De visie van Micha de Winter op opvoeding: een collectieve verantwoordelijkheid voor een betere wereld
juli 8, 2025
De HBO-opleiding Lichamelijke Opvoeding (ALO) biedt een uitgebreid programma aan voor studenten die als leraar lichamelijke opvoeding aan de slag willen. Deze opleiding is bedoeld om studenten voor te bereiden op een carrière in het onderwijs, waarbij bewegingsonderwijs centraal staat. De opleiding is gericht op het leren van kinderen en jongeren om actief en gezond te blijven, en biedt een brede basis in zowel sporten als onderwijs. In dit artikel worden de belangrijkste informatiepunten over de inschrijving en de opleiding besproken, gebaseerd op de beschikbare bronnen.
De HBO-opleiding Lichamelijke Opvoeding (ALO) is gericht op het ontwikkelen van professionele vaardigheden die nodig zijn om als leraar te werken in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs, speciaal onderwijs, en mbo. De opleiding is gericht op zowel de theorie als de praktijk, en stelt studenten in staat om effectief te leren, te coachen en te onderwijzen. De opleiding duurt vier jaar en is voltijds. De opleiding is opgenomen in de registratie van instellingen en opleidingen (RIO), en heeft een officiële naam: "Leraar 1e graad Lichamelijke Opvoeding".
Voor toelating tot de opleiding is een havo- of vwo-diploma vereist. Studenten met een mbo-diploma niveau 4 zijn eveneens toegelaten. Daarnaast zijn er aanvullende toelatingseisen. Deze omvatten het afleggen van een motorische vaardighedentest en het afleggen van het SMGO (Sportmotorisch Groeien Onderwijs). Deze tests zijn verplicht en moeten met een positief resultaat worden afgesloten. Daarnaast is deelname aan een Meet & Matchdag verplicht. Deze dagen dienen om te bepalen of de student en de opleiding goed bij elkaar passen. Tijdens deze dagen worden theorie- en praktijklessen gegeven, inclusief een didactisch practicum. Ook wordt de student diagnostisch getest op sportieve vaardigheden en algemene motoriek.
De inschrijving voor de opleiding moet plaatsvinden via Studielink. De deadline voor inschrijving is 1 mei. Studenten die zich voor deze deadline aanmelden, ontvangen een uitnodiging voor een bewegingsassessment. Dit assessment omvat een sportmedische keuring, waarvoor de student zelf een afspraak moet maken. Het resultaat van deze keuring is van belang voor de toelating tot de opleiding.
Naast de standaard toelatingseisen zijn er ook aanvullende eisen. Deze omvatten het afleggen van een digitale capaciteitentoets, vooral voor studenten die geen diploma hebben dat toelating biedt. Dit is het geval bij studenten vanaf 21 jaar. De toelatingseisen zijn dus niet alleen gericht op het hebben van een diploma, maar ook op het kunnen tonen van passie en geschiktheid voor de opleiding.
De opleiding is opgebouwd uit verschillende jaren, waarin de studenten zowel theorie als praktijk leren. In het eerste jaar ligt de nadruk op de basis van het leren en onderwijzen. De studenten leren hoe ze lessen kunnen voorbereiden, geven en evalueren. Daarnaast worden er vakken gegeven over motorisch leren, psychologie, pedagogiek en communicatie. De studenten leren ook over anatomie, fysiologie en EHBSO, aangezien ze zowel sportief als didactisch onderwijs geven. In het tweede jaar wordt de nadruk gelegd op het ontwikkelen van didactische vaardigheden en samenwerken in een team. In het derde jaar wordt de nadruk gelegd op het werken in het speciaal onderwijs of het mbo. In het vierde jaar wordt de nadruk gelegd op het combineren van de PABO- en ALO-opleiding, waardoor studenten twee diploma’s kunnen behalen.
Een belangrijk onderdeel van de opleiding is de praktijkervaring. Studenten lopen stages in verschillende onderwijscontexten, waaronder het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en speciaal onderwijs. Tijdens deze stages leren de studenten hoe ze effectief kunnen werken met groepen leerlingen, hoe ze sportactiviteiten kunnen organiseren en hoe ze kunnen samenwerken met collega’s. Daarnaast is er ook deelname aan sportpraktijklessen vereist, waarvoor een kledingpakket nodig is. Ook is er een cursus Medic First Aid (MFA) nodig, die deel uitmaakt van het lesprogramma van het eerste studiejaar.
Na afronden van de opleiding is er een breed aanbod aan beroepen. Studenten kunnen werken als leraar lichamelijke opvoeding in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs, speciaal onderwijs of mbo. Daarnaast is er de mogelijkheid om als buurtsportcoach of sportinstructeur aan de slag te gaan. Ook kunnen studenten doorstromen naar een masteropleiding, zoals de master Lichamelijke Opvoeding en Sportpedagogiek, master Sport Sciences, master Sportbeleid en Sportmanagement, master Bewegingswetenschappen, master Maatschappelijke opvoedingsvraagstukken, master Onderwijskunde, master Learning and Innovation en master Educational Needs.
Naast het wettelijk vastgestelde collegegeld zijn er ook andere kosten verbonden aan de opleiding. Deze omvatten de aanschaf van literatuur, readers en lesmateriaal van ongeveer € 250,- per studiejaar. Daarnaast is er een laptop nodig. Ook is er een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) nodig, die ongeveer € 40,- kost. Voor deelname aan de sportpraktijklessen is een kledingpakket nodig van ongeveer € 260,- (eenmalig). De cursus Medic First Aid (MFA) kost ongeveer € 36,-. Daarnaast zijn er ook kosten verbonden aan deelname aan kampen, zoals de Outdoor Experience, Watersport Experience en Wintersport Experience. Deze kosten variëren per jaar en per keuze van discipline.
De HBO-opleiding Lichamelijke Opvoeding (ALO) biedt een uitgebreid programma aan voor studenten die als leraar lichamelijke opvoeding aan de slag willen. De opleiding is gericht op zowel de theorie als de praktijk, en stelt studenten in staat om effectief te leren, te coachen en te onderwijzen. De toelatingseisen zijn duidelijk geregeld, en de opleiding biedt een brede basis in zowel sporten als onderwijs. Na afronden van de opleiding zijn er veel toekomstperspectieven, waaronder het werken als leraar lichamelijke opvoeding in verschillende onderwijscontexten, maar ook het werken als buurtsportcoach of sportinstructeur.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet