Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap: Rol en Belang bij de Opvoeding van Kinderen
juli 8, 2025
Het opvoeden van een kind met een licht verstandelijk beperking (LVB) of het opgroeien in een gezin waarvan de ouders een LVB hebben, brengt unieke uitdagingen met zich mee. Uit onderzoek blijkt dat kinderen van ouders met een LVB vaker cognitieve en gedragsproblemen vertonen dan kinderen van gemiddeld begaafde ouders. Daarnaast kunnen ouders met een LVB moeilijkheid hebben met het aanpassen van hun opvoedingsstijl, wat kan leiden tot onveiligheidsgevoelens en hechtingsproblemen bij het kind. Toch is het opvoeden van kinderen met een LVB mogelijk, mits er voldoende ondersteuning en preventie wordt geboden. In dit artikel worden de uitdagingen, mogelijke oplossingen en aanbevelingen besproken, gebaseerd op de beschikbare bronnen.
Een van de belangrijkste uitdagingen bij het opvoeden van een kind met een LVB is het beperkte inlevingsvermogen van de ouders. Ouders met een LVB hebben vaak moeite met het begrijpen van de behoeften en ontwikkeling van hun kind. Dit kan leiden tot onveiligheidsgevoelens en hechtingsproblemen bij het kind. Bovendien is het vaak lastig om regels te stellen en consequent te zijn, omdat ouders vaak weinig inzicht hebben in hun eigen mogelijkheden en beperkingen. Ook kan het zwart-wit denken van ouders leiden tot autoritaire opvoedingsstijlen en veelvuldig bestraffen.
Daarnaast is het opvoeden van kinderen met een LVB vaak ingewikkelder dan bij andere kinderen. De ouders moeten vaak bewuster zijn met het overwegen van wat belangrijk is voor de toekomst van het kind. Dit betekent dat er vaak meer aandacht is voor de ontwikkeling van praktische vaardigheden en kennis, ook al levert dit voor het kind frustratie op. De samenleving legt veel nadruk op zelfredzaamheid, wat kan leiden tot een onbalans tussen wat de ouders zelf belangrijk vinden en wat de samenleving als belangrijk beschouwt.
Ouders met een LVB zijn in staat om hun kinderen op te voeden, mits ze daarbij preventief, langdurig en samenhangend ondersteund worden. Het is belangrijk dat er een sterke werkrelatie is met zorgprofessionals en dat er vertrouwen wordt gevestigd. Ouders met een LVB hebben vaak veel faalervaringen in de jeugdzorg, waardoor ze zorgmoe zijn en bang zijn om hulp aan te vragen. Dit hulpmijdend gedrag kan opgevat worden als hulpweigeren, wat opnieuw kan leiden tot gedwongen hulp en ondertoezichtstelling.
Om dit te voorkomen, is het belangrijk dat professionals vertrouwen hebben in de mogelijkheden van ouders met een LVB en hen goed toerusten in het vrijwillige en het gedwongen kader. Daarnaast is een goed ondersteend netwerk van belang, zowel op sociaal als emotioneel niveau. Het heeft een positieve invloed op de opvoeding als ouders beschikken over een steunend netwerk dat hen helpt bij het opvoeden van hun kind.
Er zijn meerdere initiatieven en onderzoeken gericht op het opvoeden van kinderen met een LVB. Het Nederlands Jeugdinstituut heeft in 2019 het document "Wat werkt voor licht verstandelijk beperkte ouders" samengesteld, waarin beschreven staat wat er bekend is over wat werkt bij ouders met een LVB die ondersteuning nodig hebben bij het opvoeden van hun kinderen. Daarnaast is er een handreiking "Begeleiden van ouders met een LVB en multiproblematiek" die concrete handelingsadviezen geeft voor professionals die ouders met een LVB begeleiden.
De bijzondere leerstoel "LVB, ouderschap en jeugdbescherming" aan de Universiteit van Amsterdam onderzoekt wat het betekent voor mensen met een LVB om ouder te zijn in onze maatschappij, wat de uitdagingen en mogelijkheden zijn voor gezinnen van ouders met een LVB en hoe zij daarbij zo goed mogelijk ondersteund kunnen worden. Professor Maroesjka van Nieuwenhuijzen benadrukt dat het belangrijk is dat ouders met een LVB voldoende ondersteuning krijgen om hun kinderen zelf op te voeden.
Wanneer er bij één of meerdere gezinsleden sprake is van een LVB, kan dit invloed hebben op de interactie in het gezin en de zelfredzaamheid. Vaak is er op enige manier ondersteuning nodig. Het opvoeden van een kind met een LVB of het opgroeien in een gezin waarvan ouder(s) een LVB hebben kan uitdagend zijn. Er is vaak een vorm van hulp of ondersteuning nodig in deze gezinnen. Hierbij kun je bijvoorbeeld denken aan opvoedondersteuning voor de ouders, individuele hulp voor één of meerdere gezinsleden, of hulp voor het hele gezin als systeem.
Kinderen met een LVB hebben vergeleken met kinderen zonder deze beperking vaker ondersteuning nodig bij het opgroeien. Dit kan ondersteuning zijn bij gedragsproblemen of bij het opgroeien naar volwassenheid of op school. Het verschilt per kind en per gezin welke ondersteuning nodig is. Zeker als er aanvullende psychische of gedragsproblemen zijn, is het voor passende hulpverlening van belang om goed te analyseren wat de oorzaak is van de problemen.
Ouders met een LVB kunnen moeilijkheden ondervinden bij het opvoeden van hun kinderen. Ze vragen vaak niet om hulp, omdat ze niet zien wat er mist of mislukt in de opvoeding. Ze zijn onvoldoende in staat om het kind in zijn fysieke, sociaal emotionele en cognitieve ontwikkeling te stimuleren. Doordat zij weinig inzicht hebben in hun eigen mogelijkheden en beperkingen, kunnen zij moeilijk reflecteren op hun rol als ouder.
Daarnaast is het opvoeden van een kind met een LVB vaak ingewikkelder dan bij andere kinderen. De ouders moeten vaak bewuster zijn met het overwegen van wat belangrijk is voor de toekomst van het kind. Dit betekent dat er vaak meer aandacht is voor de ontwikkeling van praktische vaardigheden en kennis, ook al levert dit voor het kind frustratie op. De samenleving legt veel nadruk op zelfredzaamheid, wat kan leiden tot een onbalans tussen wat de ouders zelf belangrijk vinden en wat de samenleving als belangrijk beschouwt.
Het opvoeden van een kind met een LVB of het opgroeien in een gezin waarvan de ouders een LVB hebben, is een uitdaging, maar het is mogelijk. Ouders met een LVB zijn in staat om hun kinderen op te voeden, mits ze daarbij preventief, langdurig en samenhangend ondersteund worden. Het is belangrijk dat er een sterke werkrelatie is met zorgprofessionals en dat er vertrouwen wordt gevestigd. Ouders met een LVB hebben vaak veel faalervaringen in de jeugdzorg, waardoor ze zorgmoe zijn en bang zijn om hulp aan te vragen. Dit hulpmijdend gedrag kan opgevat worden als hulpweigeren, wat opnieuw kan leiden tot gedwongen hulp en ondertoezichtstelling.
Om dit te voorkomen, is het belangrijk dat professionals vertrouwen hebben in de mogelijkheden van ouders met een LVB en hen goed toerusten in het vrijwillige en het gedwongen kader. Daarnaast is een goed ondersteend netwerk van belang, zowel op sociaal als emotioneel niveau. Het heeft een positieve invloed op de opvoeding als ouders beschikken over een steunend netwerk dat hen helpt bij het opvoeden van hun kind. De samenleving moet ook aandacht besteden aan de positie van jeugdigen en ouders met een LVB die, vanwege hun complexe problematiek, specialistische hulp en ondersteuning nodig hebben.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet