Opvoeding van een Pronkrug: een uitdaging met veel liefde
juli 10, 2025
Het Opvoedings- en Ondersteuningsprogramma, ook wel bekend als Perspectief, is een methode die gericht is op het ondersteunen van kinderen en volwassenen met (zeer) ernstige verstandelijke en meervoudige beperkingen. De methode richt zich op het opbouwen van een relatie tussen de persoon met beperkingen en zijn omgeving, zodat hij of zij zich optimaal kan ontwikkelen. Het programma is ontwikkeld door Carla Vlaskamp en is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. Het is erkend door de Erkenningscommissie Gehandicaptenzorg en wordt als effectief beschouwd op basis van goede aanwijzingen.
Het programma is gericht op kinderen en volwassenen met (zeer) ernstige verstandelijke en meervoudige beperkingen. Hieronder vallen mensen met een geschat IQ van minder dan 25 punten en zeer ernstige motorische beperkingen. De methode is ook toepasbaar op mensen met een ernstige verstandelijke beperking en moeilijk verstaanbaar gedrag (EVB+). De doelgroep omvat zowel kinderen als volwassenen, en het programma is ontworpen om te werken met mensen die moeite hebben met het begrijpen van hun omgeving en hun wensen en behoeften duidelijk te maken.
Een van de kernprincipes van het programma is het opbouwen van een relatie tussen de persoon met beperkingen en de omgeving. Deze relatie is essentieel voor het begrijpen van het gedrag van de persoon en het vinden van passende ondersteuning. Ieder gedrag, hoe klein ook, kan een signaal zijn dat aangeeft wat de persoon wil. De taak van de ouders en zorgprofessionals is het begrijpen van deze signalen en het zoeken naar een passend antwoord. Een goede samenwerking tussen ouders, familie en zorgprofessionals is daarbij onmisbaar.
Het programma gaat uit van een systematische en methodische aanpak. De zorgprofessionals moeten een relatievisie hanteren en in staat zijn om een opvoedings- en ondersteuningsperspectief te formuleren. Daarnaast moeten ze beschikken over vaardigheden met betrekking tot het werken met doelen, activiteiten en evaluatiecriteria. De methode is gericht op het opbouwen van een langere termijnvisie door middel van hoofddoelen en werkdoelen op korte termijn. Deze werkdoelen zijn gericht op het onderzoeken en stimuleren van concrete stapjes in de ontwikkeling en worden geëvalueerd met de GAS (Goal Attainment Scale).
Bij het programma is de betrokkenheid van ouders van groot belang. De ouders worden nauw betrokken bij het opstellen van het persoonsbeeld, het kiezen van doelen en het evalueren van de voortgang. De methode stelt hen in staat om invloed te uitoefenen op wat er met hun kind of familielid gebeurt. De samenwerking tussen ouders, zorgprofessionals en andere disciplines is essentieel voor het succes van het programma.
Er is veel onderzoek gedaan naar de effectiviteit van het programma. De methode is erkend door de Erkenningscommissie Gehandicaptenzorg als effectief volgens goede aanwijzingen. Onderzoek wijst uit dat het werken met het programma leidt tot een betere interpretatie van het gedrag van de persoon met beperkingen door de zorgprofessional én een betere aansluiting van de ondersteuning aan de behoeften van de persoon. Dit wordt bereikt door de zorgprofessionals: - Een relationele visie te hanteren ten aanzien van de ondersteuning van mensen met ZEVMB. - In staat te zijn om een opvoedings- en ondersteuningsperspectief voor de persoon met ZEVMB te formuleren. - Beschikken over vaardigheden met betrekking tot systematisch en doelgericht werken. - Beter samen te werken, zowel binnen hun eigen discipline als met andere disciplines en ouders.
De methode is niet alleen toepasbaar op kinderen en volwassenen met (zeer) ernstige verstandelijke en meervoudige beperkingen, maar ook op mensen met een ernstige verstandelijke beperking en complex gedrag (EVB+). Voor deze groep kan het programma helpen bij het onderzoeken van de manier waarop gedrag beïnvloed kan worden. Met werkdoelen kunnen concrete stapjes in de ontwikkeling geëvalueerd en gestimuleerd worden.
Er zijn verschillende ondersteuningsinstrumenten en tools beschikbaar om het programma te begeleiden. Dit zijn onder andere de Inventarisatielijsten Kindkenmerken, de GedragsTaxatie-Instrument voor personen met ernstige meervoudige beperkingen en de Lijst voor het afstemmen van Activiteiten en Situaties op de mogelijkheden en voorkeuren van personen met ernstige meervoudige beperkingen. Deze instrumenten helpen bij het opstellen van een persoonsbeeld en het kiezen van passende doelen.
Het Opvoedings- en Ondersteuningsprogramma is een methode die gericht is op het ondersteunen van kinderen en volwassenen met (zeer) ernstige verstandelijke en meervoudige beperkingen. De methode richt zich op het opbouwen van een relatie tussen de persoon met beperkingen en zijn omgeving, zodat hij of zij zich optimaal kan ontwikkelen. Het programma is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en is erkend als effectief volgens goede aanwijzingen. De betrokkenheid van ouders en de samenwerking tussen zorgprofessionals zijn essentieel voor het succes van het programma. De methode is ook toepasbaar op mensen met een ernstige verstandelijke beperking en complex gedrag (EVB+), en biedt hierin mogelijkheden om doelgericht te werken aan de ontwikkeling van de persoon.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet