Plastische opvoeding: betekenis, toepassing en invloed op de ontwikkeling van kinderen
juli 10, 2025
In de afgelopen jaren is er veel aandacht geweest voor het gedrag van jongeren met een Marokkaanse achtergrond. De vraag of dit gedrag het gevolg is van de opvoeding of andere factoren, is veelbesproken onder onderzoekers, ouders en educatoren. De bronnen tonen aan dat er sprake is van een complexe situatie, waarin zowel culturele als maatschappelijke factoren een rol spelen. In dit artikel worden de opvoedingspraktijken van Marokkaanse ouders, het verband met gedragsproblemen en mogelijke oplossingen besproken, op basis van de beschikbare gegevens.
Uit meerdere bronnen blijkt dat Marokkaanse ouders vaak een andere opvoedingsstijl hanteren dan Nederlandse ouders. Volgens onderzoek van Pels (1994) en Verrips (1993) is er sprake van een onderscheid tussen de ‘Oost’ en ‘West’-opvoeding. De ‘Oost’-opvoeding, zoals die in Marokkaanse gezinnen wordt gevolgd, kenmerkt zich door conformisme, autoriteit, respect, gehoorzaamheid, afremmen, straffen, slaan en dreigen. In tegenstelling tot de ‘West’-opvoeding, die meer gericht is op zelfstandigheid, autonomie, onderhandeling en emotionele band, is de Marokkaanse opvoeding vaak strenger en autoritair. Dit verschijnsel wordt ook wel als ‘bevelshuishouding’ genoemd.
In de bronnen wordt aangegeven dat het gedrag van Marokkaanse jongeren in Nederland vaak wordt geassocieerd met de opvoeding. Volgens Werdmölder (1993) is de oververtegenwoordiging van Marokkaanse jongeren in de criminele wereld onder meer het gevolg van een ‘coercive behaviour’ – dwingend gedrag dat de jongeren thuis oppikken bij gebrek aan echte opvoeding. Ook blijkt uit onderzoek dat een te weinig toegeeflijkheid gepaard gaat met te weinig straf, leidt tot een evenwichtige ontwikkeling van het kind, terwijl een te veel aan toegeeflijkheid en straf negatief werkt op de affectieve ontwikkeling en agressiviteit. Het Marokkaanse opvoedingspatroon is dus vaak het tweede geval, wat negatieve gevolgen kan hebben voor het gedrag van kinderen.
De bronnen laten zien dat Marokkaanse jongeren vaker in het criminele circuit terechtkomen dan Nederlandse jongeren. In de jaren negentig waren Marokkaanse jongeren 5,6 keer relatief meer veroordeeld voor delicten dan Nederlandse jongeren. Dit is echter vertekend, aangezien de cijfers uitgaan van wie betrapt wordt. Marokkanen krijgen meer aandacht van de politie, omdat zij eerder worden verdacht, dankzij het negatieve beeld dat over hen bestaat. De werkelijke mate van ontsporing is dus onbekend.
Deze situatie wordt ook beïnvloed door de opvoedingsstijl. Volgens Jonkers (1993) is het onderscheid tussen ‘Oost’ en ‘West’ een mythe, aangezien opvoeding in zowel Nederland als Marokko dynamisch is. Toch blijkt uit onderzoek dat de opvoeding in Marokkaanse gezinnen vaak minder open staat voor onderhandeling en meer gericht is op autoriteit. Dit kan leiden tot agressief gedrag bij jongens, die hun vaders imiteren. Volgens Ahmed Marcouch (2004) is het agressieve gedrag van jongens met een Marokkaanse achtergrond mede te wijten aan hun opvoeding. De vaders zijn vaak afwezig of kunnen niet goed omgaan met hun zonen, waardoor de jongeren dit gedrag kopiëren.
De rol van ouders bij het opvoedingsproces is in de bronnen duidelijk aanwezig. Het project “Opvoeden in Nederland doe je zo!” is een voorbeeld van hoe Marokkaanse ouders gesteund kunnen worden bij hun opvoedingsproblemen. Het project richt zich op het versterken van de zelfredzaamheid van Marokkaanse ouders en hun gemeenschap. Hierbij wordt een opvoedingscursus aangeboden, waarin ouders leren met hun kinderen om te gaan, zoals belonen, straffen, verbieden en negeren. Daarnaast worden cursisten getraind om de opvoedingscursus verder te verspreiden.
De cursus wordt aangeboden aan zowel vaders als moeders. Volgens de bronnen zijn vaders meer geïnteresseerd in het leren van de verwachtingen van de maatschappij, terwijl moeders meer aandacht hebben voor praktische vaardigheden zoals het spelen met hun kind. De cursus is opgebouwd uit tien bijeenkomsten, waarin onderwerpen als ‘leven in Marokko en Nederland’, ‘gezag en respect’, ‘straffen en belonen’ en ‘mogelijkheden van jeugdhulpverlening’ aan bod komen.
Bij dit project is ook een inloopspreekuur voor opvoedingsvragen opgezet, waarin ouders advies kunnen krijgen van kinderpsychologen van Marokkaanse afkomst. In twaalf gevallen zijn ouders begeleid bij het voeren van gesprekken met school, en in zeven gevallen is de psycholoog de ouders begeleid bij de toeleiding naar (lichte) jeugdhulpverlening. Dit laat zien dat de opvoedingsproblemen van Marokkaanse jongeren vaak gericht kunnen worden door ondersteuning vanuit de gemeenschap.
Naast de opvoedingspraktijken spelen ook maatschappelijke factoren een rol bij het gedrag van Marokkaanse jongeren. In de bronnen wordt aangegeven dat de oververtegenwoordiging van Marokkaanse jongeren in het criminele circuit ook te wijten is aan het negatieve beeld dat over hen bestaat. Volgens Werdmölder (1993) is het beeld van Marokkaanse jongeren als ‘problematic’ een voorbeeld van stereotypen. Deze stereotypen kunnen leiden tot afkeer van de gevestigde Nederlanders, wat weer kan resulteren in agressief gedrag.
Daarnaast is er sprake van een toename van criminaliteit onder tweede en derde generatie Marokkaanse jongeren. Dit komt door de ongelijke machtsrelaties tussen gevestigde en buitenstaanders. Volgens de bronnen is het gedrag van deze jongeren afhankelijk van de fase van het emancipatieproces waarin zij zich bevinden. Ze kunnen apathisch of normloos gedragen, afhankelijk van de omstandigheden.
De invloed van de opvoeding op het schoolgedrag van Marokkaanse jongeren is ook duidelijk in de bronnen. Uit onderzoek blijkt dat Marokkaanse leerlingen vaker in conflict raken met hun leraren dan Nederlandse leerlingen. Ook zijn er meer problemen met schoolverzuim en schooluitval. Dit kan voorkomen door de verschillen in opvoedingspraktijken, maar ook door sociaal-economische factoren. Kinderen die uit gezinnen komen met een lage inkomensniveau, kunnen hun ouders niet goed ondersteunen bij het schoolwerk, wat leidt tot achterstand op school.
Daarnaast is het moeilijk om de opvoeding van Marokkaanse ouders te beoordelen, aangezien veel ouders de westerse psychologische concepten niet kennen. Volgens Verhulp (2006) zijn Marokkaanse ouders vaak minder geneigd om emotionele problemen bij hun kinderen te herkennen. Dit kan leiden tot een tekort aan ondersteuning vanuit de gezinsomgeving, wat op school problemen kan veroorzaken.
De opvoeding van Marokkaanse jongeren is een complex onderwerp, waarin zowel culturele als maatschappelijke factoren een rol spelen. De bronnen tonen aan dat de opvoedingspraktijken van Marokkaanse ouders vaak verschillen van die van Nederlandse ouders, met name in termen van autoriteit en onderhandeling. Deze verschillen kunnen leiden tot agressief gedrag bij jongens, die hun vaders imiteren. Daarnaast is het negatieve beeld over Marokkaanse jongeren een factor in hun criminele gedrag.
Het project “Opvoeden in Nederland doe je zo!” is een voorbeeld van hoe Marokkaanse ouders gesteund kunnen worden bij hun opvoedingsproblemen. Door cursussen aan te bieden en ondersteuning te geven, kan de samenleving bijdrragen aan het verminderen van deviante jongeren. Daarnaast is het belangrijk om de maatschappelijke factoren te bekijken, zoals het ongelijke machtsvermogen en het negatieve beeld over Marokkaanse jongeren. Door deze factoren te herkennen en te veranderen, kan het gedrag van jongeren beter worden beïnvloed.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet