Ontwikkelingsgericht opvoeden volgens Martine Delfos
juli 8, 2025
Lichamelijke opvoeding, vaak afgekort tot LO, is een essentieel onderdeel van het schoolcurriculum. Het is gericht op het ontwikkelen van motorische vaardigheden, het leren omgaan met sporten, en het stimuleren van gezondheid en samenwerking. In zowel het basisonderwijs als het voortgezet onderwijs staat lichamelijke opvoeding standaard op het programma. In dit artikel worden de kernbegrippen, doelstellingen, en voordelen van lichamelijke opvoeding besproken, gebaseerd op de gegevens uit de bronnen.
Lichamelijke opvoeding is een vak dat gericht is op het lichamelijk bewegen en het ontwikkelen van motorische vaardigheden bij kinderen en jongeren. Het wordt vaak ook wel bewegingsonderwijs genoemd. Tijdens de lessen leren leerlingen niet alleen sporten, maar ook samenwerken, eerlijk spelen, en gezondheid en beweging in de juiste verhouding zien. Het is een essentieel onderdeel van het lesprogramma en speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.
In het basisonderwijs is lichamelijke opvoeding standaard op het programma. In het voortgezet onderwijs wordt het vaak gegeven als een van de kernvakken. Het vak is verplicht voor alle leerlingen op middelbare scholen, behalve voor leerlingen op VAVO-scholen. Het telt mee bij het combinatiecijfer, wat inhoudt dat het invloed heeft op het eindcijfer van de leerling.
De doelstellingen van lichamelijke opvoeding zijn uitgebreid en omvatten zowel motorische als sociale en emotionele vaardigheden. Tijdens de lessen leren leerlingen zich te bewegen, te spelen, en zich te ontspannen. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan het belang van een gezonde manier van leven en het ontwikkelen van sociale vaardigheden.
De kerndoelen van lichamelijke opvoeding zijn onderverdeeld in verschillende domeinen, waaronder:
De inhoud van de gymlessen varieert, afhankelijk van de school en de leeftijd van de leerlingen. Vaak komen er verschillende sporten aan bod, zoals atletiek, turnen, en verschillende balsporten zoals voetbal, basketbal en volleybal. Ook dans en zwemmen kunnen onderdeel zijn van het lesprogramma. Verder is er vaak aandacht voor spelletjes en oefeningen die de algemene motoriek verbeteren.
De lessen lichamelijke opvoeding zijn gericht op het stimuleren van beweging en gezondheid. Ze helpen leerlingen om hun lichaam actief te houden, waardoor ze beter kunnen functioneren in het dagelijks leven. Daarnaast leren ze om te spelen, te werken in groepen, en om te gaan met verliezen en winsten. Dit helpt bij het ontwikkelen van sociale vaardigheden en het leren omgaan met stress.
Lichamelijke opvoeding heeft veel voordelen voor kinderen en jongeren. Het helpt bij het verbeteren van de motoriek, het versterken van de spieren en botten, en het verbeteren van de conditie. Daarnaast leert het leerlingen om actief te blijven en een gezond levensstijl aan te gaan.
Een belangrijk voordeel van lichamelijke opvoeding is het stimuleren van gezondheid. Door actief te zijn, blijven kinderen gezond en verminderen ze het risico op ziektes zoals obesitas en diabetes. Daarnaast leren ze om om te gaan met stress en emotionele problemen, wat helpt bij het voorkomen van angst en depressie.
Lichamelijke opvoeding draagt ook bij aan de ontwikkeling van sociale vaardigheden. Door te spelen en te werken in groepen leren leerlingen om te communiceren, te samenwerken, en om te gaan met anderen. Dit helpt bij het opbouwen van vertrouwen en het leren omgaan met verschillen.
In het basisonderwijs is lichamelijke opvoeding standaard op het programma. Het is een essentieel onderdeel van het lesprogramma en speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen. In de lagere jaren leren kinderen zich te bewegen, te spelen, en zich te ontspannen. Ze leren ook om te werken in groepen, om te communiceren, en om om te gaan met verliezen en winsten.
In de bovenbouw van het basisonderwijs leren kinderen meer over sporten en beweging. Ze leren verschillende technieken uit te voeren, zoals balanceren, klimmen, en springen. Daarnaast leren ze hoe ze hun lichaam goed kunnen houden, wat helpt bij het voorkomen van klachten.
In het voortgezet onderwijs is lichamelijke opvoeding een verplicht vak voor alle leerlingen, behalve voor leerlingen op VAVO-scholen. Het telt mee bij het combinatiecijfer, wat inhoudt dat het invloed heeft op het eindcijfer van de leerling. In de bovenbouw van het voortgezet onderwijs leren leerlingen meer over sporten en beweging, waaronder het organiseren van toernooien en het leren omgaan met sporten en beweging in de samenleving.
De lessen lichamelijke opvoeding in het voortgezet onderwijs zijn gericht op het stimuleren van beweging en gezondheid. Ze helpen leerlingen om hun lichaam actief te houden, waardoor ze beter kunnen functioneren in het dagelijks leven. Daarnaast leren ze om te spelen, te werken in groepen, en om te gaan met verliezen en winsten.
Een belangrijk onderdeel van lichamelijke opvoeding is het opbouwen van teamgeest en samenwerking. Tijdens de lessen leren leerlingen om te spelen, te werken in groepen, en om te communiceren. Dit helpt bij het ontwikkelen van sociale vaardigheden en het leren omgaan met verschillen.
Door te werken in groepen leren leerlingen om te communiceren, om te gaan met verschillen, en om te samenwerken. Dit helpt bij het opbouwen van vertrouwen en het leren omgaan met stress.
Lichamelijke opvoeding is een essentieel onderdeel van het schoolcurriculum. Het draagt bij aan de ontwikkeling van kinderen en jongeren op verschillende vlakken. Tijdens de lessen leren ze niet alleen bewegen en sporten, maar ontwikkelen ze ook hun sociale vaardigheden, leren ze over gezondheid en ontdekken ze hoe leuk het kan zijn om actief bezig te zijn. Het is een belangrijk onderdeel van het lesprogramma en speelt een cruciale rol in de ontwikkeling van kinderen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet