Pedagogische visie: Opvoeden en begeleiden van kinderen in groepen
juli 10, 2025
Merels zijn een veelvoorkomende vogelsoort in Nederland en spelen een belangrijke rol in de ecologie van onze tuinen en parken. Ze zijn echter kwetsbaar, vooral tijdens de jonge levensfase. In dit artikel wordt ingegaan op de opvoeding van merels, de voedingsbehoeften, het broedseizoen en maatregelen om deze vogels te beschermen. De informatie is gebaseerd op de beschikbare gegevens uit de bronnen.
De opvoeding van merels begint met het broedseizoen, dat meestal in maart begint en tot in augustus loopt. Merels kunnen meerdere broedsels per jaar hebben, meestal twee tot drie, afhankelijk van de omstandigheden en voedselbeschikbaarheid. Tijdens het broedseizoen is het belangrijk om de natuurlijke omgeving te respecteren en te zorgen voor een veilige plek voor het nest.
Het nest van de merel wordt meestal op een veilige plek gebouwd, zoals in dichte struiken, klimop, of zelfs in menselijke constructies zoals schuren of bloempotten. Het nest wordt voornamelijk door het vrouwtje gebouwd en bestaat uit een stevige kom van gras, twijgjes en bladeren, verstevigd met modder en gevoerd met fijn materiaal. Een merelnest bevat meestal 3 tot 5 eieren, die lichtblauw of groenachtig zijn met roodbruine vlekjes.
De broedtijd is kort: na ongeveer 12 tot 15 dagen kruipen de kuikens al uit het ei. De ouders vlechten een keurig nestje van takjes in elkaar en werken het af met modder en gras. De kuikens zijn meestal nog zonder veren en hebben dus veel zorg nodig van de ouders. De merel is echter niet alleen verantwoordelijk voor het broeden, maar ook voor het voeden van de jongen.
De voeding van merels is veelzijdig. Ze zijn gek op wormen, torren en slakken, waar ze op beschutte plekken naar zoeken. Ook op het gazon hippen ze graag rond om regenwormen te vangen. Is het erg droog? Beregen het gazon dan regelmatig zodat de merel makkelijker beet krijgt.
Wat betreft planten eten ze onder andere krenten, rozijnen, fruit en broodkruimels. Om de merelpopulatie weer te vergroten, heeft de Vogelbescherming een paar tips bedacht. Leg bijvoorbeeld regelmatig appels en peren op een lage voertafel neer waar merels van kunnen eten. En met het aanplanten van besdragende bomen en heesters – ze eten praktisch alle soorten bessen – zorg je ook ’s winters voor een voedselvoorraad voor merels. Denk aan vuurdoorns, meidoorns en lijsterbessen.
Bij het voeden van merels is het belangrijk om te zorgen voor een gevarieerd dieet, vooral in de broedperiode wanneer ze hun jongen moeten voeden. Het aanbieden van het juiste vogelvoer in je tuin kan een groot verschil maken voor jonge merels die nog niet goed in staat zijn om zelf hun voedsel te vinden. Merels eten van natuurlijk veel insecten, wormen en fruit, maar je kunt ze ook helpen door aanvullend voer aan te bieden, zoals gedroogde meelwormen, zonnebloempitten en vetbollen. Deze voedingsmiddelen zijn rijk aan energie en helpen jonge merels om snel te groeien en sterker te worden.
Het beschermen van merels is belangrijk, vooral tijdens het broedseizoen. Het gebruik van pesticiden kan schadelijk zijn voor merels en hun voedselbronnen, dus kies waar mogelijk voor natuurlijke alternatieven of biologische bestrijdingsmethoden. Het aanbieden van nestgelegenheid kan ook helpen, hoewel merels zelden in nestkasten broeden. Het laten groeien van dichte struiken of klimplanten tegen muren of schuttingen biedt geschikte plekken voor hun nesten.
Om merels te beschermen, is het belangrijk om katten binnen te houden, vooral tijdens het broedseizoen, aangezien zij een van de grootste bedreigingen voor jonge merels zijn. Tijdens tuinwerkzaamheden, zoals het snoeien van heggen of kappen van bomen, is het cruciaal om goed te controleren op nesten, vooral in het broedseizoen. Probeer grote tuinwerkzaamheden uit te stellen tot na het broedseizoen om jonge merels niet in gevaar te brengen.
Het is niet ongewoon om in het late voorjaar of de vroege zomer jonge merels op de grond aan te treffen. Hier volgen enkele tips over hoe te handelen in zo’n situatie:
Observeer eerst: Als je een jonge merel op de grond ziet, observeer de situatie eerst van een afstand. Vaak zijn de ouders in de buurt en zullen ze het jong blijven voeden en beschermen.
Laat het jong met rust: In de meeste gevallen is het beste wat je kunt doen niets doen. Jonge merels op de grond zijn meestal geen weesvogels, maar doorlopen een normale fase in hun ontwikkeling.
Alleen ingrijpen bij direct gevaar: Als het jong zich in een gevaarlijke situatie bevindt (bijvoorbeeld op een weg of in het bereik van huisdieren), kun je het voorzichtig verplaatsen naar een veiligere plek in de directe omgeving.
Controleer op verwondingen: Als het jong er ziek of gewond uitziet (bijvoorbeeld als het niet alert is, een hangende vleugel heeft, of zichtbare verwondingen), neem dan contact op met een lokale dierenambulance of vogelopvang voor advies.
Terugplaatsen in het nest: Als je zeker weet dat een zeer jong merelkuiken (nog zonder veren) uit het nest is gevallen, en je kunt het nest lokaliseren, mag je het voorzichtig terugplaatsen. Merels zullen hun jong niet afwijzen vanwege menselijke geur.
Merels zijn fascinerende vogels die een belangrijke rol spelen in onze tuinen en parken. Door meer te begrijpen over hun levenscyclus, vooral de kwetsbare periode van jonge merels, kunnen we beter inspelen op hun behoeften en hen helpen floreren in onze omgeving.
Het is belangrijk om te onthouden dat, hoewel we vaak de neiging hebben om in te grijpen wanneer we jonge vogels zien, de natuur meestal haar eigen weg vindt. In de meeste gevallen is het beste wat we kunnen doen voor jonge merels om hen met rust te laten en hun natuurlijke ontwikkeling te respecteren.
Door onze tuinen en leefomgeving vogelvriendelijker te maken, kunnen we niet alleen merels helpen, maar dragen we bij aan de biodiversiteit en creëren we een rijkere, meer diverse natuurlijke omgeving. Het observeren van merels en hun jongen kan een bron van vreugde en verwondering zijn, en ons helpen om een diepere verbinding met de natuur om ons heen te ontwikkelen.
Onthoud: bij twijfel over de gezondheid of veiligheid van een jonge merel, of als je een gewonde vogel aantreft, neem dan altijd contact op met een lokale dierenambulance of vogelopvang voor professioneel advies en hulp. Samen kunnen we ervoor zorgen dat deze prachtige vogels blijven gedijen in onze tuinen en parken voor vele generaties om van te genieten.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet