gaan op zoek naar oplossingen voor problemen, en deze oplossingen leren ze op eigen, persoonlijke wijze vormgeven. De leerlingen leren ook hoe ze kunstwerken kunnen analyseren en omzetten in begrijpbare taal voor jongeren. Ze leren tieners nadenken over beeld en gaan actief met hen aan de slag tijdens hun stages.
Plastische opvoeding is een schatkist aan ervaringen. Al kijkend, onderzoekend, experimenterend doen leerlingen kennis en ervaringen op. Creativiteit van de leerlingen wordt op verschillende vlakken aangesproken. Ze gaan op zoek naar oplossingen voor problemen, en deze oplossingen leren ze op eigen, persoonlijke wijze vormgeven. De componenten van plastische opvoeding omvatten het maken van beeldende werkstukken, waarbij na het formuleren van een opdracht een divergerende fase, transformatiefase en convergerende fase worden doorlopen. In de divergerende fase wordt er zo ruim mogelijk opgesteld en geen enkele oplossing op voorhand uitsluit. In de transformatiefase wordt een beeldend vormgevingsproces doorlopen en deeloplossingen worden geconcipieerd. De beeld- en vormaspecten, technieken en materialen worden aangewend met gepaste inbreng van de kunstgeschiedenis. In de convergerende fase worden de deeloplossingen gecombineerd tot een oorspronkelijk product: het kunstwerk. Daarbij doet de leerling voortdurend aan peerevaluatie of collegiale toetsing en zelfevaluatie door gerichte vragen schriftelijk te beantwoorden.
Plastische opvoeding is een essentieel onderdeel van de kunst- en creatieve ontwikkeling van kinderen. Het helpt bij het ontwikkelen van creativiteit, inventiviteit, verbeelding, kritisch denken, meervoudig perspectief, en een veelheid aan waardevolle en evenwaardige oplossingen kunnen bedenken voor een probleem. Dit zijn belangrijke vaardigheden voor de 21ste eeuw die niemand leert in een theoretische cursus of door hier en daar een project op school. Goede kunsteducatie draagt bij tot de ontwikkeling van creativiteit, inventiviteit, verbeelding, kritisch denken, meervoudig perspectief, en een veelheid aan waardevolle en evenwaardige oplossingen kunnen bedenken voor een probleem. Dit zijn belangrijke vaardigheden voor de 21ste eeuw die niemand leert in een theoretische cursus of door hier en daar een project op school. Om die vaardigheden te verwerven is het belangrijk dat kinderen en jongeren zo vroeg mogelijk in contact komen met kunsten. Leerlingen vinden kunstzinnige activiteiten doorgaans ook leuk. Zeker als ze zelf actief aan de slag mogen gaan en zichzelf kunnen uitdrukken. Daarom is het onderwijsvak Plastische Opvoeding ook een uitstekende keuze als bijkomende lesbevoegdheid voor leraren in het kleuter- of lager onderwijs.
Plastische opvoeding speelt een cruciale rol in de ontwikkeling van kinderen, met name in de vroege jeugd. Het helpt bij het ontwikkelen van creativiteit, inventiviteit, verbeelding, kritisch denken, meervoudig perspectief, en een veelheid aan waardevolle en evenwaardige oplossingen kunnen bedenken voor een probleem. Dit zijn belangrijke vaardigheden voor de 21ste eeuw, die niet alleen in een theoretische cursus kunnen worden geleerd, maar ook door projecten op school. Goede kunsteducatie draagt bij tot de ontwikkeling van deze vaardigheden. Het is belangrijk dat kinderen en jongeren zo vroeg mogelijk in contact komen met kunsten. Leerlingen vinden kunstzinnige activiteiten doorgaans ook leuk, vooral als ze zelf actief aan de slag mogen gaan en zichzelf kunnen uitdrukken. Daarom is het onderwijsvak Plastische Opvoeding ook een uitstekende keuze als bijkomende lesbevoegdheid voor leraren in het kleuter- of lager onderwijs.
Plastische opvoeding is een vak dat gericht is op het ontwikkelen van artistieke vaardigheden en creativiteit bij leerlingen, met name in het Vlaamse secundair onderwijs. Het wordt vaak afgekort met P.O. en staat op het lesrooster van het eerste leerjaar voor een lestijd per week. Het vak wordt meestal gegeven door een "regent plastische kunsten", maar ook anderen kunnen onderwijsbevoegdheid krijgen om het vak te mogen geven, zoals afgestudeerden van het kunstonderwijs die een aanvullende lerarenopleiding hebben gevolgd. De term "plastisch" is afgeleid van het Griekse "plasso", wat "uit leem kneden, vormen" betekent. Met plastische opvoeding wordt dus opvoeding in de vorm, de vormgeving, de kleur en de compositie bedoeld. Plasticiteit verwijst meestal naar ruimtelijkheid.
Plastische opvoeding is een expressievak dat werkt met de beeldtaal. De leerlingen leren bewuste vormgeving via de wereld van de kunsten. Het gaat er niet om om virtuositeit na te streven, of grote artiesten van de leerlingen te maken, maar wel om authenticiteit en creativiteit te herkennen en te waarderen. De leerlingen leren ook op een persoonlijke manier oplossingen voor problemen te vormgeven. De componenten van plastische opvoeding omvatten het maken van beeldende werkstukken, waarbij na het formuleren van een opdracht een divergerende fase, transformatiefase en convergerende fase worden doorlopen. In de divergerende fase wordt er zo ruim mogelijk opgesteld en geen enkele oplossing op voorhand uitsluit. In de transformatiefase wordt een beeldend vormgevingsproces doorlopen en deeloplossingen worden geconcipieerd. De beeld- en vormaspecten, technieken en materialen worden aangewend met gepaste inbreng van de kunstgeschiedenis. In de convergerende fase worden de deeloplossingen gecombineerd tot een oorspronkelijk product: het kunstwerk. Daarbij doet de leerling voortdurend aan peerevaluatie of collegiale toetsing en zelfevaluatie door gerichte vragen schriftelijk te beantwoorden.
Plastische opvoeding is een essentieel onderdeel van de kunst- en creatieve ontwikkeling van kinderen. Het helpt bij het ontwikkelen van creativiteit, inventiviteit, verbeelding, kritisch denken, meervoudig perspectief, en een veelheid aan waardevolle en evenwaardige oplossingen kunnen bedenken voor een probleem. Dit zijn belangrijke vaardigheden voor de 21ste eeuw die niemand leert in een theoretische cursus of door hier en daar een project op school. Goede kunsteducatie draagt bij tot de ontwikkeling van creativiteit, inventiviteit, verbeelding, kritisch denken, meervoudig perspectief, en een veelheid aan waardevolle en evenwaardige oplossingen kunnen bedenken voor een probleem. Dit zijn belangrijke vaardigheden voor de 21ste eeuw die niemand leert in een theoretische cursus of door hier en daar een project op school. Om die vaardigheden te verwerven is het belangrijk dat kinderen en jongeren zo vroeg mogelijk in contact komen met kunsten. Leerlingen vinden kunstzinnige activiteiten doorgaans ook leuk. Zeker als ze zelf actief aan de slag mogen gaan en zichzelf kunnen uitdrukken. Daarom is het onderwijsvak Plastische Opvoeding ook een uitstekende keuze als bijkomende lesbevoegdheid voor leraren in het kleuter- of lager onderwijs.
De leraar in de plastische opvoeding speelt een belangrijke rol in het ontwikkelen van de artistieke vaardigheden en creativiteit van leerlingen. De leraar moet een goed begrip hebben van de beeldtaal en moet in staat zijn om de leerlingen te begeleiden bij het ontwikkelen van hun creatieve vaardigheden. De leraar moet ook in staat zijn om de leerlingen te begeleiden bij het oplossen van problemen en het vormgeven van oplossingen. De leraar moet ook in staat zijn om de leerlingen te begeleiden bij het analyseren van kunstwerken en het omzetten van deze kunstwerken in begrijpbare taal voor jongeren. Daarnaast moet de leraar ook in staat zijn om de leerlingen te begeleiden bij het opzoeken en bespreken van kunstwerken, zodat ze kunnen leren hoe ze kunstwerken kunnen analyseren en omzetten in begrijpbare taal voor jongeren.
Plastische opvoeding heeft een belangrijke toekomst in het onderwijs. Het is een essentieel onderdeel van de kunst- en creatieve ontwikkeling van kinderen en kan helpen bij het ontwikkelen van creativiteit, inventiviteit, verbeelding, kritisch denken, meervoudig perspectief, en een veelheid aan waardevolle en evenwaardige oplossingen kunnen bedenken voor een probleem. Dit zijn belangrijke vaardigheden voor de 21ste eeuw. Daarnaast kan plastische opvoeding ook een uitstekende keuze zijn als bijkomende lesbevoegdheid voor leraren in het kleuter- of lager onderwijs. Het is belangrijk dat kinderen en jongeren zo vroeg mogelijk in contact komen met kunsten. Leerlingen vinden kunstzinnige activiteiten doorgaans ook leuk, vooral als ze zelf actief aan de slag mogen gaan en zichzelf kunnen uitdrukken. Daarom is het onderwijsvak Plastische Opvoeding ook een uitstekende keuze als bijkomende lesbevoegdheid voor leraren in het kleuter- of lager onderwijs.
Plastische opvoeding is een essentieel onderdeel van de kunst- en creatieve ontwikkeling van kinderen. Het helpt bij het ontwikkelen van creativiteit, inventiviteit, verbeelding, kritisch denken, meervoudig perspectief, en een veelheid aan waardevolle en evenwaardige oplossingen kunnen bedenken voor een probleem. Dit zijn belangrijke vaardigheden voor de 21ste eeuw. Daarnaast is plastische opvoeding ook een uitstekende keuze als bijkomende lesbevoegdheid voor leraren in het kleuter- of lager onderwijs. Het is belangrijk dat kinderen en jongeren zo vroeg mogelijk in contact komen met kunsten. Leerlingen vinden kunstzinnige activiteiten doorgaans ook leuk, vooral als ze zelf actief aan de slag mogen gaan en zichzelf kunnen uitdrukken. Daarom is het onderwijsvak Plastische Opvoeding ook een uitstekende keuze als bijkomende lesbevoegdheid voor leraren in het kleuter- of lager onderwijs.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet