De rol van leraren bij de opvoeding: Samenwerking met ouders en de verantwoordelijkheid van leerkrachten
juli 9, 2025
Kinderen die opgroeien in armoede lopen op verschillende gebieden risico’s op ontwikkelingsproblemen, sociale uitsluiting en gezondheidsproblemen. Volgens gegevens uit meerdere bronnen, waaronder het Nederlands Jeugdinstituut (NJI), leeft ongeveer één op de tien kinderen in Nederland in armoede. Dit kan leiden tot materiële tekortkomingen, beperkte toegang tot educatieve en culturele activiteiten, en een negatieve invloed op het psychische welzijn van zowel kinderen als ouders. De kwaliteit van de ouder-kindinteractie, de beschermende factoren in de omgeving en de mate van armoedeperiode spelen hierin een cruciale rol. In dit artikel wordt ingegaan op de gevolgen van armoede op opvoeding en ontwikkeling van kinderen, risicofactoren, beschermende factoren en maatregelen die kunnen bijdragen aan een betere opvoeding in armoedige situaties.
Kinderen die opgroeien in armoede hebben vaker te maken met sociale uitsluiting, slechtere schoolprestaties en gezondheidsproblemen. Volgens het NJI (2018) hebben kinderen uit arme gezinnen vaak minder toegang tot basisbehoeften, zoals een warme maaltijd per dag, internet, of het meedoen aan sportactiviteiten. Dit kan leiden tot een verminderde participatie in maatschappelijke activiteiten en een groter risico op sociaal isolement. Daarnaast worden kinderen uit arme gezinnen vaker geconfronteerd met slechte woningcondities, wat opnieuw bijdraagt aan een negatieve invloed op hun welzijn.
Bijzonder is dat kinderen uit arme gezinnen vaak minder tevreden zijn met hun situatie, hoewel veel van hen zichzelf niet als arm beschouwen. Volgens het onderzoek van de Kinderombudsman (Hopman & De Jong, 2019) voelen veel kinderen en jongeren zich niet arm, maar houden ze wel van geldproblemen. Ze associëren armoede vaak met problemen zoals schulden, onzekerheid of het niet kunnen betalen van activiteiten. Dit kan leiden tot gevoelens van schaamte, jaloezie en uitsluiting.
Armoede kan op verschillende manieren invloed hebben op de opvoeding van kinderen. Volgens het onderzoek van het NJI (2018) is er een verband tussen armoede en een autoritaire opvoedstijl, onveilige hechting, en een minder voorspoedige schoolloopbaan. Ouders die in armoede leven, hebben vaak een lage opleiding en hebben last van stress, wat leidt tot een weinig ondersteunende en stimulerende ouder-kindinteractie. Hierdoor ontwikkelen kinderen zich niet optimaal. Daarnaast spelen ook andere factoren zoals het ontbreken van educatieve hunte, beperkte toegang tot boeken en speelgoed, en het ontbreken van ondersteuning bij het leren een rol in de ontwikkeling van kinderen.
Materiële tekortkomingen kunnen ook bijdragen aan een slechtere concentratie op school, leerachterstanden en voortijdig schoolverlaten. Volgens het onderzoek van het NJI (2018) is het belangrijk om te beseffen dat armoede niet alles bepaalt. Ouders met een vergelijkbaar laag inkomen kunnen onderling erg verschillen in opvoedstijl, opvoedpraktijken en kansen voor hun kinderen.
Bij het opvoeden van kinderen in armoede spelen verschillende factoren een rol. De risicofactoren kunnen zijn: een laag inkomen, een lage opleiding van ouders, alleenstaand ouderschap, langdurige armoede, en een slechte woning- of buurtsituatie. Daarnaast kunnen ook factoren zoals een moeilijk temperament, een slechte schoolprestatie, of een tekort aan ondersteuning in de omgeving een rol spelen.
Aan de andere kant zijn er ook beschermende factoren die kunnen bijdragen aan een betere opvoeding en ontwikkeling van kinderen. Deze omvatten een goede relatie tussen ouders, veerkracht bij ouders, een makkelijk temperament van het kind, goede sociale netwerken, en goed functionerende basisvoorzieningen zoals kinderopvang, onderwijs en welzijnswerk. Volgens het onderzoek van het NJI (2018) is het belangrijk om bij alle steun, hulp en interventies die worden ingezet, goed rekening te houden met wat armoede doet voor kinderen en ouders.
Langdurige armoede kan een grote invloed hebben op de opvoeding en ontwikkeling van kinderen. Volgens het onderzoek van de Sociaal Economische Raad (SER, 2017) en het onderzoek van het NJI (2018) is de kans op ontwikkelingsproblemen van kinderen groter als armoede langdurig is en samengaat met meer risicofactoren en minder beschermende factoren. Bijvoorbeeld, kinderen uit eenoudergezinnen, bijstandsgezinnen, gezinnen met praktisch opgeleide ouders, migranten- en vluchtelingengezinnen lopen een groter risico op armoede.
Om dit te beperken, is een integraal en kindgericht armoedebeleid van belang. Dit omvat het verbeteren van de kwaliteit van de ouder-kindinteractie, het stimuleren van beschermende factoren, en het bieden van ondersteuning aan gezinnen in armoede. Volgens het onderzoek van het NJI (2018) is het belangrijk om op jonge leeftijd te investeren in kinderen die opgroeien in armoede om de schadelijke effecten op latere leeftijd te beperken.
Armoede heeft ook een grote invloed op de opvoeding van kinderen. Ouders die in armoede leven, hebben vaak last van stress, schaamte en stigmatisering. Volgens het onderzoek van het NJI (2018) en het onderzoek van de Kinderombudsman (Hopman & De Jong, 2019) is het belangrijk om te beseffen dat ouders in armoede vaak een slechte psychische toestand hebben, wat negatief kan zijn voor hun rol als ouder. Daarnaast kunnen schaamte en stigmatisering leiden tot gevoelens van machteloosheid, een negatief zelfbeeld en depressieve gevoelens. Door schaamte en stigmatisering trekken ouders zich vaak terug uit sociale situaties en maken zij geen gebruik van voorzieningen, zoals een kindpakket of de voedselbank.
Om de effecten van armoede op kinderen te beperken, is een samenwerking tussen gemeenten, onderwijs, jeugdwerking, en andere maatschappelijke organisaties van belang. Volgens het onderzoek van het NJI (2018) is het belangrijk om een (integrale) aanpak te kiezen die het leven van kinderen op alle vlakken verbetert. Daarbij gaat het om steun, hulp en/of interventies die zich rechtstreeks richten op de gevolgen van armoede, maar ook om een meer indirecte aanpak. Bijvoorbeeld door middel van programma’s om de ontwikkeling van kinderen te versterken.
Daarnaast is het belangrijk om in de jeugdwerking, zoals kinderopvang en onderwijs, bewust te zijn van de invloed die geldgebrek kan hebben voor de kinderen en hun ouders. Volgens het onderzoek van het NJI (2018) is het nodig om goed bewust te zijn van de invloed die geldgebrek kan hebben voor de kinderen en hun ouders.
Kinderen die opgroeien in armoede lopen op verschillende gebieden risico’s op ontwikkelingsproblemen, sociale uitsluiting en gezondheidsproblemen. De kwaliteit van de ouder-kindinteractie, de beschermende factoren in de omgeving en de mate van armoedeperiode spelen hierin een cruciale rol. Armoede kan op verschillende manieren invloed hebben op de opvoeding van kinderen, waaronder een autoritaire opvoedstijl, onveilige hechting, en een minder voorspoedige schoolloopbaan. Om de effecten van armoede op kinderen te beperken, is een samenwerking tussen gemeenten, onderwijs, jeugdwerking, en andere maatschappelijke organisaties van belang. Het is belangrijk om op jonge leeftijd te investeren in kinderen die opgroeien in armoede om de schadelijke effecten op latere leeftijd te beperken.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet