Moeilijk opvoedbaar kind van 17 jaar: Oorzaken, hulp en oplossingen
juli 8, 2025
Lichamelijke opvoeding is een essentieel onderdeel van het basisonderwijs en speelt een cruciale rol in de ontwikkeling van kinderen. In dit artikel wordt ingegaan op de praktijk van lichamelijke opvoeding, de didactische benaderingen, de rol van de leraar en de belangrijkste leerdoelen. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de toelatingseisen voor de opleiding tot leraar lichamelijke opvoeding, de rol van de KVLO en de betekenis van beweging voor de gezondheid van kinderen.
Lichamelijke opvoeding in het basisonderwijs
Lichamelijke opvoeding (LO) is een vak dat gericht is op het leren door te bewegen. Het richt zich op drie centrale thema’s: leren bewegen, samen leren bewegen en leren over bewegen. In een veilige leeromgeving, zowel fysiek als mentaal, wordt het kind gestimuleerd om zich te ontdekken op zijn of haar eigen niveau. De docenten proberen plezier centraal te houden, zodat kinderen zich prettig en veilig voelen bij het leren.
In de onderbouw worden de lessen vaak beoordeeld op basis van vier criteria: Meedoen, Atletiek, Spel en Turnen. In de bovenbouw sluit het vak af met schoolonderzoeken. LO wordt in alle vier de leerjaren gegeven. In de bovenbouw wordt vaak hetgeen uit de lagere klassen herhaald, en wordt de leerling opgeleid voor het examen. LO moet minimaal met een voldoende worden afgesloten in klas 3 en 4.
Voor het vak LO is een specifieke kleding vereist. Tijdens LO draagt men een Flora-shirt, korte- of lange sportbroek, zaalschoenen en eventueel een strakke sporthoofddoek. Tijdens de lessen moet het haar in een staart worden opgestoken, en mogen er geen sieraden worden gedragen. Om op een externe locatie te komen, is een fiets nodig.
Didactische benaderingen en praktijk
De lessen lichamelijke opvoeding zijn gericht op het opbouwen van vaardigheden. De leerling start op zijn of haar eigen niveau en bouwt deze zo ver mogelijk uit binnen de eigen mogelijkheden. Na oefenles(sen) volgt een afsluitles voor een beoordeling. Plezier staat centraal bij dit vak. De lesmethode is gericht op het leren door te doen, zodat kinderen zich kunnen ontwikkelen in hun bewegingsvaardigheden.
Er zijn ook sportgroepen waarin leerlingen extra lessen kunnen volgen, bijvoorbeeld als ze talent hebben voor sport. In deze groepen wordt er extra aandacht besteed aan het ontwikkelen van sportieve vaardigheden.
Toelatingseisen voor de opleiding tot leraar lichamelijke opvoeding
Voor de bacheloropleiding tot Leraar Lichamelijke Opvoeding (HALO) is een havo- of vwo-diploma vereist. Alle profielen binnen havo en vwo sluiten hierop aan, evenals een mbo-opleiding op niveau 4. Bij een mbo-opleiding op niveau 4, zoals sport en bewegen/coördinator, kan de opleiding in drie jaar worden afgerond. Dit wordt de verkorte leerroute (VL) genoemd. De student krijgt hierbij in het begin van het studiejaar meer informatie over.
Er zijn ook aanvullende toelatingseisen. De student moet deelnemen aan een Meet & Matchdag, waarbij hij of zij een aantal theorie- en praktijklessen doorloopt, inclusief een didactisch practicum. Daarnaast wordt er een diagnostische test gedaan op sportieve vaardigheden en algemene motoriek. Deze test moet binnen drie weken na de Meet & Matchdag zijn beoordeeld.
Belang van lichamelijke opvoeding voor de gezondheid van kinderen
Lichamelijke opvoeding is niet alleen belangrijk voor de ontwikkeling van bewegingsvaardigheden, maar ook voor de mentale en fysieke gezondheid van kinderen. Door actief te zijn, worden kinderen gestimuleerd om hun lichaam te leren kennen en te ontdekken wat ze kunnen. Dit draagt bij aan de ontwikkeling van zelfvertrouwen, sociaal gedrag en mentale uitstraling.
Daarnaast helpt lichamelijke opvoeding bij het voorkomen van ziektes zoals obesitas en diabetes. Door regelmatig te bewegen, wordt de gezondheid van kinderen ondersteund. De KVLO, de belangenvereniging voor docenten en leerkrachten lichamelijke opvoeding, speelt een belangrijke rol in het bevorderen van voldoende en goed bewegingsonderwijs.
Opleiding tot leraar lichamelijke opvoeding
De opleiding tot leraar lichamelijke opvoeding (HALO) is toegankelijk voor studenten met een passie voor educatie en sport. De opleiding richt zich op het leren van didactische methoden, het ontwikkelen van een leerplan en het begeleiden van leerlingen in hun bewegingsontwikkeling. De opleiding staat bekend om haar uitgebreide theorie en praktijk.
De opleiding is gericht op het leren van de didactische analyse, en het boek "Lichamelijke opvoeding op de basisschool" is een belangrijk leerboek voor studenten. Dit boek bevat informatie over de praktijk van de vakleerkracht, de didactische benaderingen en de rol van de leraar.
Onderwijs en de rol van de KVLO
De KVLO is de grootste belangenvereniging voor docenten en leerkrachten lichamelijke opvoeding. De KVLO speelt een cruciale rol in het bevorderen van voldoende en goed bewegingsonderwijs. De vereniging heeft meer dan 10.000 leden en stelt zich in voor de belangen van docenten.
De KVLO helpt bij het opbouwen van een goede onderwijskwaliteit en werkt mee aan het ontwikkelen van leerplannen en onderwijsonderdelen. De vereniging stelt ook voor dat er meer aandacht is voor de kwaliteit van de lichamelijke opvoeding in het basisonderwijs.
Conclusie
Lichamelijke opvoeding is een essentieel onderdeel van het basisonderwijs. Het zorgt voor een goede ontwikkeling van de bewegingsvaardigheden, mentale gezondheid en fysieke gezondheid van kinderen. De opleiding tot leraar lichamelijke opvoeding biedt studenten de kans om dit vak goed te leren beheren en te begeleiden. De KVLO speelt een belangrijke rol in het bevorderen van voldoende en goed bewegingsonderwijs. Door actief te zijn, worden kinderen gestimuleerd om zich te ontwikkelen en hun lichaam te leren kennen.
Vorige week een nieuwe gevel bij de BSO gekregen. Nieuwe kozijnen, nieuw glas en deur.
