Lichamelijke opvoeding en de biologische visie van Midas Dekkers
juli 8, 2025
Het Mattheuseffect is een sociologisch fenomeen dat vaak wordt gebruikt om de ongelijkheid in het onderwijs en de ontwikkeling van kinderen te verklaren. Het fenomeen, genoemd naar het evangelie van Matteüs, beschrijft hoe mensen die al voorsprong hebben, steeds meer voordelen verwerven, terwijl degenen die in een nadeel zijn, verder achterop raken. In het onderwijs is dit effect van groot belang, aangezien het kan leiden tot een kloof tussen leerlingen met verschillende achtergronden. De bronnen tonen aan dat het Mattheuseffect niet alleen een psychologisch mechanisme is, maar ook een sociaal en educatief probleem dat aandacht verdient. In dit artikel worden de gevolgen van het Mattheuseffect in de opvoeding besproken, inclusief mogelijke oplossingen en aanbevelingen voor ouders, leerkrachten en onderwijsinstellingen.
Het Mattheuseffect, ook wel het "rich get richer and the poor get poorer"-mechanisme genoemd, is een sociologisch concept dat beschrijft hoe mensen die al in een gunstige positie verkeren, steeds meer voordelen verwerven, terwijl degenen die in een minder gunstige positie beginnen, verder achterop raken. In het onderwijs is dit effect van toepassing op de ontwikkeling van leesvaardigheden, maar ook op andere leerprestaties en het welzijn van kinderen. Het fenomeen is vooral van invloed op kinderen uit verschillende sociaaleconomische achtergronden, waarbij de voorsprong van sommige kinderen zich blijft uitbreiden, terwijl anderen in de val lopen van het "neerwaartse spiraal"-mechanisme.
In de context van het onderwijs wordt het Mattheuseffect vaak gebruikt om de kloof tussen leerlingen te verklaren. Kinderen die vroeg in hun schoolloopbaan al een voorsprong hebben, zoals een grotere woordenschat, betere leesvaardigheden of een positieve houding tegenover lezen, ontwikkelen zich sneller en worden steeds betere lezers. Aan de andere kant ervaren zwakke lezers vaak moeite met lezen, waardoor ze minder geneigd zijn om te lezen. Hierdoor ontwikkelen hun leesvaardigheden zich trager, wat hen verder ontmoedigt. Ze worden geconfronteerd met moeilijkheden die de ervaring van lezen negatief maken, en hierdoor komen ze in een neerwaartse spiraal terecht. Dit leidt tot een steeds groter wordende kloof tussen sterke en zwakke lezers.
Een belangrijk onderdeel van het Mattheuseffect in het onderwijs is de invloed van verwachtingen. De bronnen laten zien dat de verwachtingen van leerkrachten en ouders een grote rol spelen in de leerprestaties van kinderen. Als een leerkracht lagere verwachtingen heeft van een kind, kan dit leiden tot een lagere prestatie, ook al heeft het kind het potentieel om beter te presteren. Het valt op dat leerkrachten vaak onbewust hogere verwachtingen hebben van sommige kinderen, wat kan leiden tot een ongelijkheid in de kansen die kinderen krijgen. Dit fenomeen wordt ook wel het "Mattheuseffect" genoemd in de context van onderwijs.
De bronnen tonen aan dat het versterken van het pedagogisch-didactisch handelen van de leerkracht niet voldoende is om gelijke kansen te garanderen. Het is belangrijk dat leerkrachten bewust hogere verwachtingen ontwikkelen en een meer objectieve blik gaan bezigen. Als hoge positieve verwachtingen uitblijven, zullen kinderen niet presteren naar hun leerpotentie. Het is immers de leerkracht die aan de hand van persoonlijke percepties het leren organiseert, stuurt en hier meer of minder effectieve feedback op geeft. De invloed van verwachtingen staat gelijk aan hoe hoog de lat wordt gelegd voor kinderen. Wanneer de lat structureel lager wordt gelegd, dan zullen kinderen niet de sprong maken die zij in potentie in zich hebben.
Ouders spelen een cruciale rol bij het bevorderen van leesvaardigheid. Studies hebben aangetoond dat kinderen die thuis worden voorgelezen en aangemoedigd worden om te lezen, beter presteren op school. Door ouders bewust te maken van het belang van voorlezen en samen lezen, kunnen ze bijdragen aan de leesontwikkeling van hun kind. Drie elementen zijn hierbij van groot belang: tijd, aandacht en attitude. Besteed leestijd samen met kinderen, heb je aandacht er dan bij en zorg voor een positieve houding ten opzichte van lezen.
De betrokkenheid van ouders is ook van groot belang bij het verkleinen van de kloof tussen kinderen met verschillende sociaaleconomische achtergronden. Een leerling die goed kan leren, maar die uit een gezin met laagopgeleide ouders komt, kan zich bij een hoog schooladvies thuis niet begrepen voelen en loopt daardoor het risico alsnog op een lager niveau te eindigen. Juist die betrokkenheid en stimulans van ouders is zo belangrijk voor de schoolloopbaan van kinderen. Andersom geldt ook dat het voor hoogopgeleide ouders moeilijk kan zijn om te accepteren dat hun zoon of dochter minder goed kan leren. In beide gevallen is het belangrijk om tijdig al met ouders hierover het gesprek te voeren. Tijdig betekent niet wachten tot groep 8. Als school heb je vaak al eerder in de gaten of een leerling zich beter of juist minder goed ontwikkelt dan je op basis van de sociaal-economische achtergrond van het gezin mag verwachten. Door tijdig in gesprek te gaan, is er meer tijd om begrip op te bouwen bij ouders zodat zij hun verwachtingen ook bij kunnen stellen.
Het onderwijs speelt een cruciale rol in het verkleinen van de kloof tussen kinderen met verschillende achtergronden. De bronnen tonen aan dat de school de aanvankelijke verschillen verkleint. Kinderen worden slimmer als ze naar school gaan, en het is belangrijk dat het onderwijs zowel de talenten als de behoeften van elke leerling ondersteunt. De onderwijsinstellingen moeten ervoor zorgen dat leerlingen hun gaven en talenten kunnen ontplooien. Dat vraagt het kennen van je leerlingen, hen oprecht en eerlijk zien en ouders tijdig betrekken als je vermoedt dat een leerling zich anders ontwikkelt dan ouders mogelijk verwachten.
De kloof verkleinen is een van de kernproblemen in het onderwijs. Niet alleen het feit dat er in gezinnen minder geld is, ook de afstand in cultureel en sociaal kapitaal dragen bij aan de kloof. Hoe je spreekt, de gewoonten en tradities van je familie, de groepen waartoe je behoort, de contacten die je hebt en de normen en waarden die je deelt. Onbewust wordt op basis van verschillen in sociaal en cultureel kapitaal onderscheid gemaakt tussen mensen. Dat is de conclusie van de Vlaams-Nederlandse opiniemaker Tim ’S Jongers, die het boek Armoede uitgelegd aan mensen met geld heeft geschreven. Hij heeft het ook over een vierde pijler, die maakt dat de kloof groter wordt, namelijk instantiekapitaal: weten hoe overheidsinstanties werken. En dat is zeker in deze tijden van digitalisering een hekelig punt.
Er zijn verschillende aanpakken die kunnen bijdragen aan het verkleinen van de kloof tussen kinderen met verschillende achtergronden. De bronnen laten zien dat het inzetten van tutoren, het monitoren van het leerproces en gerichte feedback, het inzetten van kleine groepjes en coöperatief leren effectief kunnen zijn. Deze methoden helpen bij het versterken van de leerprestaties van kinderen die in de achterstand raken.
Daarnaast is het belangrijk dat leerkrachten en ouders bewust omgaan met hun verwachtingen. Het is belangrijk dat leerkrachten ervan overtuigd zijn dat alle kinderen in staat zijn om het maximale uit zichzelf te halen. En dat die kinderen het vertrouwen krijgen, opdat die leerpotentie ook bewaarheid wordt. De praktijk laat nu helaas zien dat dit niet aan de orde van de dag is. Integendeel. Het is zo belangrijk dat bij docenten de wil bestaat om te geloven dat alle leerlingen succesvol kunnen zijn en dat de docenten willen geloven dat hun eigen verwachtingen daar grotendeels aan ten grondslag liggen.
Het Mattheuseffect in het onderwijs is een complex fenomeen dat veel invloed heeft op de leerprestaties en het welzijn van kinderen. De bronnen laten zien dat de kloof tussen kinderen met verschillende achtergronden kan worden verkleind door actief te werken aan gelijke kansen, betrokkenheid van ouders en een betere inpassing van leerkrachten. Het is belangrijk dat het onderwijs zowel de talenten als de behoeften van elke leerling ondersteunt en dat ouders en leerkrachten bewust omgaan met hun verwachtingen. Door dit te doen, kunnen we ervoor zorgen dat alle kinderen de kans krijgen om hun potentieel te ontwikkelen en te ontplooien.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet