Opvoeden lastig: Wat te doen bij uitdagingen met kinderen
juli 9, 2025
De opvoeding en ontwikkeling van kinderen en jongeren vormen een kernonderwerp in de maatschappelijke discussie. In Nederland is de opvoeding over het algemeen goed aangelegd, maar er zijn ook uitdagingen. De overheid en lokale gemeenten hebben zich sterk ingezet om de jeugd te ondersteunen, maar er zijn nog steeds problemen zoals wachtlijsten voor jeugdzorg en beperkte toegang tot ondersteuning. De visie achter het beleid op opvoeden en opgroeien moet daarom gericht zijn op een betere balans tussen ondersteuning, structuur en deelname aan de samenleving.
Een visie op opvoeden en opgroeien moet gericht zijn op het creëren van een omgeving waarin kinderen en jongeren zich optimaal kunnen ontwikkelen. Dit vereist een samenwerking tussen ouders, onderwijs, jeugdzorg en gemeenten. De visie moet zich richten op de kernprincipes van coregulatie, participatie en het ontwikkelen van eigen kracht. Deze principes helpen bij het opbouwen van een sterkt opvoedklimaat dat kinderen helpt om zich te ontwikkelen tot actieve burgers in de samenleving.
Een belangrijk aspect van opvoeden is de coregulatie. Dit is het proces waarbij kinderen en opvoeders elkaar wederzijds beïnvloeden. Coregulatie speelt een cruciale rol in de vroege jeugd, waarin kinderen leren om te communiceren, te luisteren en te reageren op de omgeving. In de eerste jaren van het leven is het belangrijk dat ouders sensitief en responsief zijn, zodat er een veilige hechting ontstaat tussen ouder en kind. Een veilige hechting leidt tot betere ontwikkelingsuitkomsten, waaronder betere sociaal-emotionele vaardigheden, betere leerprestaties en een sterker gevoel van zelfvertrouwen.
In de ontwikkelingspsychologie wordt de hechtingstheorie van John Bowlby onderzocht. Volgens deze theorie ontstaat een veilige hechting wanneer ouders betrokken zijn, voorspelbaar handelen en het kind op een gevoelige manier beantwoorden op initiatieven. Door deze interacties bouwt het kind een gevoel van zekerheid en acceptatie op, wat helpt bij het verkennen van de wereld en het aanpassen aan nieuwe situaties.
Een andere kern van de visie is de participatie van kinderen en jongeren in de maatschappij. Kinderen moeten leren om actief en productief deel te nemen aan sociale banden. Dit vereist dat ze leren omgaan met conflicten, onderhandelen en regels stellen. De participatie is belangrijk voor de ontwikkeling van een sterke burgermaatschappelijke betrokkenheid, waarin kinderen en jongeren zich kunnen ontwikkelen tot actieve en betrokken burgers.
In het participatiemodel wordt aangenomen dat kinderen en jongeren in een omgeving terechtkomen waarin ze kunnen leren omgaan met verschillen en conflicten. Dit helpt bij het opbouwen van een positief gedrag en het vermijden van marginalisatie. Marginale kinderen en jongeren lopen het risico om zich te ontwikkelen in een omgeving waarin ze niet op hun plek voelen. Dit kan leiden tot problemen zoals gedragsproblemen, sociale isolatie en zelfs delinquent gedrag.
Er zijn verschillende opvoedingsstijlen, die invloed kunnen hebben op de ontwikkeling van kinderen. De meest voorkomende stijlen zijn:
Verwaarlozende opvoedingsstijl: Deze stijl wordt gekenmerkt door weinig regels en weinig emotionele steun. Kinderen die op deze manier worden opgevoed, leren vaak niet wat verstandig is of eerlijk is. Ze voelen zich vaak aan hun lot overgelaten en kunnen last krijgen van eenzaamheid en gebrek aan zelfvertrouwen.
Autoritaire opvoedingsstijl: Bij deze stijl worden veel regels gesteld, maar er wordt weinig ruimte geboden voor zelfstandigheid. Kinderen die op deze manier worden opgevoed, luisteren vaak snel naar hun ouders, maar worden niet echt zelfstandig. Ze voelen zich vaak angstig en vermijden hun ouders.
Permissieve opvoedingsstijl: Deze stijl wordt gekenmerkt door veel vrijheid, maar weinig structuur. Kinderen die op deze manier worden opgevoed, kunnen moeite hebben met het opbouwen van zelfdiscipline en kunnen last krijgen van problemen met het oplossen van conflicten.
Autoritatieve opvoedingsstijl: Deze stijl combineert zowel structuur als emotionele steun. Kinderen die op deze manier worden opgevoed, ontwikkelen zich meestal goed. Ze leren om te luisteren, maar ook om zelfstandig te denken en te handelen.
Er zijn een aantal belangrijke principes die bij opvoeden van toepassing zijn:
Een veilige en stimulerende omgeving: Kinderen leren het beste in een omgeving waarin ze zich veilig voelen. Ouders moeten proberen zo veel mogelijk te vertrouwen op hun kind en het kind te laten ontdekken wat er mogelijk is.
Positieve ondersteuning: Complimenten en aanmoediging zijn belangrijk om nieuwe dingen te leren. Ouders kunnen hiermee de zelfstandigheid van hun kind stimuleren.
Aansprekende discipline: Kinderen ontwikkelen zich het best in een duidelijke en voorspelbare omgeving. Ouders moeten duidelijke regels stellen en snel reageren wanneer het kind ongewenst gedrag vertoont.
Realistische verwachtingen: Ieder kind ontwikkelt zich op zijn eigen tempo. Ouders moeten niet te veel verwachten van hun kind, maar het kind ook niet te veel druk uitoefenen.
Bij de opvoeding van kinderen spelen zowel beschermende factoren als risicofactoren een rol. Beschermende factoren zijn factoren die de opvoeding gunstig beïnvloeden, zoals een sterke band tussen ouder en kind, een stabiel gezin en een goede onderwijsomgeving. Risicofactoren zijn factoren die de opvoeding kunnen bedreigen, zoals een slechte gezinsrelatie, armoede of een gebrek aan ondersteuning.
Er zijn verschillende niveaus waarop deze factoren kunnen werken:
Micro niveau: Dit is het niveau van het individu, het gezin en de ouder. Factoren zoals het temperament van het kind, de opvoedingsstijl van de ouders en de gezondheid van de ouder spelen hierbij een rol.
Meso niveau: Dit is het niveau van de buurt, school en sociale groepen. Factoren zoals het sociale netwerk, de kwaliteit van de school en de sociale cohesie in de buurt kunnen invloed hebben op de opvoeding.
Macro niveau: Dit is het niveau van de maatschappelijke omstandigheden, zoals economische voorwaarden, beleid en cultuur. Deze factoren kunnen invloed hebben op de opvoeding, maar zijn vaak moeilijker te beïnvloeden.
De visie op jeugd en opvoeding moet gericht zijn op het versterken van het opvoedkundig klimaat in gezinnen, wijken, buurten, scholen, kinderopvang en peuterspeelzalen. De gemeenten spelen hierbij een belangrijke rol. Ze moeten zorgen voor een sterke pedagogische basis, zodat kinderen en jongeren zich kunnen ontwikkelen tot actieve burgers in de samenleving.
Deze visie moet ook gericht zijn op het versterken van de eigen kracht van jeugd en ouders. Dit betekent dat ouders gestimuleerd moeten worden om hun kind te begeleiden in de ontwikkeling en dat kinderen en jongeren de kans krijgen om hun eigen keuzes te maken.
Een goede opvoeding vereist een samenwerking tussen ouders, onderwijs en jeugdzorg. Ouders moeten gestimuleerd worden om hun kind te begeleiden en te ondersteunen. Onderwijs en jeugdzorg moeten zorgen voor een goede opvoedkundige omgeving, waarin kinderen en jongeren zich kunnen ontwikkelen tot actieve burgers in de samenleving.
Een visie op opvoeden en opgroeien is essentieel voor de ontwikkeling van kinderen en jongeren. Coregulatie, participatie en het opbouwen van een sterkt opvoedklimaat zijn belangrijke principes die moeten worden nagestreefd. Ouders, onderwijs en jeugdzorg moeten samenwerken om een optimale opvoedingsomgeving te bieden. Dit vereist een balans tussen ondersteuning, structuur en deelname aan de samenleving. Door deze principes te volgen, kunnen kinderen en jongeren zich ontwikkelen tot actieve en betrokken burgers in de maatschappij.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet