Opvoeding tegenwoordig: Wat is er anders dan vroeger?
juli 10, 2025
De Verlichting, een periode van grote intellectuele en morele veranderingen in Europa, had ook een diepe invloed op de opvoeding van kinderen. Tijdens de achttiende eeuw begonnen filosofen, schrijvers en pedagogen te denken over hoe kinderen het beste konden worden opgevoed. De opvoeding werd gezien als een proces waarin kinderen niet alleen kennis kregen, maar ook hun morele en emotionele ontwikkeling kregen ondersteund. Dit artikel bespreekt de opvoeding in de Verlichting, met aandacht voor de visie van filosofen zoals Rousseau, de rol van het onderwijs, en de invloed van de Verlichting op de opvoeding van kinderen.
De Verlichting was een beweging die zich richtte op kennis, rationele gedachte en het vertrouwen in de mens. De gedachtegang van de Verlichting was dat de mens zelf verantwoordelijk was voor zijn geluk, in plaats van God. Dit had ook gevolgen voor de opvoeding van kinderen. In plaats van dat kinderen alleen werden opgevoed om gehoorzaam te zijn, werd er meer aandacht besteed aan hun persoonlijke ontwikkeling en het ontwikkelen van hun eigen verstand.
Een belangrijk kenmerk van de Verlichting was de kijk op kinderen als onbeschreven bladen. Dit betekende dat kinderen volgens de Verlichting volledig onwetend waren en dat hun opvoeding hen hielp om zich te ontwikkelen tot een goed en eerlijk mens. Dit idee was een omkering van de vroegere opvattingen, waarin kinderen vaak werden gezien als kleine volwassenen die meteen moesten worden opgevoed om te werken en te gehoorzamen.
Een van de belangrijkste filosofen in de Verlichting was Jean-Jacques Rousseau. Zijn boek Emile (1762) had een grote invloed op de opvoeding van kinderen. Rousseau pleitte voor een natuurlijke opvoeding, waarbij kinderen leren door ervaring en interactie met de wereld om hen heen. Hij geloofde dat kinderen op een natuurlijke manier konden groeien, zonder beperkingen of bevelen.
Rousseau stelde voor dat kinderen niet opgesloten moesten worden in een strikt onderwijsprogramma, maar dat ze moesten leren door te spelen, te experimenteren en hun eigen ervaringen te maken. Hij benadrukte dat kinderen hun eigen ritme moesten volgen en dat hun lichaam en geest op een natuurlijke manier moesten ontwikkelen.
De visie van Rousseau had een grote invloed op de opvoeding van kinderen in de Verlichting. Hij gaf een nieuwe richting aan de opvoeding, waarin het belang lag op het ontwikkelen van de persoonlijke krachten van het kind, in plaats van op het leren van feiten en regels.
Tijdens de Verlichting werd onderwijs steeds belangrijker. Voorheen was onderwijs vaak alleen beschikbaar voor de elite, maar in deze periode kwam er een groeiende aandacht voor de opvoeding van alle kinderen. Nieuwe onderwijsmethoden werden ontwikkeld, waarbij de nadruk lag op kritisch denken en zelfstandigheid. Scholen begonnen te focussen op vakken zoals natuurkunde, wiskunde en geschiedenis, waar kinderen niet alleen feiten leerden, maar ook leerden hoe ze informatie konden analyseren en interpreteren.
De Verlichting bracht ook een verandering in de manier waarop kinderen werden onderwezen. De nadruk lag op het leren door te experimenteren en te denken, in plaats van op het leren van feiten uit het hoofd. Dit had gevolgen voor de opvoeding, omdat kinderen werden opgeleid om kritisch na te denken, in plaats van te luisteren naar de instructies van hun ouders of leraars.
De Verlichting had ook gevolgen voor de opvoeding van kinderen in de praktijk. Er werd steeds vaker gekeken naar de manier waarop kinderen konden groeien en zich ontwikkelen, in plaats van alleen op hun gedrag. Dit betekende dat ouders en opvoeders zich meer zorgen maakten over de mentale en emotionele ontwikkeling van hun kinderen, in plaats van alleen op hun gedrag en hun kennis.
De Verlichting bracht ook een nieuw soort opvoedingsfilosofie met zich mee. De nadruk lag op het geven van ruimte aan kinderen, zodat ze hun eigen keuzes konden maken en hun eigen ervaringen konden leren. Dit had gevolgen voor de opvoeding, omdat kinderen niet meer alleen werden bevolen, maar ook werden gestimuleerd om zelf te denken en te kiezen.
Filosofen en schrijvers speelden een cruciale rol tijdens de Verlichting. Hun ideeën over vrijheid, gelijkheid en onderwijs inspireerden veel mensen, inclusief ouders en opvoeders. Rousseau, bijvoorbeeld, pleitte voor een natuurlijke opvoeding, waarbij kinderen leren door ervaring en interactie met de wereld om hen heen. Dit had een groot effect op hoe kinderen werden opgevoed en onderwezen, met een focus op hun emotionele en sociale ontwikkeling.
Ook andere filosofen zoals John Locke en Voltaire hadden invloed op de opvoeding van kinderen. Locke pleitte voor het spelenderwijs leren en het vermijden van fysieke straf. Voltaire benadrukte het belang van kritisch denken en het leren omgaan met kennis en informatie.
Tijdens de Verlichting werd er ook aandacht besteed aan de opvoeding van meisjes. Vroeger werd de opvoeding van meisjes vaak beperkt tot het leren van huishouden en het opvoeden van kinderen. Tijdens de Verlichting begon men te denken aan een gelijkwaardige opvoeding voor meisjes, waarin ze ook konden leren om te denken en te analyseren.
De Verlichting bracht een verandering met zich mee in de opvoeding van meisjes, waarin ze ook toegang kregen tot onderwijs en kennis. Dit had gevolgen voor de opvoeding, omdat meisjes nu ook konden leren om te denken en te werken, in plaats van alleen te worden opgevoed om te trouwen en kinderen te krijgen.
De Verlichting had ook invloed op de manier waarop kinderen in de praktijk werden opgevoed. Er werd steeds vaker gekeken naar de manier waarop kinderen konden groeien en zich ontwikkelen, in plaats van alleen op hun gedrag. Dit betekende dat ouders en opvoeders zich meer zorgen maakten over de mentale en emotionele ontwikkeling van hun kinderen, in plaats van alleen op hun gedrag en hun kennis.
De Verlichting bracht ook een nieuw soort opvoedingsfilosofie met zich mee. De nadruk lag op het geven van ruimte aan kinderen, zodat ze hun eigen keuzes konden maken en hun eigen ervaringen konden leren. Dit had gevolgen voor de opvoeding, omdat kinderen niet meer alleen werden bevolen, maar ook werden gestimuleerd om zelf te denken en te kiezen.
De Verlichting had een diepe invloed op de opvoeding van kinderen. Tijdens deze periode begonnen filosofen, schrijvers en pedagogen te denken over hoe kinderen het beste konden worden opgevoed. De opvoeding werd gezien als een proces waarin kinderen niet alleen kennis kregen, maar ook hun morele en emotionele ontwikkeling kregen ondersteund. De visie van filosofen zoals Rousseau had een grote invloed op de opvoeding van kinderen, waarin het belang lag op het ontwikkelen van de persoonlijke krachten van het kind, in plaats van op het leren van feiten en regels. De Verlichting bracht ook een nieuw soort opvoedingsfilosofie met zich mee, waarin de nadruk lag op het geven van ruimte aan kinderen, zodat ze hun eigen keuzes konden maken en hun eigen ervaringen konden leren.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet