Opvoeding van de Mastino Napoletano: Een Groot Hond Met Een Krachtige Aard
juli 8, 2025
Lichamelijke opvoeding en sport spelen een cruciale rol in het onderwijs, zowel op primair als voortgezet onderwijs. De kwaliteit en hoeveelheid uren die aan lichamelijke opvoeding (LO) worden besteed, zijn van groot belang voor de gezondheid, mentale ontwikkeling en het leerprestaties van kinderen. De informatie uit de bronnen laat zien dat beweging niet alleen een fysieke maar ook een psychosociale waarde heeft. Door beweging te combineren met leren, wordt de betrokkenheid van leerlingen vergroot en wordt hun mentale welzijn verbeterd. Daarnaast blijkt dat het aanbieden van actieve lessen en sportieve activiteiten in het schoolplein een positief effect heeft op de betrokkenheid van leerlingen en hun leerprestaties.
Lichamelijke opvoeding is een essentieel onderdeel van het curriculum, met als doel om kinderen te leren omgaan met beweging, sport en gezondheid. De kern van het vak ligt in het ontwikkelen van bewegingsvaardigheden, het leren omgaan met sport, en het stimuleren van een actieve levensstijl. De bronnen laten zien dat kinderen die voldoende uren aan lichamelijke opvoeding besteden, beter presteren op school en een beter mentaal welzijn hebben.
In de bronnen wordt aangegeven dat het aanbieden van lichamelijke opvoeding elk leerjaar en gespreid over de weken van het schooljaar verplicht is. Het aantal uren varieert per leerweg, met gemiddeld 2,5 lesuren voor vmbo, 2,2 voor havo en 2 voor vwo. Dit is gebaseerd op de situatie van 1 augustus 2005. De overheid heeft een beschermde status gegeven aan het vak lichamelijke opvoeding, zodat leerlingen voldoende uren krijgen. Het is echter wel duidelijk dat scholen niet altijd duidelijk weten wat de borging voor het vak betekent.
Er zijn verschillende studies en onderzoeken die aantonen dat beweging positief is voor het mentale welzijn van kinderen. Samen sporten en matig intensief bewegen op school leidt tot meer plezierbeleving en beter mentaal welbevinden (Bailey, 2006). Bovendien heeft bewegen een positief effect op belangrijke hersenactiviteiten die je gebruikt bij het leren (Collard et al., 2014). Sportieve activiteiten vergroten de betrokkenheid van leerlingen bij de school, wat leidt tot een positieve houding ten opzichte van de school.
Er is ook bewijs dat het aanbieden van actieve lessen in de klas de leerprestaties van leerlingen kan verbeteren. Door beweging te koppelen aan leren, zijn ze meer tijd actief gedurende de schooldag, zijn kinderen meer betrokken bij de les en stimuleert het de motivatie voor het leren (Mullender-Wijnsma et al., 2015). Daarnaast blijkt dat het aanbieden van buitenlessen en pauze-activiteiten de bewegingsniveau’s van kinderen verder versterkt. De bronnen laten zien dat kinderen tijdens buitenlessen ook meer in beweging zijn dan wanneer ze achter hun bureau zitten in de klas.
In het voortgezet onderwijs (VO) is lichamelijke opvoeding een verplicht onderdeel. De kerndoelen zijn opgedeeld in verschillende categorieën, afhankelijk van de leerling. De bronnen laten zien dat de meeste scholen aan het minimum aantal klokuren voor LO voldoen, maar er zijn ook scholen die verder boven of onder het gemiddelde aan lestijd voor LO inroosteren.
De hoeveelheid uren lichamelijke opvoeding is van belang voor de kwaliteit van het onderwijs. De overheid heeft ervoor gezorgd dat scholen het aantal uren LO moeten geven dat voor 1 augustus 2005 op het rooster stond. Er zijn echter ook scholen die te weinig uren besteden aan lichamelijke opvoeding, waardoor de inspectie regelmatig signalen ontvangt. Als blijkt dat er inderdaad te weinig uren lichamelijke opvoeding worden gegeven, dan maken wij herstelafspraken met het bestuur en de school.
In het primair onderwijs is lichamelijke opvoeding een verplicht onderdeel. De bronnen laten zien dat de meeste scholen aan het minimum aantal klokuren voor LO voldoen. Er zijn echter ook scholen die verder boven of onder het gemiddelde aan lestijd voor LO inroosteren. De hoeveelheid uren lichamelijke opvoeding is van belang voor de kwaliteit van het onderwijs.
In het voortgezet onderwijs is lichamelijke opvoeding eveneens een verplicht onderdeel. De bronnen laten zien dat het aandeel scholen met aanvullend lesaanbod sport en bewegen is gestegen, van 53 procent in 2014 naar 80 procent in 2022. Dit blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut onder docenten lichamelijke opvoeding (LO). De gemiddelde lestijden voor de reguliere lessen LO zijn over de tijd niet veranderd. Op alle onderwijsniveaus voldoet de meerderheid van de scholen aan het minimum aantal klokuren voor LO.
In het primair onderwijs is lichamelijke opvoeding een verplicht onderdeel. De bronnen laten zien dat de meeste scholen aan het minimum aantal klokuren voor LO voldoen. Er zijn echter ook scholen die verder boven of onder het gemiddelde aan lestijd voor LO inroosteren. De hoeveelheid uren lichamelijke opvoeding is van belang voor de kwaliteit van het onderwijs.
In het voortgezet onderwijs is lichamelijke opvoeding eveneens een verplicht onderdeel. De bronnen laten zien dat het aandeel scholen met aanvullend lesaanbod sport en bewegen is gestegen, van 53 procent in 2014 naar 80 procent in 2022. Dit blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut onder docenten lichamelijke opvoeding (LO). De gemiddelde lestijden voor de reguliere lessen LO zijn over de tijd niet veranderd. Op alle onderwijsniveaus voldoet de meerderheid van de scholen aan het minimum aantal klokuren voor LO.
Voor leerkrachten die lichamelijke opvoeding geven, zijn er verschillende opleidingsmogelijkheden en bevoegdheden. In het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs gelden dezelfde bevoegdheden. De bronnen laten zien dat een leerkracht in het voortgezet onderwijs ook bevoegd is bij het in bezit zijn van een akte J. Dit getuigschrift geeft bevoegdheid voor het geven van lichamelijke opvoeding in het basisonderwijs, speciaal onderwijs en vmbo.
In het speciaal onderwijs gelden dezelfde bevoegdheden als in het reguliere basisonderwijs. Uitzondering daarop is dat de speciale eis van de leergang ‘vakbekwaamheid bewegingsonderwijs’ geldt voor leerlingen vanaf zeven jaar (in plaats van groep drie tot en met acht zoals geldt in het reguliere basisonderwijs).
Er zijn verschillende uitdagingen bij lichamelijke opvoeding. De meeste docenten LO ervaaren belemmeringen door de LO-accommodaties. Ze vinden dat de inrichting onvoldoende is, de accommodaties verouderd zijn, er te weinig beschikbare accommodaties zijn, en de accommodaties te ver weg zijn van de school. De helft van de docenten LO wil dan ook in de toekomst veranderingen in de accommodatie(s) voor LO.
De coronamaatregelen hebben ook gevolgen voor de motorische ontwikkeling van basisschoolkinderen. Er is sprake van een daling van de motorische vaardigheden van kinderen. Dit blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut. De bronnen laten zien dat de motorische ontwikkeling van kinderen in de loop van de jaren is gedaald, vooral bij jongens. Dit is een belangrijk punt van aandacht, omdat de motorische ontwikkeling van kinderen essentieel is voor hun gezondheid en leerprestaties.
Sportieve activiteiten helpen om de betrokkenheid van leerlingen bij de school te vergroten. Er is licht bewijs dat een aantrekkelijk aanbod van sport en bewegen op school mogelijk een rol speelt in het verminderen van schoolverzuim en schooluitval. Dit zou kunnen komen door een positievere houding van leerlingen ten aanzien van de school en hogere mate van betrokkenheid bij school. Deze effecten zijn met name gevonden in het voortgezet onderwijs. Daarnaast kunnen hierdoor meer kinderen verschillende sportactiviteiten proberen en kan de school een rol spelen in de toeleiding naar een sportvereniging, waardoor kinderen weer meer en langer fysiek actief zijn.
Lichamelijke opvoeding en sport zijn essentieel voor de gezondheid, mentale ontwikkeling en leerprestaties van kinderen. De hoeveelheid uren die aan lichamelijke opvoeding worden besteed, is van groot belang voor de kwaliteit van het onderwijs. De overheid heeft ervoor gezorgd dat scholen het aantal uren LO moeten geven dat voor 1 augustus 2005 op het rooster stond. Er zijn echter ook scholen die te weinig uren besteden aan lichamelijke opvoeding, waardoor de inspectie regelmatig signalen ontvangt. Door beweging te combineren met leren, wordt de betrokkenheid van leerlingen vergroot en wordt hun mentale welzijn verbeterd. Daarnaast blijkt dat het aanbieden van actieve lessen en sportieve activiteiten in het schoolplein een positief effect heeft op de betrokkenheid van leerlingen en hun leerprestaties.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet