Opleiding voor het begeleiden van moeilijk opvoedbare jongeren
juli 8, 2025
In de opvoeding van kinderen speelt het samenspel tussen ouders, opvoeders en andere betrokkenen een cruciale rol. In het licht van de opkomst van de jeugdzorg en de toenemende vraag naar ondersteuning bij opvoedproblemen, is het belangrijk om te kijken naar de rol van medeopvoeders en hoe zij bijdragen aan een gezonde, positieve ontwikkeling van kinderen. In dit artikel worden de kernprincipes van samen opvoeden, de betekenis van medeopvoeders, en de manieren waarop ouders en professionals hierin kunnen samenwerken, besproken op basis van de bronnen van het Nederlands Jeugdinstituut (NJI).
De term "samen opvoeden" verwijst naar het feit dat ouders niet alleen verantwoordelijk zijn voor de opvoeding van hun kinderen, maar ook dat andere personen, zoals opvoeders, buurten, leraars, en zelfs buurten, een rol spelen in de ontwikkeling van kinderen. Dit idee is terug te vinden in het rapport "Gemeenten aan de slag met opvoeden en ouderschap", waarin wordt benadrukt dat het opvoeden een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid is. De opvoeding van kinderen gebeurt niet alleen binnen het gezin, maar ook in het schoolplein, de speelplaats, en andere omgevingen waar kinderen actief zijn.
In het rapport "De kracht van de pedagogische civil society" wordt het begrip "pedagogische civil society" geïntroduceerd. Dit is een term die verwijst naar een samenleving waarin iedereen – ouders, opvoeders, leraren, en andere betrokkenen – bijdraagt aan de opvoeding en ontwikkeling van kinderen. Het idee is dat kinderen zich positief ontwikkelen wanneer ze te maken hebben met een netwerk van betrokkenen, in plaats van alleen op hun ouders aangewezen te zijn. Dit is van belang omdat ouders steeds vaker hulp vragen binnen de jeugdzorg, en het belangrijk is dat er eerst binnen het netwerk wordt gekeken naar mogelijke oplossingen.
Een centraal onderdeel van het samen opvoeden is de rol van de medeopvoeders. Volgens het rapport "De kracht van de pedagogische civil society" zijn medeopvoeders personen die betrokken zijn bij het opvoeden en opgroeien van kinderen. Dit kunnen ouders zijn, maar ook opvoeders, buurten, leraars, en andere betrokkenen. De term "medeopvoeders" wordt in dit kader gebruikt om te verwijzen naar alle personen die een rol spelen in de opvoeding van kinderen.
De medeopvoeders kunnen op verschillende manieren bijdragen aan de opvoeding van kinderen. In het rapport wordt uitgelegd dat er vier vormen van steun zijn die medeopvoeders kunnen bieden: emotionele steun, praktische steun, informatieve steun en begeleidende steun. Deze vormen van steun zijn essentieel voor de ontwikkeling van kinderen en helpen bij het opbouwen van een gezonde opvoedklimaat.
In de bronnen van het NJI wordt aangegeven wat belangrijk is bij opvoeden. Een veilige en stimulerende omgeving is essentieel. Dit betekent dat kinderen de ruimte krijgen om de wereld te ontdekken, te spelen en te leren. Daarnaast is het belangrijk dat ouders positieve ondersteuning bieden, bijvoorbeeld door goed gedrag te belonen. Passende regels zijn eveneens cruciaal, omdat duidelijkheid en voorspelbaarheid helpen bij de ontwikkeling van kinderen.
Ook is het belangrijk dat ouders zelf goed voor zichzelf zorgen. Het is namelijk zo dat het welbevinden van de ouder invloed heeft op de opvoeding van het kind. Daarom is het belangrijk dat ouders tijd nemen voor zichzelf, rust en ontspanning vinden, en zich bewust zijn van hun eigen welzijn.
In de bronnen van het NJI wordt uitgelegd dat kinderen op verschillende ontwikkelingsfasen zitten, en dat elke fase unieke opvoedtaken met zich meebrengt. In de fase van 0 tot 2 jaar is het belangrijk dat kinderen een veilige band opbouwen met hun opvoeders. In deze fase leren kinderen omgaan met anderen, en ontwikkelen ze lichaamsbeheersing. Ouders moeten passend reageren op de behoeften van hun kind en structuur en duidelijkheid bieden.
Van 2 tot 4 jaar neemt de zelfredzaamheid van het kind toe. Het kind kan steeds beter met leeftijdsgenoten omgaan en leert het zich aan te passen aan wat de ouder vraagt. In deze fase is het belangrijk om met het kind te praten, en om te leren hoe het met anderen omgaat.
Van 4 tot 6 jaar neemt het gevoel van onafhankelijkheid toe. Het kind leert om zichzelf te verzorgen, zoals zich aankleden en wassen. Ook ontwikkelt het kind schoolse vaardigheden, zoals het concentreren en opdrachten uitvoeren.
Van 6 tot 12 jaar wordt het kind steeds zelfstandiger. Het kan emoties beter herkennen en aanpassen, en leert het omgaan met vervoer, geld en media. In deze fase is het belangrijk dat ouders het kind stimuleren om eigen keuzes te maken en dat het kind de kans krijgt om met leeftijdsgenoten om te gaan.
Van 12 tot 16 jaar is het centraal om het kind te ondersteunen bij het verder ontwikkelen van de eigen identiteit. Het kind zoekt naar wie het is en wat het belangrijk vindt, en is minder afhankelijk van de ouders. Het is belangrijk dat ouders de ruimte geven voor het opbouwen van eigen normen en waarden.
Van 16 tot 23 jaar vindt de overgang van jeugd naar volwassenheid plaats. Het kind wordt steeds onafhankelijker, en de rol van de ouder verandert van sturend naar meer adviserend. Het is belangrijk dat ouders keuzes en initiatieven van het kind respecteren, maar ook beschikbaar blijven bij vragen en moeilijkheden.
In het rapport "Opgroeien en opvoeden" wordt uitgelegd dat ouders en opvoeders samenwerking nodig hebben om de opvoeding van kinderen te bevorderen. Dit gebeurt door samen te werken aan de ontwikkeling van het kind, en door te kijken naar de behoeften van het kind en de ouder. In het rapport "De kracht van de pedagogische civil society" wordt benadrukt dat ouders en opvoeders samenwerking nodig hebben om een gezonde opvoedklimaat te creëren.
In de bronnen van het NJI wordt ook aangegeven dat het belangrijk is om te praten met het kind, om te luisteren naar de behoeften van het kind, en om het kind te ondersteunen bij het opbouwen van zijn eigen normen en waarden. Dit gebeurt door het kind te stimuleren, en door het kind te leren hoe het met anderen omgaat.
In de bronnen van het NJI wordt benadrukt dat een sterke pedagogische basis nodig is voor de gezonde ontwikkeling van kinderen. Dit gebeurt door het versterken van het opvoedkundig klimaat, en door het bevorderen van positieve ontwikkeling van de jeugd. In het rapport "Positieve ontwikkeling van jeugd" wordt aangegeven dat beschermende factoren de positieve ontwikkeling van de jeugd bevorderen. Dit zijn factoren zoals een veilige omgeving, positieve ondersteuning, en duidelijke regels.
Samen opvoeden is een belangrijk concept dat aantoont dat de opvoeding van kinderen niet alleen in het gezin plaatsvindt, maar ook in het netwerk van betrokkenen. Medeopvoeders spelen een cruciale rol in de opvoeding en ontwikkeling van kinderen. Het is belangrijk dat ouders en opvoeders samenwerken, en dat er sprake is van een sterke pedagogische basis. Door samen te werken en een veilige, stimulerende omgeving te bieden, kunnen kinderen zich positief ontwikkelen en een gezonde opvoeding krijgen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet