Ouders en opvoeders graag zien: Een betrouwbare opvoedingsstrategie
juli 10, 2025
De opvoeding van kinderen is een complex proces dat zowel op psychologisch als sociaal vlak van invloed is op het functioneren van het gezin. In de praktijk van jeugd- en opvoedhulp wordt vaak gebruikgemaakt van vragenlijsten om het functioneren van ouders en het gezin in kaart te brengen. Deze vragenlijsten helpen bij het bepalen van de kwaliteit van de opvoeding, het functioneren van het gezin en eventuele risico’s op problemen. In dit artikel worden verschillende bekende vragenlijsten besproken, zoals de Vragenlijst Ouders over Opvoeding (VOOO), de Gezinsvragenlijst (GVL), de Vragenlijst Gezinsfunctioneren voor Ouders (VGFO), de Opvoedingsbelasting Vragenlijst (OBVL), en de PABI (Parental Behavior Inventory). De focus ligt op de toepasbaarheid, structuur en betrouwbaarheid van deze instrumenten.
De opvoeding van kinderen is een cruciale taak van ouders. De vragenlijsten die in de praktijk worden gebruikt, dienen als hulpmiddel om de mate van betrokkenheid, de kwaliteit van de communicatie en het functioneren van het gezin in kaart te brengen. De focus ligt hierbij op zowel de positieve als de negatieve aspecten van het opvoedgedrag. Door middel van vragenlijsten kunnen hulpverleners en onderwijsprofessionals inzicht krijgen in het gedrag van ouders, de betrekkingen tussen ouders en kinderen, en de omgeving waarin het gezin zich bevindt.
De Vragenlijst Ouders over Opvoeding (VOOO) is een veelgebruikte tool die in kaart brengt welke inzet een ouder levert ten aanzien van de opvoeding van een bepaald kind. De VOOO is geschikt voor ouders van kinderen van 0 tot 17 jaar en wordt zowel digitaal als op papier ingevuld. De vragenlijst is niet-confronterend geformuleerd, waardoor ouders zich comfortabel voelen bij het invullen. De resultaten van de VOOO worden gebruikt om een beeld te vormen van het verloop van de opvoeding en om eventuele moeilijkheden in te schatten.
Vragenlijsten zoals de GVL (Gezinsvragenlijst) en de VGFO (Vragenlijst Gezinsfunctioneren voor Ouders) worden vaak gebruikt in de jeugd- en opvoedhulp om het functioneren van het gezin in kaart te brengen. De GVL meet de kwaliteit van de gezins- en opvoedingsomstandigheden en is gericht op de relaties tussen ouders en kind, tussen ouders onderling, en tussen het gezin en de omgeving. De vragenlijst bestaat uit 45 vragen en is onderverdeeld in vijf schalen: responsiviteit, communicatie, organisatie, partnerrelatie en sociaal netwerk. De GVL helpt bij het bepalen van risicovolle situaties en biedt aanknopingspunten voor gezinsinterventies.
De VGFO is gericht op het functioneren van ouders binnen het gezin. De vragenlijst meet de mate waarin ouders in staat zijn om hun kinderen te ondersteunen en te begeleiden. De VGFO wordt ingevuld door ouders en bestaat uit 28 items verdeeld over vijf schalen: basiszorg, opvoeding, sociale contacten, jeugdbeleving en partnerrelatie. De schalen geven inzicht in het functioneren van het gezin en de problemen die ouders ervaren. De VGFO is geschikt voor ouders van kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar.
De Opvoedingsbelasting Vragenlijst (OBVL) meet de opvoedingsbelasting die ouders ervaren in de opvoeding van hun kind(eren). De OBVL maakt deel uit van een bredere set aan vragenlijsten, de VG&O (Vragenlijsten Gezin & Opvoeding), die ook Gezinsfunctioneren (VGFO), Ouderlijk gedrag (VSOG) en Meegemaakte gebeurtenissen (VMG) in kaart brengen. De OBVL wordt vaak gebruikt in de jeugd- en opvoedhulp om de belasting van ouders in kaart te brengen en eventuele problemen in de opvoeding te signaleren. De verkorte versie, de OBVL-K, beperkt zich tot de subschalen problemen opvoeder-kindrelatie, problemen met opvoeden en depressieve stemmingen.
De PABI (Parental Behavior Inventory) is een andere veelgebruikte vragenlijst die het opvoedgedrag van ouders in kaart brengt. De PABI is ontwikkeld voor het gebruik in instellingen die gericht zijn op preventie, ondersteuning, hulp en zorg aan ouders en kinderen bij opvoedings- en psychische problemen. De vragenlijst meet de mate waarin verschillende soorten opvoedgedragingen meer of minder voorkomen bij ouders van kinderen en jongeren met een vergelijkbare leeftijd. De PABI bestaat uit 105 items en is onderverdeeld in drie adaptieve domeinen (Warmte, Structuur, Autonomie) en drie maladaptieve domeinen (Vijandigheid, Dwang, Overbescherming). De PABI helpt bij het bepalen van het opvoedgedrag van ouders en biedt aanknopingspunten voor interventies.
De betrouwbaarheid en validiteit van vragenlijsten zijn van groot belang voor de betrouwbaarheid van de resultaten. De VOOO heeft een hoge betrouwbaarheid en de validiteit is empirisch ondersteund. De OBVL heeft ook een goede betrouwbaarheid en de begripsvaliditeit wordt empirisch ondersteund. De GVL en de VGFO zijn ook betrouwbare instrumenten, die in de praktijk vaak worden gebruikt. De PABI is een veelgebruikte vragenlijst, die zowel door ouders als door kinderen kan worden ingevuld. De betrouwbaarheid en validiteit van de PABI zijn goed onderzocht.
De vragenlijsten zijn geschikt voor verschillende doelgroepen, waaronder ouders, onderwijsprofessionals, psychologen, maatschappelijk werkers en andere hulpverleners. De GVL en de VGFO zijn toepasbaar in de jeugdzorg, jeugd-ggz, onderwijs en speciaal onderwijs. De PABI wordt vaak gebruikt in de klinische praktijk en kan worden ingezet bij screening en diagnostisch onderzoek. De OBVL en de VG&O zijn ook toepasbaar in de jeugd- en opvoedhulp. De vragenlijsten kunnen zowel digitaal als op papier worden ingevuld, en zijn geschikt voor verschillende leeftijdscategorieën.
De opvoeding van kinderen is een complex proces dat zowel op psychologisch als sociaal vlak van invloed is op het functioneren van het gezin. Vragenlijsten zoals de VOOO, de GVL, de VGFO, de OBVL en de PABI helpen bij het bepalen van de kwaliteit van de opvoeding, het functioneren van het gezin en eventuele risico’s op problemen. Deze instrumenten zijn betrouwbaar en geschikt voor verschillende doelgroepen. De vragenlijsten bieden aanknopingspunten voor interventies en helpen bij het opstellen van effectieve opvoedingsstrategieën. Door gebruik te maken van deze vragenlijsten kunnen ouders, onderwijsprofessionals en hulpverleners inzicht krijgen in het gedrag van ouders, de betrekkingen tussen ouders en kinderen, en de omgeving waarin het gezin zich bevindt.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet