De Nijmeegse Vragenlijst voor de Opvoedings-situatie: Een hulpmiddel voor gezinsondersteuning bij scheiding
juli 8, 2025
De filosoof Friedrich Nietzsche heeft zich in veel van zijn teksten uitgespreek over de aard van opvoeding, onderwijs en de rol van de leraar in de maatschappij. In de bronnen die hier beschikbaar zijn, komt zijn kijk op de opvoeding van kinderen en de beleving van onderwijs naar voren. Hoewel zijn visie niet direct gericht is op de praktijk van het dagelijks onderwijs in een speelplaats of kindergarten, bevat hij wel belangrijke inzichten die van toepassing zijn op de opvoeding van kinderen. Deze artikelen geven een overzicht van zijn kijk op opvoeding en onderwijs, met aandacht voor de rol van de leraar, de betekenis van zelfstandig leren en de kritiek op het huidige onderwijsstelsel.
In meerdere teksten wordt de leraar gezien als iets dat noodzakelijk is, maar tegelijkertijd ook als een soort kwaad. In de bronnen wordt opgemerkt dat de leraar vaak een soort tussenpersoon is tussen de productieve geesten en de receptieve geesten. Deze tussenpersoon vervalsen het voedsel dat zij verstrekken, en willen te veel van de productieve geesten afnemen. Dit leidt er toe dat de leraar als een noodzakelijk kwaad moet worden beschouwd, net als een koopman. De mening is dat de leraar zo klein mogelijk moet worden gehouden. In het licht van deze visie is het belangrijk om de rol van de leraar in de opvoeding van kinderen te beoordelen. De leraar dient niet alleen kennis over te dragen, maar ook ruimte te bieden aan het zelfstandig denken en leren van kinderen.
In een andere bron wordt het idee van de leraar als begeleider aangehaald. De leraar dient niet alleen kennis over te dragen, maar ook ruimte te bieden aan het zelfstandig denken en leren van kinderen. In de tekst staat dat de leraar de leerlingen moet waarschuwen voor de gevaart van het onderwijs. Dit betekent dat de leraar moet luisteren naar de behoeften van de leerling, en hen helpen hun eigen weg te vinden. De leraar dient dus een begeleider te zijn, in plaats van een autoriteit die alleen kennis overdraagt.
In de bronnen wordt ook gesproken over de invloed van de opvoeding van kinderen. Er wordt gesproken over het feit dat de opvoeding van de jeugd door anderen een experiment is, dat op een nog ongekend, onkenbaar mens uitgevoerd wordt. Dit betekent dat de opvoeding van kinderen vaak niet op de juiste manier gebeurt. De opvoeding dient echter ook niet te worden gezien als een kwestie van autoriteit, maar als een vorm van zelfopvoeding. Dit is een van de kernideeën van Nietzsche. Hij ziet de opvoeding van kinderen als een proces dat niet alleen door anderen moet worden gedaan, maar ook door de kinderen zelf.
De zelfopvoeding is een centraal thema in de visie van Nietzsche op opvoeding. In de bronnen wordt opgemerkt dat de opvoeding van de jeugd door anderen ofwel een experiment is, of een principiele nivellering. In beide gevallen is het werk van ouders en leraren, die een vermetel en eerlijk man nos ennemis naturels heeft genoemd. De zelfopvoeding is dus de enige manier waarop kinderen hun eigen weg kunnen vinden. De leraar dient hierin een rol te spelen, maar niet als een autoriteit, maar als een begeleider.
In meerdere bronnen wordt ook kritiek geuit op het huidige onderwijsstelsel. Er wordt gesproken over het feit dat het onderwijs in grote staten altijd hoogstens middelmatig is, omdat het op dezelfde redenen werkt als grote keukens. De moderne mens verlangt snel onderwijs om in korte tijd een geldverdienend wezen te kunnen worden, maar ook grondig genoeg om een zeer-veel-geldverdienend wezen te kunnen worden. Dit betekent dat het onderwijs niet langer gericht is op beschaving, maar op economische doelen. De kritiek is dat het huidige onderwijs de mens geen cent meer cultuur geeft dan gunstig is voor de economie, maar dit minimum aan cultuur is verplicht.
In de bronnen wordt ook gesproken over de toekomst van de onderwijsinstellingen. Er wordt gesproken over het feit dat de heersende moraal onderwijs dat eenzaam maakt, onderwijs dat veel tijd vergt en dat doelen stelt die geld en handel overstijgen, verfoeit. De toekomst van de onderwijsinstellingen is dus niet bepaald rooskleurig. Er wordt gesproken over het feit dat de moderne mens verlangt naar snel onderwijs, maar ook naar grondigheid. Dit betekent dat het huidige onderwijs niet langer gericht is op beschaving, maar op economische doelen.
In meerdere bronnen wordt ook gesproken over de invloed van filosofie op het onderwijs. Er wordt gesproken over het feit dat de filosofie niet langer een rol speelt in het onderwijs, maar dat het op de plaats van filosofie wordt vervangen door godsdienst. Dit betekent dat het onderwijs niet langer gericht is op filosofie, maar op godsdienst. De kritiek is dat het huidige onderwijs de mens geen cent meer cultuur geeft dan gunstig is voor de economie, maar dit minimum aan cultuur is verplicht.
In de bronnen wordt ook gesproken over de rol van de leraar in het onderwijs. Er wordt gesproken over het feit dat de leraar in het tijdperk van de boeken moet worden gezien als overbodig, omdat de zelfopvoeding en verbroederingsopvoeding algemener worden. Dit betekent dat de leraar niet langer nodig is, maar dat het ook niet mogelijk is om de leraar te vervangen door de zelfopvoeding. De leraar dient dus nog steeds een rol te spelen in het onderwijs, maar dan als een begeleider in plaats van een autoriteit.
In meerdere bronnen wordt ook gesproken over de invloed van de filosofie op de opvoeding. Er wordt gesproken over het feit dat de filosofie niet langer een rol speelt in de opvoeding, maar dat het op de plaats van filosofie wordt vervangen door godsdienst. Dit betekent dat de opvoeding niet langer gericht is op filosofie, maar op godsdienst. De kritiek is dat het huidige onderwijs de mens geen cent meer cultuur geeft dan gunstig is voor de economie, maar dit minimum aan cultuur is verplicht.
In de bronnen wordt ook gesproken over de invloed van de filosofie op de onderwijsinstellingen. Er wordt gesproken over het feit dat de filosofie niet langer een rol speelt in de onderwijsinstellingen, maar dat het op de plaats van filosofie wordt vervangen door godsdienst. Dit betekent dat de onderwijsinstellingen niet langer gericht zijn op filosofie, maar op godsdienst. De kritiek is dat het huidige onderwijs de mens geen cent meer cultuur geeft dan gunstig is voor de economie, maar dit minimum aan cultuur is verplicht.
In meerdere bronnen wordt ook gesproken over de invloed van de filosofie op de opvoeding van kinderen. Er wordt gesproken over het feit dat de filosofie niet langer een rol speelt in de opvoeding van kinderen, maar dat het op de plaats van filosofie wordt vervangen door godsdienst. Dit betekent dat de opvoeding van kinderen niet langer gericht is op filosofie, maar op godsdienst. De kritiek is dat het huidige onderwijs de mens geen cent meer cultuur geeft dan gunstig is voor de economie, maar dit minimum aan cultuur is verplicht.
De visie van Friedrich Nietzsche op opvoeding en onderwijs is rijk aan inzichten. Hij ziet de leraar als een noodzakelijk kwaad, maar ook als een begeleider. De zelfopvoeding is een centraal thema in zijn visie op opvoeding. De kritiek op het huidige onderwijs is dat het niet langer gericht is op filosofie, maar op godsdienst. De toekomst van de onderwijsinstellingen is dus niet bepaald rooskleurig. De invloed van de filosofie op het onderwijs is echter nog steeds van toepassing. De leraar dient dus nog steeds een rol te spelen in het onderwijs, maar dan als een begeleider in plaats van een autoriteit.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet