Opvoeding en het puzzelwoordenboek: Een overzicht van kernbegrippen en praktische toepassing
juli 10, 2025
In de puberteit verandert een kind op veel gebieden. Zowel lichamelijk als mentaal. De ontwikkeling van het puberbrein speelt hierbij een cruciale rol. In dit artikel geven we inzicht in de verschillende fasen van de puberteit, typisch pubergedrag, en praktische tips voor het opvoeden van tieners en pubers. De informatie is gebaseerd op informatie uit betrouwbare bronnen, waaronder artikelen over de ontwikkeling van het brein, opvoedingsstrategieën en het omgaan met typisch pubergedrag.
De puberteit is de periode waarin kinderen veranderen in volwassenen. Deze fase begint meestal tussen de 10 en 15 jaar, maar kan variëren per kind. Bij meisjes begint de puberteit meestal vroeger dan bij jongens. De puberteit kan worden opgedeeld in drie fasen: vroege, midden- en late adolescentie.
In deze fase worden kinderen beïnvloed door hormonen en het proces van de hersenrijping. Daardoor zijn ze emotioneler en reageren ze gevoeliger op allerlei dingen. Dit is de fase waarin kinderen erg gevoelig zijn voor groepsdruk. “Erbij horen” is erg belangrijk en de meeste kinderen in deze leeftijdsfasen willen liever niet opvallen of “anders” zijn. Ook zijn ze in deze fase erg gericht op het bevredigen van directe behoeften. Als ze iets willen, dan willen ze het NU!
In deze fase krijgen pubers vaker last van stemmingswisselingen. Ook is dit de fase waarin pubers met van alles experimenteren en geneigd zijn risico’s te nemen. Ze zijn sterk gericht op het krijgen van “kicks”. Dit zie je bijvoorbeeld terug in de onder pubers populaire “challenges”, waarbij ze elkaar uitdagen om grenzen te verleggen en dit op video vast te leggen en delen. Een klein, doch belangrijk aandachtspunt; jongeren in deze leeftijdsfase kunnen de consequenties nog niet overzien als ze iets gevaarlijks doen. Het inschatten van eventuele gevolgen en risico’s van hun acties gaat moeizaam en lijkt ook weinig emoties op te roepen. Dan tot slot nog een positief aspect van de midden-adolescentie: kinderen ontwikkelen steeds meer een eigen “ik” en durven steeds meer “af te wijken” van de norm van de groep.
In de late adolescentie zie je dat jongeren steeds zelfbewuster worden en daarmee ook minder gevoelig voor groepsdruk en invloed van “foute vrienden”. In deze fase krijgt een puber steeds meer grip op zijn eigen doen en laten. Ze kunnen gevolgen en eventuele risico’s beter overzien. En zijn (daardoor) ook beter in staat om weloverwogen keuzes te maken. In de late adolescentie zijn jongeren in het algemeen ook beter in staat om na te denken over het eigen gedrag en zich aan te passen aan sociale situaties. Al kunnen ze zo nu en dan toch ook nog weleens terugvallen in wat minder volwassen gedrag.
Tijdens de puberteit verandert er ontzettend veel in het brein van je kind. Er worden allerlei nieuwe verbindingen aangelegd en dit proces is nog lang niet klaar als je kind 18 jaar is. Volgens experts is de ontwikkeling van het brein van jongeren pas rond de leeftijd van 23 jaar afgerond. Met name in het voorste deel van de hersenen (de prefrontale cortex) vinden in de puberteit nog grote veranderingen plaats. Dit deel van het brein is verantwoordelijk voor onder andere planning en organisatie, het reguleren van emoties en het overzien van de relatie tussen oorzaak en gevolg. Een soort “verbouwing terwijl de winkel open is”, zoals onze mamablogger Sigrid, moeder van twee puberzonen, schreef in haar eerste blog! Tijdens deze periode van reorganisatie van de hersenen is het onrustig in het hoofd van je puber. Soms is het zelfs regelrechte chaos. Dit alles kost veel energie en kan ook behoorlijk verwarrend zijn voor je kind.
Een van de belangrijkste ontwikkelingstaken voor pubers is zich losmaken van hun ouders. Je dochter van 11 die “opeens” geen kus of knuffel meer wil in het openbaar. Of je zoon van 13 die echt niet meer mee wil op familiebezoek. Het is afscheid nemen van de kindertijd en de nauwe band die ze toen hadden met hun ouders. En het is voorbereiden op het moment dat ze uit huis gaan. En dat kunnen ze je soms hard laten voelen met hun “typische pubergedrag” 😊. Veel van het “typische pubergedrag” hangt echter ook sterk samen met alle veranderingen in het puberbrein, die zorgen voor chaos in het hoofd van je kind. Sommige gedragingen die je als ouder graag zou zien bij je kind zijn zelfs niet eens haalbaar omdat de verbindingen in het brein die daarvoor nodig zijn, simpelweg nog niet ontwikkeld zijn. Dealen met pubergedrag vraagt dus om mildheid en geduld. Veel geduld… 😊
Experimenteren hoort bij de puberteit. En dat kan op allerlei gebieden. Denk bijvoorbeeld aan drank of drugs en seksualiteit. Voor hun ontwikkeling tot een zelfstandig individu is het belangrijk dat pubers ervaringen op kunnen doen en hier ook van kunnen leren. “Een gezonde puber doet dingen die niet mogen” wordt weleens gezegd. Denk dus niet bij voorbaat dat jouw kind dat soort dingen nooit zou doen. Het is goed om alert te zijn als ouder en zicht te houden op waar je kind mee bezig is (en met wie). Blijf ook in gesprek hierover met je kind. En – heel belangrijk – probeer niet boos te worden als je kind vertelt. Of laat dat in elk geval niet merken. De kans is groot dat je kind anders niet snel meer open zal vertellen over zijn belevenissen! Hoor je echt zorgelijke dingen? Bespreek dit met je kind zonder te oordelen en/of zoek professionele hulp.
Grenzen verleggen is een belangrijk onderdeel van de puberteit. Pubers leren dat ze hun grenzen kunnen verleggen, maar ook dat er grenzen zijn die niet kunnen worden overschreden. Het leren omgaan met grenzen is belangrijk voor hun ontwikkeling en helpt hen om verantwoordelijkheid te nemen voor hun acties.
Een puber doet dingen waarvan jij soms niet wilt dat hij ze doet. Te laat thuiskomen bijvoorbeeld, of huiswerk vergeten te maken. Straf je puber niet als hij te laat thuiskomt, hoe boos je ook bent. Daar leert hij niks van, sterker nog: hij blokkeert alleen maar. Belonen werkt beter. Het emotionele deel in de hersenen (dat bij pubers hypergevoelig is) is gevoelig voor de positieve gevolgen van gedrag. Het controlerende deel in de hersenen (dat bij pubers nog in ontwikkeling is) is gevoelig voor de negatieve gevolgen. Pubers zijn daarom heel gevoelig voor beloning en niet voor straf. Probeer je vanuit die gedachte op te voeden, dan zullen dingen een stuk makkelijker gaan dan wanneer je alleen maar straf loopt uit te delen. Een poging waard. Is je kind bijvoorbeeld “maar” tien minuten te laat, zeg dan iets als: “Ik ben blij dat je er bent, het eten staat op tafel.” Als je een compliment krijgt, komt er namelijk dopamine vrij in de hersenen. Dat stofje geeft een blij gevoel. Pubers zijn erg gevoelig voor dopamine en dat blije gevoel wil hij nog een keer. Zo stimuleer je hem om een volgende keer op tijd te komen.
Een andere belangrijke opvoedtips is om je puber verantwoordelijkheid te geven. Laat hem bijvoorbeeld meehelpen in het huishouden of hem verantwoordelijkheid geven voor zijn eigen taken. Hierdoor leert hij verantwoordelijkheid te nemen en zichzelf te organiseren.
Het is belangrijk om te luisteren naar je puber. Laat hem weten dat je er bent en dat je hem vertrouwt. Dit helpt hem om zich veilig en gecreëerd te voelen.
De puberteit is een cruciale fase in het leven van een kind. Het is een periode van veel veranderingen, zowel lichamelijk als mentaal. Het opvoeden van een puber vraagt om geduld, begrip en vertrouwen. Door te luisteren naar je puber, hem verantwoordelijkheid te geven en hem te belonen in plaats van te straffen, kun je helpen dat hij zich veilig en gecreëerd voelt. Het is belangrijk om te weten dat pubers nog steeds hulp en steun nodig hebben, ook als ze zelfstandig worden.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet