Een holistische benadering van opvoeden: het belang van het herkennen van unieke kwaliteiten van kinderen
juli 8, 2025
In de moderne maatschappij is de opvoeding en het onderwijs van kinderen met erfelijke bindweefselaandoeningen een belangrijk onderwerp geworden. Deze aandoeningen, waaronder Marfan-syndroom (MFS), Loeys-Dietz-syndroom (LDS), en hypermobiliteit-erfelijkheid (EDS), hebben invloed op het functioneren, de gezondheid en de kwaliteit van leven van kinderen. Het onderzoek dat is gedaan door Jessica Warnink-Kavelaars en haar medewerkers geeft inzicht in de uitdagingen die kinderen met dergelijke aandoeningen kunnen tegenkomen en hoe het onderwijs en de opvoeding hierop afgestemd kunnen worden.
De afgelopen jaren zijn er verschillende onderzoeken uitgevoerd naar de impact van erfelijke bindweefselaandoeningen op het functioneren en de gezondheid van kinderen en adolescenten. Deze studies tonen aan dat kinderen met dergelijke aandoeningen vaker last hebben van vermoeheid, pijn, beperkingen in activiteiten en een verminderde algemene gezondheid vergeleken met leeftijdsgenoten. Bovendien worden er verschillende factoren genoemd die bijdragen aan de belemmeringen die kinderen ervaren, waaronder het gevoel dat ze anders zijn en een laag gevoel van eigenwaarde. Deze informatie is van groot belang voor ouders, onderwijs professionals en zorgverleners die betrokken zijn bij de opvoeding en het onderwijs van kinderen met erfelijke bindweefselaandoeningen.
Een van de belangrijkste onderzoeken dat is uitgevoerd, is het FOLLOW YOU-onderzoek, dat is gestart in 2017. Dit onderzoek richt zich op het functioneren en de kwaliteit van leven van kinderen en adolescenten met erfelijke bindweefselaandoeningen. Het onderzoek heeft geleid tot verschillende publicaties, waaronder een artikel van Warnink-Kavelaars en medewerkers, dat aantoont dat kinderen met deze aandoeningen vaker last hebben van vermoeheid, pijn en beperkingen in activiteiten. Daarnaast wordt er ook gesproken over het psychosociale functioneren van ouders, die vaak last hebben van klinisch relevante problemen.
Een ander onderzoek dat is uitgevoerd, is een kwalitatief onderzoek waarin 19 adolescenten met MFS werden geïnterviewd. Uit dit onderzoek blijkt dat de thema’s die zijn geïdentificeerd, zoals ondersteunende persoonlijke factoren, een rol spelen in het functioneren van deze kinderen. Daarnaast wordt er ook gesproken over het gevoel van zich anders voelen en een laag gevoel van eigenwaarde, wat als belemmerend wordt ervaren.
De resultaten van het onderzoek duiden erop dat het belangrijk is om het functioneren en de gezondheid van kinderen met erfelijke bindweefselaandoeningen systematisch te monitoren. Dit kan worden gedaan met gestandaardiseerde gevalideerde vragenlijsten, zoals de PROMIS Vermoeidheid-ouder-rapportage, de PROMIS Vermoeidheid-kind-zelfrapportage, de pijn Visuele-Analoge-Schaal (VAS), de algemene gezondheid VAS en de Childhood Health Assessment Questionnaire (CHAQ). Deze vragenlijsten kunnen helpen bij het bepalen van de mate van vermoeidheid, pijn, beperkingen in activiteiten en de algemene gezondheid van kinderen met deze aandoeningen.
Daarnaast is er ook sprake van het ontwikkelen van interventies op maat om het functioneren en de gezondheid van kinderen met erfelijke bindweefselaandoeningen te optimaliseren. Dit kan worden gedaan door samenwerking tussen artsen, psychologen, maatschappelijk werkers, paramedici en verpleegkundigen, die samen met kinderen en ouders functioneren, gezondheid en de interacties tussen domeinen kunnen verkennen en bespreken.
Het onderwijs en de opvoeding van kinderen met erfelijke bindweefselaandoeningen spelen een cruciale rol in hun ontwikkeling. Het is belangrijk dat het onderwijs en de opvoeding afgestemd zijn op de behoeften van deze kinderen. Dit kan worden gedaan door hen te ondersteunen in hun dagelijks functioneren en hen te helpen om hun kansen te maximaliseren.
In de praktijk kan dit worden gedaan door het aanbieden van een onderwijs dat rekening houdt met de specifieke behoeften van kinderen met erfelijke bindweefselaandoeningen. Dit kan bijvoorbeeld inhouden dat er specifieke ondersteuningsmaatregelen worden getroffen, zoals het aanbieden van extra ondersteuning in het lokaal, het aanpassen van het onderwijsprogramma of het bieden van een specifieke opvoedingsstrategie.
De rol van ouders en verzorgers is cruciaal bij de opvoeding en het onderwijs van kinderen met erfelijke bindweefselaandoeningen. Ze spelen een belangrijke rol in het ondersteunen van hun kind, het bieden van emotionele steun en het helpen bij het omgaan met de uitdagingen die deze kinderen kunnen tegenkomen.
In het kader van het onderzoek naar de impact van deze aandoeningen op het functioneren en de gezondheid van kinderen, is ook gekeken naar het psychosociale functioneren van ouders. Hieruit blijkt dat ongeveer een derde van alle ouders last heeft van klinisch relevante psychosociale problemen. Dit benadruidt de noodzaak voor ouders om ondersteuning te krijgen bij het omgaan met de uitdagingen die ze als ouder van een kind met een erfelijke bindweefselaandoening kunnen tegenkomen.
De opvoeding en het onderwijs van kinderen met erfelijke bindweefselaandoendingen is van groot belang. Het onderzoek dat is uitgevoerd, toont aan dat kinderen met deze aandoeningen vaker last hebben van vermoeheid, pijn, beperkingen in activiteiten en een verminderde algemene gezondheid vergeleken met leeftijdsgenoten. Het is belangrijk dat het onderwijs en de opvoeding afgestemd zijn op de behoeften van deze kinderen, en dat ouders en verzorgers ondersteuning krijgen bij het omgaan met de uitdagingen die ze kunnen tegenkomen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet