Opvoeden van een Maltezerpup: Richtlijnen en Tips voor een Gelukkige Hond
juli 8, 2025
Lichamelijke opvoeding, afgekort als LO, is een essentieel onderdeel van het onderwijs in Nederland en België. Het omvat bewegingsonderwijs dat gericht is op het ontwikkelen van motorische vaardigheden, sociaal gedrag, en gezondheid. In dit artikel worden de belangrijkste aspecten van lichamelijke opvoeding besproken, waaronder de doelen, de opbouw van het vak, en het belang van beweging voor kinderen.
Lichamelijke opvoeding (LO) is een vak dat gericht is op het lichamelijk en psychomotorisch ontwikkelingsproces van leerlingen. Het wordt in Nederland gegeven op het voortgezet onderwijs (VO), terwijl het in België op het secundair onderwijs (SO) gegeven wordt. In de volksmond wordt het vaak aangeduid als gymnastiek of kortweg gym. Ook in het basisonderwijs staat lichamelijke opvoeding standaard op het programma. Het vak is verplicht voor alle leerlingen op middelbare scholen, behalve voor leerlingen op VAVO-scholen, en telt mee bij het combinatiecijfer.
De kerndoelen binnen lichamelijke opvoeding zijn geschreven voor verschillende domeinen, waaronder:
De leerdoelen bij lichamelijke opvoeding zijn onderverdeeld in drie categorieën:
Lichamelijke opvoeding wordt vaak gegeven op gymschoenen, soms is gymmen op blote voeten toegestaan. De lesvormen variëren per school en kunnen variëren van individuele oefeningen tot groepsactiviteiten. Belangrijke sporten die in de les voorkomen zijn:
Deze sporten helpen bij het ontwikkelen van fysieke vaardigheden, maar ook bij het stimuleren van teamgeest, sportiviteit en eerlijkheid.
Bewegingsonderwijs is essentieel voor de gezondheid en ontwikkeling van kinderen. Onderzoek bevestigt dat kinderen zich door bewegingsonderwijs motorisch beter ontwikkelen en fitter zijn. Spelen en sporten zijn de ideale manier om kinderen kennis te laten maken met verschillende vormen van bewegen. Zo ontwikkelen ze zich veelzijdig en ontdekken ze waar ze goed in zijn en wat ze leuk vinden.
Bewegen en sporten verbeteren niet alleen de gezondheid, vitaliteit en fitheid van leerlingen, maar ook hun schoolprestaties. Toch bewegen veel leerlingen te weinig: gemiddeld zitten ze 10,4 uur per dag. Het is daarom belangrijk dat scholen voldoende uren lichamelijke opvoeding aanbieden. In Nederland is het bewegingsonderwijs op de basisschool verplicht. Sinds 4 februari 2019 is er besloten dat scholen in het primair onderwijs minimaal twee uur bewegingsonderwijs per week moeten geven.
Lichamelijke opvoeding draagt bij aan het ontwikkelen van sociale vaardigheden. Door samen te werken, te spelen en te sporten leren leerlingen hoe ze met anderen omgaan, hoe ze samenwerken en hoe ze eerlijk zijn. Dit helpt bij het ontwikkelen van een positief sociaal gedrag en een betere samenwerking in de klas.
Lichamelijke opvoeding is een verplicht vak in het gemeenschappelijk deel van het programma voor zowel havo als vwo. Het vak is ingedeeld in verschillende domeinen, waaronder:
Leraren lichamelijke opvoeding worden opgeleid aan een Academie voor Lichamelijke Opvoeding. De universitaire studierichting lichamelijke opvoeding is van 1971 tot 1985 te volgen geweest op de Vrije Universiteit aan de Interfaculteit Lichamelijke Opvoeding. Hier werd lichamelijke opvoeding in brede zin bedoeld. Vanaf 1985 is het curriculum veranderd, en gekozen voor de naam Faculteit der Bewegingswetenschappen.
Lichamelijke opvoeding is ook een onderdeel van internationale sporten en activiteiten. De afkorting "LO" staat ook voor "Lager Onderwijs; lichamelijke opvoeding; Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers". Daarnaast zijn er diverse internationale organisaties die betrokken zijn bij lichamelijke opvoeding, zoals de International Council on Health Physical Education and Recreation (ICHPER) en de Internationale Schoolsport Federatie (ISF).
Lichamelijke opvoeding is een essentieel onderdeel van het onderwijs. Het draagt bij aan de fysieke, mentale en sociale ontwikkeling van leerlingen. Het is belangrijk dat scholen voldoende uren lichamelijke opvoeding aanbieden, zodat leerlingen zich goed kunnen ontwikkelen. Door beweging te stimuleren, helpen scholen bij het ontwikkelen van gezonde en actieve leerlingen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet