Opvoeden in de praktijk: programma’s als spiegel van de werkelijkheid
juli 10, 2025
De opvoeding van kinderen is een complexe en voortdurend evoluerende taak. Als ouder is het belangrijk om een evenwicht te vinden tussen beschermend zijn en het stimuleren van zelfstandigheid. Volgens meerdere bronnen is het belangrijk dat ouders niet alleen hun kinderen opvoeden, maar ook hun eigen welzijn in de gaten houden. In dit artikel worden de kernprincipes van opvoeden besproken, met aandacht voor veiligheid, structuur, grenzen, en het belang van een positieve relatie tussen ouder en kind.
Ouderschap is meer dan het opvoeden van kinderen. Het is een onvoorwaardelijke en tijdloze verbintenis van een volwassene met zijn of haar kinderen. Het is een belangrijk deel van de identiteit, een manier van bestaan. Dit maakt ouderschap ook kwetsbaar: als het opvoeden van kinderen niet vanzelf gaat, kunnen ouders dat voelen als falen. Het opvoeden van kinderen is een hele klus. Het vraagt nogal wat van ouders om kinderen een veilige en warme basis te geven om gezond op te groeien. Ouders zijn primair verantwoordelijk voor de zorg, opvoeding en begeleiding van hun kinderen. Ook al willen alle ouders het beste doen voor hun kinderen, dat is niet altijd makkelijk en lukt sommige ouders niet alleen.
In deze context is het belangrijk dat ouders zich realiseren dat ze hun kinderen niet alleen hoeven op te voeden. Ze kunnen hulp en ondersteuning krijgen van hun informele netwerk en professionals. Het spreekwoord is niet voor niets: it takes a village to raise a child.
Een veilige en stimulerende omgeving is essentieel voor het opvoeden van kinderen. Dit betekent dat ouders moeten zorgen voor het lichamelijke en geestelijke welzijn van hun kind. Ze moeten het kind helpen om zijn of haar persoonlijkheid te ontwikkelen en moeten ervoor zorgen dat het kind niet mishandeld wordt. Ook moet de band van het kind met de andere ouder bevorderde worden.
Het is belangrijk dat ouders hun eigen welzijn in de gaten houden. Neem tijd voor jezelf, zorg voor rust en ontspanning. Dan ben je weer opgeladen om je kind op te voeden. Als je het kind op de eerste plaats zet, kies je niet tegen de ouder. Want het belang van het kind en het belang van de ouder lopen parallel. Als je zorg hebt voor de veiligheid van een kind, is dat ook in het belang van ouders. Want juist zij willen dat het hun kind goed gaat. Zo werk je samen met ouders.
Kinderen hebben structuur en duidelijkheid nodig. Dit helpt hen om zich veilig en zeker te voelen. In de ontwikkelingsfasen van kinderen is het belangrijk om duidelijke regels te stellen. Zo leren kinderen omgaan met regels en grenzen. Dit is ook van belang voor het opbouwen van een veilige band met de opvoeders.
In de fase van 0 tot 2 jaar is het belangrijk dat ouders passend reageren op de behoeften van hun kind. Ze moeten proberen aan te sluiten bij wat het kind nodig heeft. Als het kind ouder wordt, moeten ouders steeds meer grenzen stellen. Structuur en duidelijkheid zijn belangrijk voor het kind. Dan weet het kind waar het aan toe is. Dat geeft een veilig gevoel.
In de fase van 2 tot 4 jaar ontwikkelt het kind lichaamsbeheersing. Denk bijvoorbeeld aan het vastpakken van speelgoed, zitten, kruipen, enzovoort. Ook leert het kind omgaan met andere mensen. Het leert verschil te zien tussen de ouder en een vreemde. Ook leert het kind bewust te spelen met voorwerpen en te spelen naast andere kinderen. Het kind leert dat het een eigen persoon is, een individu.
Het opvoeden van kinderen is geen eenvoudige klus. Er zijn veel factoren die hierbij een rol spelen, waaronder het gedrag van de ouder, de omgeving, en de leefstijl van het gezin. Het is belangrijk dat ouders niet alleen hun kinderen opvoeden, maar ook hun eigen welzijn in de gaten houden.
Een belangrijk onderdeel van opvoeding is het geven van een positieve ondersteuning. Het belonen van gedrag vergroot de kans dat het kind dit gedrag vaker laat zien. Geef het kind bijvoorbeeld een complimentje wanneer het speelgoed heeft opgeruimd. Of moedig het kind aan bij het leren van nieuwe dingen.
Kinderen zijn net kleine aapjes. Ze doen ouders na. Niet alleen wanneer je je er bewust van bent, maar ook als je er geen erg in hebt. Bijvoorbeeld wanneer je door een rood stoplicht rijdt, voordringt bij de bakker of op je nagels bijt. In dit artikel meer over de (on)bevlogen voorbeeldfunctie van ouders.
Opvoeden is voorleven en heeft alles te maken met je voorbeeldfunctie als ouders. Je geeft je kinderen zowel terloops en bewust het goede voorbeeld, maar het gebeurt ook onbedoeld en onbewust. Bewust opvoeden en het goed voordoen draait onder andere om waarden en normen. Meestal zijn die gebaseerd op wat je zelf van huis uit hebt meegekregen en de ervaringen die je later hebt opgedaan. Krijg je kinderen? Dan geef je dat door. Wat je weet, hebt geleerd en wenselijk vindt. Dat doe je bewust voor.
Maar, daarnaast gebeurt opvoeden ook onbewust. Bijvoorbeeld wanneer je nog snel een groen stoplicht wilt halen en pardoes door rood rijdt. Gemakshalve even een stukje over de stoep rijdt omdat het net wat sneller is. Of wanneer je weer naar je smartphone grijpt als je een bliepje hoort. Het zit ‘m vaak ook in allerlei kleine dingetjes. Hoe je praat, je non-verbale communicatie, je eetgedrag et cetera.
Ook dat zien kinderen en kunnen zij als ‘normaal’ interpreteren en na gaan doen. Ze zien hun ouders als hun grote voorbeeld.
De opvoeding van kinderen verandert met de leeftijd. In de fase van 0 tot 2 jaar is het belangrijk dat ouders passend reageren op de behoeften van hun kind. Ze moeten proberen aan te sluiten bij wat het kind nodig heeft. Als het kind ouder wordt, moeten ouders steeds meer grenzen stellen. Structuur en duidelijkheid zijn belangrijk voor het kind. Dan weet het kind waar het aan toe is. Dat geeft een veilig gevoel.
In de fase van 2 tot 4 jaar ontwikkelt het kind lichaamsbeheersing. Denk bijvoorbeeld aan het vastpakken van speelgoed, zitten, kruipen, enzovoort. Ook leert het kind omgaan met andere mensen. Het leert verschil te zien tussen de ouder en een vreemde. Ook leert het kind bewust te spelen met voorwerpen en te spelen naast andere kinderen. Het kind leert dat het een eigen persoon is, een individu.
In de fase van 6 tot 12 jaar wordt het kind steeds zelfstandiger. Het kan emoties steeds beter herkennen en aanpassen. Het leert omgaan met bijvoorbeeld vervoer, geld en media. Schoolse vaardigheden ontwikkelen zich verder. Zo leert het kind lezen, schrijven en rekenen. Hoe ouder het kind wordt, hoe belangrijker de relatie met leeftijdsgenoten is. Het kind kan zich steeds beter in anderen verplaatsen. In deze fase blijft het belangrijk dat ouders het kind stimuleren om eigen keuzes te maken. Zo bevorder je de zelfstandigheid. Bied het kind de gelegenheid om met leeftijdsgenoten om te gaan. In deze fase kun je het kind leren hoe het met anderen omgaat. Dat het respectvol omgaat met verschillen tussen mensen, bijvoorbeeld op het gebied van cultuur, gewoonten, normen en waarden, sekse en gender.
In de fase van 12 tot 16 jaar is het belangrijk dat ouders het kind ondersteunen bij het verder ontwikkelen van de eigen identiteit. Geef het kind de ruimte om te experimenteren met het opbouwen van eigen normen en waarden. Ondanks dat het kind meer naar leeftijdsgenoten toetrekt, blijft de ouder een voorbeeld voor het kind.
Als ouders gevoel van falen kunnen ervaren, is het belangrijk dat ze hulp kunnen krijgen. Er zijn verschillende bronnen die hulp bieden bij opvoeding. Bijvoorbeeld het Centrum voor Jeugd en Gezin, waar ouders kunnen terecht voor steun of hulp bij opvoeden. Ook kunnen ouders terecht bij hun gemeente voor opvoedondersteuning.
Als je kind problemen heeft met het opvoeden, is het belangrijk om dit met professionals te bespreken. Er zijn verschillende opvoedmethoden die kunnen helpen bij het opvoeden van kinderen. Bijvoorbeeld Acomedido, een opvoedmethode die werkt volgens jeugdarts Rosanne van der Lugt. Ook is het belangrijk om te luisteren naar het kind en te praten over de ontwikkelingen.
Als je het kind op de eerste plaats zet, kies je niet tegen de ouder. Want het belang van het kind en het belang van de ouder lopen parallel. Als je zorg hebt voor de veiligheid van een kind, is dat ook in het belang van ouders. Want juist zij willen dat het hun kind goed gaat. Zo werk je samen met ouders.
Als je als professional ‘oudersensitief’ handelt, is het belangrijk dat je oog hebt voor de pijn dat zij niet de ouders kunnen zijn die zij willen zijn. Je moet hen respectvol, positief en belangstellend bejegen. Ouderschap is een onvoorwaardelijke en tijdloze verbintenis van een volwassene met zijn of haar kinderen. Het is een belangrijk deel van de identiteit, een manier van bestaan. Dit maakt ouderschap ook kwetsbaar: als het opvoeden van kinderen niet vanzelf gaat, kunnen ouders dat voelen als falen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet