Lichamelijke opvoeding in de kindertuin: Belang en praktijk
juli 8, 2025
Micha de Winter, hoogleraar pedagogiek en een van de invloedrijkste denkers in de Nederlandse opvoedings- en jeugdbeleidsgeschiedenis, heeft een duidelijke visie op opvoeding. Volgens hem is opvoeding niet alleen een taak van ouders, maar een gedeelde verantwoordelijkheid van alle volwassenen in het leven van kinderen. Zijn visie is gericht op het creëren van een pedagogische civiele samenleving waarin kinderen zich kunnen ontwikkelen tot burgers met een sterke identiteit, empathie, en betrokkenheid bij de maatschappij. In dit artikel wordt zijn visie geanalyseerd aan de hand van de informatie uit de bronnen, inclusief zijn kritiek op de huidige opvoedingspraktijk, zijn oproep tot samenwerking en zijn visie op de rol van onderwijs en maatschappelijke hulp.
Micha de Winter benadrukt dat opvoeding een collectieve verantwoordelijkheid is, waarin niet alleen ouders, maar ook leerkrachten, gemeenten, vrijwilligers, en andere betrokkenen een rol spelen. In zijn boek Medemenselijk opvoeden benadrukt hij dat opvoeding niet alleen gericht moet zijn op gedrag, maar ook op identiteitsontwikkeling, waarden en de mate waarin kinderen zich kunnen ontwikkelen tot burgers die actief deel kunnen nemen aan de maatschappij. Volgens hem is het belangrijk om te kijken naar de omgeving van het kind, en niet alleen naar het kind zelf. Dit is volgens hem de sleutel om een betere wereld te creëren.
De visie van De Winter is gebaseerd op het idee dat kinderen in een omgeving moeten opgroeien waarin ze zich veilig en gewenst voelen, en waarin ze kunnen leren omgaan met strijd, onzekerheid en complexiteit. In zijn visie is opvoeding geen technisch proces, maar een morele en maatschappelijke uitdaging. Het gaat erom dat kinderen leren om te denken, te reflecteren en zich te verantwoorden, in plaats van alleen maar te luisteren en te gehoorzamen.
De Winter ziet de huidige opvoedingspraktijk vaak als een verarming. Hij kritiseert het feit dat er te veel wordt gekeken naar gedrag en te weinig naar de diepere redenen achter dat gedrag. Volgens hem is het verkeerd om opvoeding te reduceren tot gedragsregulering, zoals veel opvoedprogramma’s doen. Hij ziet de vergelijking met een puppy-training als een teken van de verkeerde benadering. In plaats van alleen te focussen op het negeren van ongewenst gedrag of het belonen van gewenst gedrag, moet opvoeding gericht zijn op het ontwikkelen van een sterke identiteit, empathie en een betrokkenheid bij de maatschappij.
De Winter benadrukt ook dat er te veel wordt gekeken naar labels en risico’s in de huidige samenleving. Dit leidt tot een toename aan diagnoses en behandelingen, waarvan veel op medicatie berusten. Hij waarschuwt voor de gevolgen van een te vroeg ingrijpen en benadrukt dat het belangrijk is om kinderen te laten groeien in een omgeving waarin ze hun eigen keuzes mogen maken en leren om te leren van fouten.
Een belangrijk deel van de visie van De Winter is de rol van de maatschappij in de opvoeding. Hij benadrukt dat opvoeding niet alleen een taak is van ouders, maar ook van gemeenten, onderwijs, jeugdwerking, en vrijwilligers. In een artikel uit Het Kind benadrukt hij dat er meer geïnvesteerd moet worden in de onderlinge verbindingen tussen ouders, leerkrachten, en andere betrokkenen. Hij roept op tot een grotere betrokkenheid van de maatschappij om problemen te voorkomen in plaats van pas te reageren op symptomen.
In een andere bron wordt duidelijk gemaakt dat de Winter een sterke visie heeft op de rol van gemeenten bij het tijdig ondersteunen van kinderen die in moeilijke situaties terechtkomen. Hij benadrukt dat het belangrijk is om te kijken naar de oorzaken van problemen in plaats van alleen de symptomen te behandelen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door samenwerking tussen gemeenten, vrijwilligers, en andere betrokkenen.
De Winter ziet het onderwijs als een belangrijk onderdeel van de opvoeding. Hij benadrukt dat opvoeding en onderwijs bijdragen aan inburgering, maar niet op de manier zoals dat voor migranten doorgaans bedoeld is. In plaats daarvan moet iedereen uitgedaagd worden om een burger te worden, iemand die actief betrokken is en bereid is om een rol in de samenleving te spelen. Dit is volgens hem cruciaal om te voorkomen dat we uiteindelijk in een dictatuur terechtkomen.
Hij benadrukt ook dat het belangrijk is om democratisch burgerschap te bevorderen, met begrippen als verantwoordelijkheid, respect, en rechtvaardigheid als onderdeel van de dagelijkse moraal. Hij ziet echter ook dat de samenleving hierin onzeker over is, en dat kinderen hierin vaak niet goed op worden voorbereid. Hij benadrukt dat het belangrijk is om kinderen te laten meebeslissen wat ze nodig hebben om problemen op te lossen, en dat dit een vorm van agency is die ze nodig hebben om zich in de maatschappij te kunnen bewegen.
De visie van Micha de Winter op opvoeding is gericht op het creëren van een collectieve verantwoordelijkheid waarin kinderen zich kunnen ontwikkelen tot burgers met een sterke identiteit, empathie, en betrokkenheid bij de maatschappij. Hij benadrukt dat opvoeding niet alleen een taak is van ouders, maar ook van leerkrachten, gemeenten, en andere betrokkenen. Hij ziet de huidige praktijk vaak als een verarming en benadrukt het belang van een bredere benadering van opvoeding, waarin zowel de persoonlijke ontwikkeling als de maatschappelijke verantwoordelijkheid centraal staan. Zijn visie benadrukt de noodzaak van samenwerking en het voorkomen van problemen in plaats van pas te reageren op symptomen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet