Pedagogische ondersteuning thuis: hoe je kinderen effectief kunt begeleiden
juli 10, 2025
In de huidige onderwijspraktijk speelt externaliserend probleemgedrag een belangrijke rol bij het bepalen van de klasdynamiek en de leerresultaten van leerlingen. Dit gedrag wordt gekenmerkt door gedrag dat gericht is op de omgeving, zoals agressie, ongeoorloofde acties, of het overtreden van regels. Volgens verschillende bronnen is duidelijk dat externaliserend gedrag zowel de leerling zelf als klasgenoten kan beïnvloeden. De invloed van dit gedrag op het leerproces en de opvoeding van kinderen is daarom van groot belang voor ouders, onderwijskundigen en andere betrokkenen.
Externaliserend probleemgedrag is een term die vaak wordt gebruikt in het onderwijs om gedrag te beschrijven dat gericht is op de omgeving. Dit kan zijn: schelden, agressie, het afpakken van spullen van klasgenoten, brutale gedragingen naar de leerkracht, of het overtreden van regels. Daarnaast kan het ook gaan om veel beweeglijkheid en het continu praten tijdens de les. Deze vorm van gedrag kan zowel in de klas als op andere plekken voorkomen, zoals op het schoolplein, thuis of op de middelbare school. Het verschijnt in verschillende vormen en kan van invloed zijn op de leerling zelf, maar ook op de klasgenoten.
Er is een duidelijke relatie tussen externaliserend gedrag van leerlingen en het gedrag van klasgenoten. Hoe meer leerlingen met externaliserend gedrag er in een klas zitten, hoe groter de kans dat klasgenoten zelf ook dergelijk probleemgedrag gaan vertonen. Dit kan zowel externaliserend als internaliserend gedrag zijn. Internaliserend gedrag is gedrag dat niet direct zichtbaar is, zoals sociaal terugtrekken, depressie en angst. De invloed van externaliserend gedrag is dus niet alleen beperkt tot de leerling zelf, maar kan ook uitstralen naar anderen in de klas.
Het aantal leerlingen met externaliserend gedrag heeft meer invloed dan de ernst van het gedrag. Het risico op de ontwikkeling van agressief gedrag is het grootst voor jongens die lange tijd in een klas zitten met veel klasgenoten met agressief gedrag én zelf ook neigingen hebben tot agressie. Dit suggereert dat externe factoren, zoals de samenleving en de klasomgeving, een rol spelen bij het ontwikkelen van dit gedrag.
Er zijn verschillende mogelijke oorzaken van externaliserend gedrag. Een van de belangrijkste is imitatie en bekrachtiging. Leerlingen die veel contact hebben met klasgenoten met externaliserend gedrag, kunnen dit gedrag imiteren. Daarnaast kunnen ook andere factoren zoals de opvoeding, het gezin, en de omgeving van de leerling invloed hebben op het ontstaan van externaliserend gedrag. De invloed van de omgeving is hierbij van groot belang, aangezien het gedrag in interactie plaatsvindt.
Er is een duidelijke relatie tussen externaliserend gedrag en de leerresultaten van klasgenoten. In een klas met leerlingen met externaliserend probleemgedrag lijkt de kans groter dat klasgenoten lagere leerresultaten halen bij bijvoorbeeld rekenen of taal. Dit komt mogelijk doordat leraren meer tijd nodig hebben voor klassenmanagement, wat dan ten koste gaat van de effectieve leertijd. Ook kunnen andere leerlingen het externaliserend gedrag overnemen, waardoor ze minder goed gaan presteren. Er is echter meer onderzoek nodig om beter zicht te krijgen op het effect van externaliserend gedrag en verklaringen hiervoor.
Het is belangrijk om te beseffen dat opvoeding niet alleen gericht is op het beïnvloeden van gedrag, maar ook op het bevorderen van leerresultaten. Goed klassenmanagement is daarbij van groot belang. Een goede relatie met leerlingen is essentieel om probleemgedrag te voorkomen en te beheren. Veel gedragsproblemen komen door de moeizame relatie tussen leerkracht en leerling. Een goede relatie voorkomt en vermindert probleemgedrag. Daarnaast is het belangrijk om duidelijke regels en routines aan te houden, zodat er een veilig leef- en leerklimaat ontstaat waarin leerlingen tot leren komen.
Er is ook sprake van een positieve invloed van klasgenoten op externaliserend gedrag. Bijvoorbeeld, wanneer een leerling juist als vriend wordt gekozen door een klasgenoot met externaliserend gedrag, leidt dit niet tot meer probleemgedrag bij die leerling. Mogelijk komt dit doordat de leerling al goedkeuring heeft van deze klasgenoot, en daardoor geen noodzaak om het gedrag te imiteren. Bovendien kan het plaatsen van leerlingen met probleemgedrag naast sociale klasgenoten die goed in de groep lopen, leiden tot een afname van het probleemgedrag. Dit suggereert dat de samenwerking en het samenwerken in de klas een positieve invloed kunnen hebben op het gedrag van leerlingen.
Opvoeding is een proces waarin ouders, verzorgers en onderwijskundigen samenwerken om kinderen te begeleiden in hun ontwikkeling tot zelfstandige, verantwoordelijke en betrokken personen. Dit gebeurt door het bieden van liefde, veiligheid, kennis en richting, zodat kinderen leren omgaan met zichzelf, anderen, de samenleving. Elke leerling is uniek en heeft een eigen ontwikkelingsritme. Het is daarom belangrijk dat ouders en opvoeders zich bewust zijn van hun eigen welzijn, aangezien dit invloed heeft op de opvoeding van hun kind. Goed voor jezelf zorgen als ouder is daarom van groot belang.
De samenwerking tussen ouders en onderwijs is cruciaal bij het beheren van externaliserend gedrag. Ouders en opvoeders helpen kinderen om hun gaven en talenten te ontdekken en in te zetten, zowel voor hun eigen ontwikkeling als voor het welzijn van anderen. Hierbij staan waarden als respect, eerlijkheid en verantwoordelijkheid centraal. Het is belangrijk dat ouders en onderwijskundigen samenwerken om een veilige en stimulerende omgeving te bieden waarin kinderen leren keuzes te maken, verantwoordelijkheid te dragen en zich verbonden te voelen met hun omgeving.
In de huidige onderwijspraktijk is externaliserend probleemgedrag van leerlingen een belangrijk onderwerp dat zowel de leerling zelf als klasgenoten kan beïnvloeden. De invloed van externaliserend gedrag op de opvoeding en leerresultaten van klasgenoten is duidelijk zichtbaar. Het is belangrijk dat ouders, onderwijskundigen en andere betrokkenen hier rekening mee houden bij het beheren van dit gedrag. Goed klassenmanagement, een goede relatie met leerlingen, en een veilige en stimulerende omgeving zijn daarbij van groot belang. Daarnaast is het belangrijk dat ouders en opvoeders zich bewust zijn van hun eigen welzijn, aangezien dit invloed heeft op de opvoeding van hun kind. Samenwerking tussen ouders en onderwijs is cruciaal bij het beheren van externaliserend gedrag en het bevorderen van leerresultaten.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet