Proactieve opvoeding: effecten en toepassing in de praktijk
juli 10, 2025
De opleiding tot opvoedster is een belangrijke stap voor wie zich wil richten op het onderwijzen en begeleiden van jonge kinderen. In de context van de Nederlandse opleidingsstructuur is de A2-opleiding een veelgebruikte basisopleiding voor wie zich wil richten op het werken in de kinderopvang, buitenschoolse opvang (BSO) en peuteropvang. Deze opleiding vormt de basis voor het werken als pedagogisch medewerker, en wordt vaak gevolgd na een voortgezet onderwijs (vmbo) of een entree-opleiding. In dit artikel worden de voorwaarden, opleidingsvormen, vereisten en andere relevante informatie over de A2-opleiding voor opvoeders uitgebreid besproken, gebaseerd op de beschikbare bronnen.
De A2-opleiding is een MBO-niveau 2 opleiding en duurt meestal 1,5 tot 2 jaar. De opleiding wordt meestal gevolgd via de BOL-opleiding (BeroepsOpleidende Leerweg), waarbij de student 5 dagen per week naar school gaat. Een alternatief is de BBL-opleiding (BeroepsBegeleidende Leerweg), waarbij de student naast zijn of haar baan een dag per week naar school gaat. De keuze tussen BOL en BBL hangt af van de persoonlijke situatie en de beschikbaarheid van een stageplek.
Voor toelating tot de A2-opleiding is het van belang dat de kandidaat een diploma heeft behaald op niveau vmbo-basisberoepsgerichte leerweg (BB) of een entree-opleiding. Daarnaast is het belangrijk dat de kandidaat een VOG (Verklaring Omtrent het Gedrag) heeft, omdat de opleiding te maken heeft met kwetsbare personen, waaronder kinderen. De VOG moet worden aangevraagd bij de gemeente waar de kandidaat woont.
Bij de A2-opleiding is het belangrijk om te weten dat niet alle diploma’s direct kwalificeren voor het werken als pedagogisch medewerker. Sommige diploma’s vallen onder categorie A2, waarbij aanvullend bewijs vereist is. Dit aanvullend bewijs kan worden behaald door een specifieke scholing te volgen, zoals beschreven op de website van de kinderopvangwereld. De diploma’s die onder categorie A2 vallen, zijn onder meer:
Voor deze diploma’s is aanvullend bewijs nodig, dat vaak wordt gegeven in de vorm van een opleiding op het gebied van pedagogisch werken of begeleiding. De specifieke eisen voor aanvullend bewijs zijn afhankelijk van de groep waarin het diploma valt. Zo is er voor groep 3 een bepaald aanvullend bewijs vereist, terwijl voor groep 1 andere eisen gelden.
De A2-opleiding is gericht op het werken met kinderen, ouders en andere betrokkenen in de kinderopvang. De opleiding leert de studenten hoe ze kinderen kunnen begeleiden, ondersteunen en onderwijzen. De vakken die worden gevolgd, omvatten onder andere:
Daarnaast worden er algemene vakken gegeven, zoals Nederlands, rekenen, burgerschap en loopbaanbegeleiding. Tijdens de opleiding kunnen keuzedelen worden gekozen, waarmee de studenten hun kennis en vaardigheden kunnen verdiepen of verbreden. Keuzedelen kunnen variëren per locatie en opleiding, en kunnen onder andere gericht zijn op doorstroom naar niveau 3, Engels, duurzaamheid, of bepaalde onderwerpen uit de kinderopvang.
Een belangrijk deel van de A2-opleiding is de praktijkervaring. Studenten lopen stage bij diverse organisaties, zoals kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang, of in de zorg. Tijdens de stage leren de studenten hoe ze met kinderen kunnen omgaan, hoe ze activiteiten kunnen organiseren en hoe ze samenwerking kunnen opbouwen met ouders en andere betrokkenen. De stage is een essentieel onderdeel van de opleiding, omdat de theorie hierin wordt toegepast.
Voor toelating tot de A2-opleiding is het belangrijk dat de kandidaat voldoet aan bepaalde voorwaarden. Daarnaast is het belangrijk dat de kandidaat een VOG heeft, omdat de opleiding te maken heeft met kwetsbare personen. Ook is het belangrijk dat de kandidaat een bepaalde mate van Engels beheerst, aangezien Engels een examenvak is in deze opleiding. De kandidaat moet minimaal B1-niveau voor lezen en luisteren en A2-niveau voor spreken, gesprekken en schrijven halen.
De kosten van de A2-opleiding variëren per school en opleiding. Voor BOL-opleidingen is het lesgeld voor schooljaar 2025-2026 € 1.458,-. Daarnaast zijn er eventuele aanvullende kosten voor boeken, leermiddelen en activiteiten. Voor jongeren jonger dan achttien jaar is er geen lesgeld, terwijl de kosten voor ouderen afhankelijk zijn van de opleiding die ze volgen. Voor studenten die in aanmerking komen voor studiefinanciering, is het belangrijk om dit op te vragen bij de betreffende school.
De A2-opleiding is gericht op praktijkgerichte opleidingen, waarbij de studenten veel ervaring opdoen in de praktijk. Er is een sterke samenwerking met werkgevers, zoals kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang, of andere zorginstellingen. De studenten lopen stage bij deze organisaties, waar ze onder begeleiding werken aan de praktijk. De opleiding streeft ernaar om de studenten te laten leren werken in een realistische omgeving, zodat ze direct na het afronden van de opleiding inzetbaar zijn.
De A2-opleiding voor opvoedsters is een belangrijke stap voor wie zich wil richten op het werken in de kinderopvang, buitenschoolse opvang en peuteropvang. De opleiding leert de studenten hoe ze kinderen kunnen begeleiden, ondersteunen en onderwijzen. De opleiding is gebaseerd op praktijkervaring en bevat een uitgebreid vakkenpakket, dat zowel theorie als praktijk omvat. De toelatingseisen zijn duidelijk gedefinieerd, en de opleiding biedt veel mogelijkheden voor doorstroom en verdere opleidingen. De A2-opleiding vormt een solide basis voor een loopbaan als pedagogisch medewerker, en is een belangrijke opleiding in de Nederlandse opleidingsstructuur.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet