Mindful opvoeden in een druk bestaan: een praktische gids voor ouders
juli 8, 2025
In de LO-les speelt het leren van motorische vaardigheden een centrale rol. Tijdens het leren bewegen wordt vaak uitgegaan van expliciet of impliciet leren. In de bronnen is te zien dat het begrip impliciet leren al langere tijd een rol speelt in de pedagogische praktijk, maar dat er ook nieuwe inzichten zijn gekomen. In dit artikel wordt ingegaan op de kern van het impliciet leren, de voordelen en nadelen ervan, en hoe dit zich verhoudt tot andere benaderingen, zoals het expliciet leren. De bronnen uit LO Magazine en andere bronnen geven inzicht in de toepassing van deze methode in de praktijk van leraars en de discussies eromheen.
Impliciet leren is een vorm van leren waarbij leerlingen vaardigheden op een onbewuste manier ontwikkelen. Dit gebeurt vaak zonder dat de leraar expliciet instructies geeft of de leerling bewust aandacht besteedt aan het leren van een bepaalde vaardigheid. In plaats daarvan leren leerlingen door het uitvoeren van bewegingen, het observeren van anderen, en het leren door te experimenteren. In de bronnen wordt deze vorm van leren aangeduid als “een foutloos leren, het gebruik van externe focus, een constraint-led benadering en differentieel leren, waarbij rekening wordt gehouden met de handelingsmogelijkheden die de omgeving biedt” (LO Magazine, 2024).
In de praktijk betekent dit dat leerlingen bijvoorbeeld leren hoe ze een bal kunnen afslaan of een sprong kunnen maken, zonder dat de leraar expliciet uitlegt hoe dat moet. De leerling leert via het uitproberen en het leren door te experimenteren. Dit is in het verleden vaak een onderschatte vorm van leren geweest, maar in de afgelopen jaren is er meer aandacht gekomen voor de waarde van dit soort leren. In een artikel uit LO Magazine (2024) wordt benadruid dat het impliciet leren een cruciale rol speelt bij het leren van motorische vaardigheden, vooral in de jongere leeftijdscategorieën.
Er zijn meerdere voordelen van het impliciet leren. Ten eerste is het leren via het uitproberen en het experimenteren vaak efficiënter dan het expliciet leren. Dit komt doordat leerlingen zich niet hoeven te concentreren op het leren van een bepaalde techniek, maar juist kunnen leren door te bewegen. Dit kan leiden tot een betere motorische ontwikkeling en een groter gevoel voor balans en coördinatie.
Bijvoorbeeld, in een artikel uit LO Magazine (2024) wordt uitgelegd dat het leren van een balwerpsprong of een balafslag vaak gebeurt via het uitproberen en het leren door te experimenteren. Dit leidt niet alleen tot betere vaardigheden, maar ook tot een groter gevoel van zelfvertrouwen bij leerlingen. In veel gevallen is het leren van een techniek via het uitproberen van de leerling zelf, in plaats van via instructies van de leraar, een betrouwbaardere manier.
Daarnaast wordt in de bronnen ook aangegeven dat het impliciet leren in het bewegingsonderwijs ook een rol speelt in de ontwikkeling van sociale vaardigheden. In het artikel “Bewegingsonderwijs, buitenspelen en beweegactiviteiten in en rondom de school” wordt benadruid dat het leren via het uitproberen en het experimenteren ook kan bijdragen aan het leren van samenwerking, communicatie en het leren van regels. Dit is in het bewegingsonderwijs van groot belang, omdat leerlingen vaak met elkaar werken en hun vaardigheden aanwenden in een groepssituatie.
Hoewel het impliciet leren veel voordelen heeft, zijn er ook nadelen. Een van de belangrijkste nadelen is dat leerlingen soms niet goed weten wat ze moeten leren of hoe ze de juiste technieken kunnen toepassen. In het artikel “Beter leren bewegen” (LO Magazine, 2024) wordt opgemerkt dat het leren via het uitproberen soms leidt tot foutieve bewegingspatronen, vooral bij jonge leerlingen. Dit kan leiden tot een verkeerd leren van bepaalde technieken.
Daarnaast kan het impliciet leren ook leiden tot onduidelijkheid bij leerlingen. Als er geen duidelijke instructies zijn, kunnen leerlingen niet weten of ze de juiste techniek toepassen. In het artikel “Wat is goed bewegingsonderwijs?” (LO Magazine, 2023) wordt opgemerkt dat leerlingen vaak niet weten of ze de juiste techniek toepassen, en dat dit kan leiden tot frustratie en een gebrek aan motivatie.
In de bronnen wordt ook duidelijk gemaakt wat het verschil is tussen expliciet en impliciet leren. Expliciet leren gebeurt wanneer de leraar duidelijke instructies geeft en de leerling bewust aandacht besteedt aan het leren van een bepaalde vaardigheid. In tegenstelling tot het impliciet leren, waarbij de leerling de vaardigheid op een onbewuste manier ontwikkelt.
In het artikel “Beter leren bewegen” (LO Magazine, 2024) wordt uitgelegd dat het expliciet leren in het verleden vaak werd gevolgd met een focus op het efficiënt aanleren van specifieke vaardigheden, zoals de volleybalservice. Hierbij werd de aandacht gericht op de interne focus, wat wil zeggen dat de leerling zich op het lichaam richt. Nu wordt er meer aandacht besteed aan het gebruik van externe focus, wat wil zeggen dat de leerling zich richt op de omgeving en het leren door te experimenteren.
In de praktijk is het expliciet leren dus vaak gericht op het leren van specifieke technieken, terwijl het impliciet leren meer gericht is op het leren door te experimenteren en het uitproberen van verschillende bewegingen. In veel gevallen is het combineren van beide benaderingen de meest effectieve manier om leerlingen te laten leren.
In de bronnen wordt duidelijk gemaakt dat het impliciet leren in de praktijk vaak wordt toegepast in de vorm van bewegingsactiviteiten die gericht zijn op het uitproberen en het leren door te experimenteren. In het artikel “Bewegend leren: zorg of zegen” (LO Magazine, 2023) wordt benadruid dat leerlingen vaak meer tijd doorbrengen met bewegingsactiviteiten dan met klassikale lessen. Dit kan leiden tot een betere motorische ontwikkeling en een groter gevoel van zelfvertrouwen.
In het artikel “Bewegingsonderwijs, buitenspelen en beweegactiviteiten in en rondom de school” (LO Magazine, 2023) wordt aangegeven dat het leren via het uitproberen en het experimenteren ook kan bijdragen aan het leren van regels en het leren van samenwerking. Dit is in het bewegingsonderwijs van groot belang, omdat leerlingen vaak met elkaar werken en hun vaardigheden aanwenden in een groepssituatie.
De leraar heeft een cruciale rol bij het leren via het uitproberen en het experimenteren. In het artikel “Beter leren bewegen” (LO Magazine, 2024) wordt aangegeven dat de leraar moet zorgen voor een omgeving waarin leerlingen vrij zijn om te experimenteren en te leren. Hierbij is het belangrijk dat de leraar niet te veel instructies geeft, maar juist een omgeving creëert waarin leerlingen hun eigen strategieën kunnen ontwikkelen.
In het artikel “Impliciet leren als toegift op impliciet leren” (LO Magazine, 2021) wordt benadruid dat het leren via het uitproberen en het experimenteren vooral werkt als de leraar een omgeving creëert waarin leerlingen zich vrij voelen om te experimenteren. Hierbij is het belangrijk dat de leraar niet te veel beperkingen oplegt, maar juist ruimte geeft om te leren.
Het impliciet leren is een belangrijke vorm van leren in het bewegingsonderwijs. Het leren via het uitproberen en het experimenteren is efficiënter dan het expliciet leren, vooral in de jongere leeftijdscategorieën. Het heeft voordelen zoals een betere motorische ontwikkeling, een groter gevoel van zelfvertrouwen en een betere ontwikkeling van sociale vaardigheden. Tegelijkertijd zijn er ook nadelen, zoals het risico op verkeerde bewegingspatronen en onduidelijkheid bij leerlingen. De combinatie van expliciet en impliciet leren is in veel gevallen de meest effectieve manier om leerlingen te laten leren. De rol van de leraar is hierbij cruciaal, want het leren via het uitproberen vereist een omgeving waarin leerlingen vrij zijn om te experimenteren en hun eigen strategieën te ontwikkelen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet