De Nijmeegse Vragenlijst voor de Opvoedings-situatie: Een hulpmiddel voor gezinsondersteuning bij scheiding
juli 8, 2025
In de jeugd- en gezondheidszorg is het belangrijk om de invloed van ouderlijke problemen op de opvoeding van kinderen goed in de gaten te houden. De Nijmeegse Ouderlijke Stress Index (NOSI) is een krachtig instrument om de stress en belasting te meten die ouders ervaren tijdens de opvoeding van hun kinderen. Deze vragenlijst helpt bij het bepalen of ouders in aanmerking komen voor ondersteuning of interventie. In dit artikel worden de kenmerken, toepasbaarheid en betrouwbare informatie over de NOSI besproken, aangevuld met aanbevelingen voor gesprekken met ouders en kinderen.
De Nijmeegse Ouderlijke Stress Index (NOSI) is een door ouders te beantwoorden vragenlijst die gericht is op het bepalen van de stress en belasting die ouders ervaren tijdens de opvoeding van hun kinderen. De NOSI is bedoeld voor ouders met kinderen in de leeftijd van 2 tot ongeveer 13 jaar, maar is zo opgezet dat deze ook geschikt is voor jongere kinderen. De vragenlijst meet verschillende aspecten van de opvoeding, waaronder de mate van ondersteuning, de kwaliteit van de omgang met het kind, de stabiliteit van het gezin en het vermogen om met problemen om te gaan.
De NOSI bestaat uit 123 items, waarbij ouders op een zespuntsschaal moeten beoordelen of ze het met een uitspraak eens zijn of niet. De vragen gaan over de dagelijkse omgang met het kind, het geven van structuur en veiligheid, het omgaan met gedragsproblemen, en het aanbieden van ondersteuning. De vragenlijst helpt bij het bepalen of er sprake is van stress of belasting in de opvoeding, wat opnieuw kan leiden tot een inschatting van het risico op problemen bij het kind.
De NOSI is ontworpen om de stress en belasting van ouders te meten, maar heeft geen normen of scores die op een bepaalde manier kunnen worden geïnterpreteerd. Dit betekent dat de NOSI geen eenduidige beoordeling biedt, maar wel een nuttig instrument is om de omstandigheden van ouders en kinderen in kaart te brengen. De betrouwbaarheid van de NOSI is niet beoordeeld door de Commissie Testaangelegenheden Nederland (COTAN), waardoor de betrouwbaarheid en validiteit niet volledig bekend zijn. Toch wordt de NOSI vaak gebruikt door verschillende beroepsgroepen, zoals medewerkers van de ggz en de verslavingszorg, evenals (uitvoerend) preventiewerkers. De vragenlijst kan worden gebruikt als een checklist bij de hulp aan ouders en kinderen, waarmee de aard en ernst van de problemen kunnen worden ingeschat.
Bij het omgaan met ouders met psychische en/of verslavingsproblemen is het belangrijk om een open en ondersteunende houding aan te nemen. De SIK-lijst (Screening en Interventie Keuze-lijst) helpt bij het bepalen van de aard en de ernst van de problemen en de noodzaak om hulp te bieden. De SIK-lijst is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek naar risico- en beschermende factoren en best practices uit de preventiesector van de ggz en de verslavingszorg. De lijst inventariseert de erkenning van en hulp voor problemen bij de ouders, de ouder-kindrelatie, de ondersteuning van de (gezonde) ouder in de opvoeding, de copingvaardigheden van het kind en het ondersteunend netwerk voor zowel het kind als de ouders.
Bij gesprekken met ouders is het belangrijk om de volgende punten in de gaten te houden: - De ouderrol als over de positie van KOPP-ouder. - De KOPP-ouder voelt zich regelmatig schuldig over tekortschietend ouderschap. - In principe wil elke ouder dat het goed gaat met de kinderen. Ze zijn niet kwaadaardig, maar onmachtig. - Probeer ouders actief te ontschuldigen en niet te veroordelen. - Bied de ouder regelmatig steunend contact aan, zodat die de ouderrol in stand kan houden of verstevigen.
Bij het omgaan met kinderen van ouders met psychische klachten en/of verslavingsproblemen is het belangrijk om rekening te houden met het ontwikkelingsniveau van het kind. Jonge kinderen hebben vaak een beperkt vermogen tot zelfexpressie en zelfkennis. Ze zijn meer geneigd om concreet te spreken over wat ze aan hun ouders zien en minder over wat ze daar zelf bij voelen. Daarnaast is het belangrijk om in het gesprek met het kind rekening te houden met de locatie van het gesprek. Een gesprek thuis kan bij een kind bijvoorbeeld gevoelens van loyaliteit oproepen, wat het gesprek negatief kan beïnvloeden. Daarom is het belangrijk om een ‘neutrale’ en ‘veilige’ plek te kiezen, zoals de eigen werklocatie of op school.
Bij het gesprek met kinderen is het belangrijk om het volgende in de gaten te houden: - De angst om ouders te beschuldigen en de vuile was buiten te hangen, en de loyaliteit van kinderen. - De angst om na openheid straf te krijgen. - De angst om de ene ouder tekort te doen ten opzichte van de andere. - De angst dat het gesprek over dingen gaat die zij niet snappen. - De angst om belachelijk gevonden te worden. - De angst om buitengesloten te worden. - De achterdocht naar buitenstaanders. - De angst om de problemen nog groter te maken. - Het feit dat kinderen vaak niet gewend zijn om over gevoelens te praten. - Dat praten over gevoelens bedreigend of beangstigend voor hen kan voelen.
Bij het omgaan met kinderen van ouders met psychische en/of verslavingsproblemen is het belangrijk om rekening te houden met de volgende aandachtspunten: - De kans dat de pathologie van de ouder dieper inwerkt, is bij jongere kinderen groter dan bij oudere kinderen. - Jonge kinderen weten meestal niet dat de situatie thuis niet ‘normaal’ is. Ook vragen zij uit zichzelf vrijwel nooit om steun en informatie. - Het vermogen tot zelfexpressie is bij (jonge) kinderen beperkt. Dit geldt ook voor hun zelfkennis en abstractevermogen. - Het gedrag van kinderen wisselt vaak sterk van moment tot moment. Dit is leeftijdsgebonden. - Vanaf ongeveer 6 jaar kunnen schaamtegevoelens een grotere rol gaan spelen bij kinderen. - Het feit dat kinderen vaak niet gewend zijn om over gevoelens te praten.
De meeste ouders met psychische en/of verslavingsproblemen spreken weinig met hun kinderen over hun ziekte. Dat kinderen niet weten wat er aan de hand is met hun ouder leidt tot veel vragen die ze vaak niet uiten. Daarom is het belangrijk om kinderen op een duidelijke manier informatie te geven over de situatie van de ouder. Dit helpt om onzekerheid, negatief zelfbeeld, angstgevoelens of depressiviteit te verminderen. Kinderen kunnen zich als gevolg van deze onwetendheid ook schuldig voelen over de problemen van de ouder. (Oudere) kinderen hebben behoefte aan informatie over de erfelijkheid van de stoornis van de ouder.
De Nijmeegse Ouderlijke Stress Index (NOSI) is een nuttig instrument om de stress en belasting van ouders te meten tijdens de opvoeding van hun kinderen. De vragenlijst helpt bij het bepalen of ouders in aanmerking komen voor ondersteuning of interventie. Tijdens gesprekken met ouders is het belangrijk om een open en ondersteunende houding aan te nemen, zodat ouders zich niet schuldig hoeven te voelen over hun opvoeding. Bij het omgaan met kinderen is het belangrijk om rekening te houden met hun ontwikkelingsniveau en hun gevoelens. Het geven van informatie aan kinderen helpt om onzekerheid, negatief zelfbeeld, angstgevoelens of depressiviteit te verminderen. De SIK-lijst is een nuttig instrument om de aard en de ernst van de problemen in te schatten en een interventie te kiezen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet