Maladaptief gedrag en de invloed op de ontwikkeling van kinderen
juli 8, 2025
Lichamelijke opvoeding speelt een cruciale rol in het lichaamsbewustzijn, de ontwikkeling van fysieke vaardigheden en het aanleren van bewegingspatronen bij jonge kinderen. In de kleutergroep, dat wil zeggen groepen 1 en 2, is acrobatiek een belangrijk onderdeel van het bewegingsonderwijs. Deze vorm van lichamelijke opvoeding helpt kinderen om hun evenwicht, coördinatie en lichaamsbewustzijn te ontwikkelen. De bronnen geven inzicht in de praktijk van acrobatiek in de kleutergroep, de methoden die worden gebruikt en de doelen die hiermee worden bereikt.
In de kleutergroep is het doel van acrobatiek om kinderen te leren omgaan met hun lichaam, evenwicht te ontwikkelen en bewegingen in samenwerking met anderen uit te voeren. De bronnen tonen aan dat acrobatiek wordt gebruikt om de ontwikkeling van fysieke vaardigheden te stimuleren, zoals het handstand zetten, het maken van acrobatische vormen en het samenwerken met andere kinderen. Hierbij staat de belevingsdoelen centraal, waarbij de ervaring van het kind centraal staat.
De kerndoelen voor bewegingsonderwijs in het primair onderwijs zijn gericht op het leren bewegen. In de kleutergroep is acrobatiek een manier om de kinderen te laten leren omgaan met hun lichaam en te werken aan het ontwikkelen van hun bewegingsvaardigheden. De bronnen geven aan dat het belangrijk is om de kinderen ruimte te geven om te experimenteren met verschillende bewegingen, zodat ze hun eigen mogelijkheden kunnen ontdekken.
In de praktijk worden bij acrobatiek verschillende bewegingen uitgevoerd, zoals het zetten van een handstand tegen de muur, het maken van een schouderzit, het gebruik van een platform of een scootertje en het samenwerken met anderen bij het uitvoeren van acrobatische vormen. De bronnen geven aan dat deze activiteiten worden gebruikt om de kinderen te leren omgaan met hun lichaam en te werken aan hun evenwicht en coördinatie.
In de kleutergroep wordt acrobatiek vaak gecombineerd met andere bewegingsactiviteiten, zoals het springen vanaf een verhoging, het klimmen en klauteren, en het spelen met bal en bobs. De bronnen tonen aan dat de kinderen hierbij veel ruimte krijgen om te experimenteren en hun eigen bewegingen te ontdekken. Dit helpt hen om hun zelfvertrouwen te vergroten en hun fysieke vaardigheden te ontwikkelen.
De leerkracht speelt een belangrijke rol bij het geven van acrobatiek in de kleutergroep. Ze moet ervoor zorgen dat de kinderen veilig kunnen oefenen en dat ze de juiste technieken leren. De bronnen geven aan dat de leerkracht bij acrobatiek moet letten op de veiligheid van de kinderen en ervoor moet zorgen dat ze de juiste bewegingen leren. Daarnaast is het belangrijk dat de leerkracht de kinderen helpt om hun eigen bewegingsmogelijkheden te ontdekken en te ontwikkelen.
De leerkracht moet ook zorgen voor een positieve omgeving waarin de kinderen zich veilig en op hun gemak voelen. Dit helpt hen om zich te laten gaan met hun bewegingen en hun zelfvertrouwen te vergroten. De bronnen geven aan dat de leerkracht ook moet letten op het gedrag van de kinderen en ervoor moet zorgen dat ze respect tonen voor elkaar en zich aan de regels houden.
Veiligheid is een belangrijk onderdeel van acrobatiek in de kleutergroep. De bronnen geven aan dat de leerkracht moet zorgen voor een veilige omgeving waarin de kinderen kunnen oefenen zonder gewond te raken. Dit omvat het gebruik van veilige materialen, het controleren van de omgeving en het leren van veilige bewegingen.
De leerkracht moet ook letten op het gedrag van de kinderen en ervoor zorgen dat ze de juiste technieken leren. Bijvoorbeeld, bij het zetten van een handstand moet de leerkracht zorgen voor een stevige ondergrond en ervoor zorgen dat de kinderen zich niet overhaaste bewegingen laten uitvoeren. Daarnaast is het belangrijk dat de leerkracht de kinderen helpt om hun eigen grenzen te leren en te leren omgaan met risico’s.
Bij acrobatiek is samenwerking een belangrijk onderdeel. De bronnen geven aan dat de kinderen vaak samenwerken bij het uitvoeren van acrobatische vormen, zoals het maken van een handstand in een acrovorm of het samenwerken bij het maken van een schouderzit. Hierbij leren de kinderen om te communiceren, te delen en te werken aan een gemeenschappelijk doel.
De leerkracht moet hierbij helpen bij het opzetten van samenwerkingsvormen en ervoor zorgen dat de kinderen de juiste technieken leren. Dit helpt hen om hun sociale vaardigheden te ontwikkelen en te leren omgaan met andere kinderen.
Bij acrobatiek is het belangrijk om de voortgang van de kinderen te beoordelen en te evalueren. De bronnen geven aan dat de leerkracht hierbij moet letten op de ontwikkeling van de fysieke vaardigheden van de kinderen, zoals het evenwicht, de coördinatie en het vermogen om bewegingen uit te voeren. Daarnaast is het belangrijk om de ervaring van het kind centraal te stellen en te kijken naar hoe de kinderen zich voelen bij het uitvoeren van de acrobatische vormen.
De leerkracht moet ook letten op het gedrag van de kinderen en ervoor zorgen dat ze zich veilig en op hun gemak voelen. Dit helpt hen om zich te laten gaan met hun bewegingen en hun zelfvertrouwen te vergroten.
Acrobatiek is een belangrijk onderdeel van het lichamelijke onderwijs in de kleutergroep. Het helpt de kinderen om hun evenwicht, coördinatie en lichaamsbewustzijn te ontwikkelen. De bronnen geven inzicht in de praktijk van acrobatiek, de methoden die worden gebruikt en de doelen die hiermee worden bereikt. De leerkracht speelt een belangrijke rol bij het geven van acrobatiek en moet ervoor zorgen dat de kinderen veilig kunnen oefenen en de juiste technieken leren. Veiligheid, samenwerking en beoordeling zijn belangrijke aspecten van acrobatiek in de kleutergroep.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet