Religieuze opvoeding en de rol van jeugdliteratuur in de ontwikkeling van kinderen
juli 8, 2025
Lichamelijke opvoeding speelt een cruciale rol in de ontwikkeling van kinderen, zowel lichamelijk als mentaal. Tijdens de coronaperiode zijn er aanzienlijke veranderingen geweest in de manier waarop lichamelijke opvoeding wordt gegeven. De impact van de coronamaatregelen op het uithoudingsvermogen en de motorische ontwikkeling van leerlingen is duidelijk zichtbaar geweest. Bovendien zijn er aanpassingen gedaan aan de regels rond sporten en bewegen in het onderwijs, met name in verband met de coronamaatregelen. In dit artikel worden de gevolgen van de coronaperiode voor de lichamelijke opvoeding besproken, evenals aanbevelingen voor het verder opbouwen van lichamelijke activiteiten in het onderwijs.
Volgens het onderzoek van het Mulier Instituut, uitgevoerd door Maxine de Jonge en collega’s, was het gemiddelde uithoudingsvermogen van leerlingen in het voortgezet onderwijs na de eerste schoolsluiting significant lager dan voor de coronamaatregelen. Dit onderzoek, uitgevoerd in samenwerking met tien scholen, toont aan dat leerlingen na de coronamaatregelen minder fit zijn geworden. De gegevens zijn verzameld met de coopertest en de shuttleruntest, waarbij drie momenten werden bekeken: voor de coronamaatregelen (september 2018 – maart 2020), na de eerste schoolsluiting (september – december 2020) en na de tweede schoolsluiting (september – december 2021).
Er zijn geen significante verschillen tussen jongens en meisjes geconstateerd. Zowel jongens als meisjes hebben na de eerste schoolsluiting een lager uithoudingsvermogen vertoond ten opzichte van leerlingen van dezelfde leeftijd vóór de coronamaatregelen. Dit suggereert dat de coronamaatregelen een negatieve invloed hebben gehad op het lichamelijk vermogen van leerlingen, ongeacht het geslacht.
Tijdens de coronaperiode zijn er verschillende maatregelen genomen om sport en bewegen in het onderwijs te regelen. Volgens bron [2] is sport voor jeugdigen tot en met 17 jaar op buitensportlocaties toegestaan tussen 05.00 uur en 20.00 uur. Dit is een aanpassing ten opzichte van de eerdere tijdsregels. Ook is er aandacht besteed aan de voorzieningen op buitensportlocaties, met name voor jongeren tot 17 jaar. Ze mogen hier geen wedstrijden en competitie buiten eigen clubverband spelen, maar mogen wel trainen in de vooravond.
De regels voor lichamelijke opvoeding zijn aangepast, zodat ook (externe) binnensportlocaties weer open mogen voor het (bewegings)onderwijs, mits het onderdeel uitmaakt van het curriculum. Ook schoolzwemmen en “natte gymlessen” vallen onder het onderwijscurriculum en zijn dus vanaf 10 januari 2022 weer toegestaan. Zwembaden mogen voor dat doel dus opengesteld worden.
De coronamaatregelen hebben ook invloed gehad op de motorische ontwikkeling van kinderen. Volgens bron [3] is de motorische vaardigheid van basisschoolkinderen in de afgelopen jaren sterk achteruitgegaan. Dit wordt ondersteund door cijfers uit 2020, waarin 60,7% van de kinderen van 4 tot 12 jaar voldoende beweegt, volgens de beweegrichtlijnen. Daarnaast is de fysieke fitheid minder goed ontwikkeld dan 20 jaar geleden.
Een onderzoek naar de gevolgen van de eerste lockdown door corona laat ook zien dat een groter deel van de basisschoolkinderen in Nederland motorisch minder vaardig is dan kinderen van die leeftijd vóór de lockdown. Vooral kwetsbare groepen, zoals kleuters en kinderen die al een bewegingsachterstand hadden, laten de grootste achteruitgang zien. Dit benadruidt de noodzaak om op de basisschool structureel voor voldoende en goed bewegen te zorgen.
Bewegen heeft een positief effect op het mentaal welzijn van kinderen. Volgens bron [3] is het duidelijk dat kinderen die vaker sporten en bewegen, vaker tevreden zijn met hun leven en zich gelukkiger voelen dan kinderen die lichamelijk inactief zijn. Deze positieve effecten zijn te verklaren door psychologische en fysiologische factoren, zoals het opwekken van endorfinen, die een gevoel van geluk en euforie geven. Samen sporten en bewegen heeft een sterk verband met mentaal welzijn.
Bovendien heeft bewegen een positief effect op de cognitieve ontwikkeling van kinderen. Er is bewijs dat langdurig bewegen het bloedvoorziening van de hersenen en de ontwikkeling van de hersenstructuur beïnvloedt. Kortdurende beweegmomenten hebben direct effect op het verbeteren van aandacht. Structuur in bewegen leidt tot betere gezondheid, meer zelfvertrouwen en welzijn, zonder dat het ten koste gaat van leerprestaties.
Om de negatieve gevolgen van de coronamaatregelen op te vangen, is het belangrijk om actief in te zetten op meer en beter bewegen in het onderwijs. Volgens bron [3] zijn er vijf belangrijke argumenten om in te zetten op meer en beter bewegen:
Om dit te bereiken, is het belangrijk dat (vak)leerkrachten in hun lessen bewegingsonderwijs differentiëren op vaardigheidsniveau en sociale interacties. Daarnaast is het belangrijk om begeleide, actieve pauzes en passend naschools aanbod te organiseren. Hiermee wordt ervoor gezorgd dat alle kinderen mee kunnen doen en plezier hebben aan bewegen.
De coronamaatregelen hebben een negatieve invloed gehad op het uithoudingsvermogen en de motorische ontwikkeling van leerlingen. Er zijn aanpassingen gedaan aan de regels rond sporten en bewegen in het onderwijs, met name in verband met de coronamaatregelen. Het is belangrijk dat lichamelijke opvoeding opnieuw op de kaart komt te staan, zowel op het gebied van gezondheid als mentaal welzijn. Door actief in te zetten op meer en beter bewegen in het onderwijs, kan worden bijgedragen aan een betere ontwikkeling van kinderen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet