Moeilijk opvoedbare kinderen: Hoe een speciaal onderwijs helpt bij het leren en groeien
juli 8, 2025
Ouders met een licht verstandelijk beperking (LVB) hebben een verantwoordelijkheid voor de opvoeding van hun kinderen, maar deze verantwoordelijkheid kan complex zijn. Het Nederlands Jeugdinstituut heeft in 2019 een document samengesteld waarin wordt beschreven wat er bekend is over wat werkt bij ouders met een LVB die ondersteuning nodig hebben bij het opvoeden van hun kinderen. Daarnaast is er een bijzondere leerstoel ‘LVB, ouderschap en jeugdbescherming’ ingesteld aan de Universiteit van Amsterdam om kennis te vergroten over de uitdagingen en mogelijkheden voor gezinnen van ouders met een LVB. In dit artikel worden de belangrijkste thema’s, richtlijnen en ondersteuningsmogelijkheden besproken, met aandacht voor de rol van de overheid, professionals en het informele netwerk bij het begeleiden van ouders met een LVB.
Goed genoeg opvoederschap is een begrip dat in de richtlijnen jeugdhulp is omschreven. Voor ouders met een LVB kan goed genoeg opvoederschap haalbaar zijn, mits er een goed steunend netwerk en passende hulpverlening is. Dit vraagt maatwerk per gezin en hiervoor is het belangrijk dat:
Ook voor ouders met een LVB kan goed genoeg opvoederschap haalbaar zijn. Vaak zijn er dan een goed steunend netwerk en passende hulpverlening nodig. Ouders met een LVB kunnen moeite hebben met het begrijpen van abstracte begrippen en het abstract redeneren. Hun denken is concreet en minder snel. Ze hebben problemen met de transfer van het geleerde in de ene situatie naar een andere situatie. De denkprocessen (executieve functies) verlopen trager, waardoor mensen met een LVB meer problemen hebben met informatieverwerking en dus meer tijd nodig hebben om iets te leren.
Er zijn verschillende factoren die het opvoederschap van ouders met een LVB kunnen beïnvloeden. De omgevingsfactor armoede, de ouderfactor ouderproblematiek en de omgevingsfactor samenleving spelen hierin een rol. Armoede kan samenhangen met opvoederschap en kansen van kinderen. Ouders die in armoede leven geven aan niet altijd in de basisbehoeften van het gezin te kunnen voorzien en stress te ervaren. Door deze stress komt de band tussen ouders en kinderen soms onder druk te staan. Dat kan te maken hebben met de volgende redenen:
De overheid moet passende hulp bieden aan ouders met een LVB. Het Internationaal Verdrag van de Rechten van het Kind (IVRK) stelt dat de overheid voorzieningen moet creëren voor de zorg van kinderen (artikel 18 lid 2 IVRK), en ouders waar nodig een toereikende levensstandaard moet bieden (artikel 27 IVRK). Tegelijkertijd heeft de overheid de plicht om kinderen te verzekeren van de bescherming en zorg die nodig zijn voor hun welzijn (artikel 3 lid 2 IVRK). Ze moet voorzieningen bieden die kindermishandeling voorkomen (artikel 19 IVRK) en alle passende maatregelen bieden die het herstel na kindermishandeling bevorderen (artikel 39 IVRK). In 2016 ratificeerde Nederland het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Hierin staat onder meer dat mensen met een handicap, zoals een LVB, het recht hebben om te trouwen en een gezin te stichten. Ook verplicht Nederland zich om aan personen met een handicap passende hulp te verlenen om hun verantwoordelijkheden op het gebied van de verzorging en opvoeding van hun kinderen te kunnen verrichten (artikel 23 Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap).
HouVast is een programma waarbij de HouVast-werker samenwerkt met gezinnen op een oplossingsgerichte, planmatige en transparante wijze. De HouVast-werker ondersteunt de gezinnen en hun netwerk naar een blijvende ‘goed genoeg’ situatie voor de kinderen. De interventie HouVast is specifiek ontwikkeld om gezinnen van ouders met een LVB te ondersteunen en is gebaseerd op wetenschappelijke inzichten over ‘wat werkt’. Er is een intensieve variant, HouVast-i, waarin vanuit een positieve werkrelatie met de ouders gewerkt wordt aan het versterken van de beschermende factoren: accepteren van hulp, een stevig steunend netwerk en vergroten van de opvoedvaardigheden. HouVast-werkers benaderen het gezin vanuit een oplossingsgerichte basishouding en kijken met een groeimindset naar de mogelijkheden en kansen van het gezin. Vanuit de goede werkrelatie worden openingen gevonden om eerlijk te zijn met elkaar over de zorgen. Er wordt aangesloten bij de leerstrategieën van ouders met een LVB: veel oefenen, herhalen, het gebruik van visuele ondersteuning en dergelijke. Als er stabiliteit ontstaat wordt de hulp niet afgesloten, maar wordt de waakvlam-variant ingezet: HouVast-w. Er blijft een vinger aan de pols en de HouVast-werker blijft aanspreekpunt voor het gezin. En als het nodig is kan hulp opnieuw worden geïntensiveerd. Zo kan de intensiteit van de hulp steeds worden aangepast aan de wisselende ondersteuningsbehoefte van het gezin.
In de praktijk zien we vaak kortdurende, niet passende hulp, en veel terugval van het gezin, wat uiteindelijk vaak uitmondt in hulp in het gedwongen kader. De problemen in het gezin zijn daardoor geëscaleerd. Dat zien we ook terug in de literatuur. Gezinnen van ouders met een LVB met jonge kinderen komen vaak pas in beeld als er zorgen zijn over de opvoeding. Kwalitatief praktijkonderzoek laat zien dat de zorgen die er zijn, worden aangepakt met kortdurende en slecht samenhangende interventies, waarbij de kans bestaat dat het gezin vervolgens van crisis naar crisis gaat (Van der Meer, 2019), en de veiligheid van de kinderen in het geding komt. Als de ontwikkeling van een kind ernstig wordt bedreigd, en de noodzakelijke hulpverlening niet door ouders wordt geaccepteerd, kan de kinderrechter hulp in het gedwongen kader opleggen met een ondertoezichtstelling (OTS).
De samenleving moet bijdragen aan de opvoeding van kinderen en jongeren. Dit is geregeld in de 'Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte' (WGBH/CZ) die in 2003 in werking trad. Ouders met een LVB hebben het recht op adequaat ondersteuning bij de opvoeding van hun kinderen. De overheid moet passende hulp bieden aan ouders met een LVB. De wet passend onderwijs heeft als doel zo veel mogelijk leerlingen op een reguliere school onderwijs te laten volgen. Zo worden ze naar verwachting beter voorbereid op een vervolgopleiding en kunnen ze beter participeren in de samenleving. Het speciaal onderwijs is niet verdwenen. Kinderen en jongeren die het echt nodig hebben, kunnen nog steeds naar een speciale school. Schoolbesturen hebben een wettelijke zorgplicht: zij moeten elk kind een passende onderwijsplek bieden. Een passende onderwijsplek kan de eigen school zijn, eventueel met extra ondersteuning in de klas, een andere reguliere school in de regio of een school in het speciaal onderwijs.
Ouders met een licht verstandelijk beperking hebben een verantwoordelijkheid voor de opvoeding van hun kinderen, maar deze verantwoordelijkheid kan complex zijn. Goed genoeg opvoederschap is haalbaar als er een goed steunend netwerk en passende hulpverlening is. De overheid moet passende hulp bieden aan ouders met een LVB, en de samenleving moet bijdragen aan de opvoeding van kinderen en jongeren. HouVast is een effectieve interventie die gericht is op het begeleiden van gezinnen van ouders met een LVB. In de praktijk zien we echter vaak kortdurende, niet passende hulp, en veel terugval van het gezin, wat uiteindelijk vaak uitmondt in hulp in het gedwongen kader. Daarom is het belangrijk dat professionals alert zijn op mogelijke ouderproblematiek en de opvoedcompetenties van ouders met een LVB beoordelen. De wetgeving en samenleving moeten bijdragen aan de opvoeding van kinderen en jongeren, en passende hulp bieden aan ouders met een LVB.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet