Bewust opvoeden: een overzicht van thema’s, adviezen en praktische tips uit Kiind Magazine
juli 7, 2025
De lichamelijke opvoeding speelt een centrale rol in het basisonderwijs. In de jaren jaren tachtig, negentig en de jaren 2000 werden er tal van studies en publicaties gepubliceerd die de opbouw en uitvoering van lichamelijke opvoeding in het basisonderwijs bespreken. De bronnen tonen aan dat lichamelijke opvoeding niet alleen gericht is op fysieke ontwikkeling, maar ook bijdraagt aan het ontwikkelen van bewustzijn, samenwerking en het leren omgaan met risico’s. In dit artikel wordt ingegaan op de kern van lichamelijke opvoeding, de leerlijnen, de betrokkenheid van leerkrachten en de praktijk in het basisonderwijs.
Lichamelijke opvoeding, ook wel LO genoemd, is gericht op het ontwikkelen van lichamelijke vaardigheden, gezondheid en bewustzijn. Het doel van lichamelijke opvoeding in het primair onderwijs is om kinderen beter te leren bewegen. Hierbij gaat het om de kwaliteit van bewegen en het realiseren van de kerndoelen voor bewegingsonderwijs en de daarbij behorende leerlijnen bewegingsonderwijs. De kerndoelen zijn onderverdeeld in verschillende categorieën, waaronder kerndoelen voor leerlingen met een enkelvoudige beperking en/of stoornis, en kerndoelen voor zeer moeilijk lerende leerlingen of meervoudig gehandicapte leerlingen.
In de jaren tachtig en negentig werden er meerdere studies en publicaties gepubliceerd over leerlijnen en kerndoelen in het lichamelijke onderwijs. Zo bevatte de bron van deel 2000 van het tijdschrift Lichamelijke opvoeding meerdere artikelen over leerlijnen in het basisonderwijs, inclusief reguleringsdoelen en leerlijnen in het speciaal onderwijs. De kerndoelen voor bewegingsonderwijs zijn gericht op het ontwikkelen van bewegingsvaardigheden, het leren omgaan met risico’s en het ontwikkelen van een gezonde levensstijl.
De betrokkenheid van leerkrachten is essentieel voor een goed lopend lichamelijke opvoedingsprogramma. In de bronnen wordt duidelijk gemaakt dat een leerkracht bevoegd is om les te geven in het vak bewegingsonderwijs/lichamelijke opvoeding (LO) na het verkrijgen van een getuigschrift LO (hbo). Daarnaast is het belangrijk dat leerkrachten betrokken zijn bij het aanbieden van beweegactiviteiten vanuit de brede context, zoals spelen op het schoolplein, bewegend leren en sportdagen. Daarnaast is het belangrijk dat leerkrachten over voldoende kennis beschikken over de vakbekwaamheid van bewegingsonderwijs.
De praktijk van lichamelijke opvoeding in het basisonderwijs omvat verschillende activiteiten, waaronder het leren bewegen, het leren omgaan met risico’s, en het ontwikkelen van een gezonde levensstijl. De bronnen tonen aan dat het belangrijk is om te werken met een gestandaardiseerd curriculum, inclusief leerlijnen, kerndoelen en beoordelingscriteria. Daarnaast is het belangrijk om te werken met een passend aanbod van sportactiviteiten, inclusief sportdagen en sportclubs.
De bevoegdheid voor lichamelijke opvoeding in het basisonderwijs is geregeld in verschillende wetten en regelgevingen. Zo is een pabo-diploma van vóór 1 september 2005, mits begonnen aan de opleiding vóór 1 september 2001, waarbij zintuiglijke en lichamelijke oefening onderdeel was van het onderwijsprogramma, een bevoegdheid voor het geven van bewegingsonderwijs aan kleuters (groepen 1 en 2) in het po. Daarnaast is het belangrijk dat leerkrachten over voldoende kennis beschikken over de vakbekwaamheid van bewegingsonderwijs.
De samenwerking met sportclubs is belangrijk voor het aanbieden van een breed aanbod van sportactiviteiten. In de bronnen wordt aangegeven dat er initiatieven zijn rondom sport en bewegen in het mbo, waaronder het platform Sport en Gezonde leefstijl, dat mbo’s inspiratie geeft en enthousiasme geeft om sport en een gezonde leefstijl in het curriculum op te nemen.
Lichamelijke opvoeding speelt een belangrijke rol in het basisonderwijs. Het doel van lichamelijke opvoeding is om kinderen beter te leren bewegen, en het is gericht op het ontwikkelen van lichamelijke vaardigheden, gezondheid en bewustzijn. De betrokkenheid van leerkrachten is essentieel voor een goed lopend lichamelijke opvoedingsprogramma, en het is belangrijk dat leerkrachten over voldoende kennis beschikken over de vakbekwaamheid van bewegingsonderwijs. De praktijk van lichamelijke opvoeding omvat verschillende activiteiten, waaronder het leren bewegen, het leren omgaan met risico’s, en het ontwikkelen van een gezonde levensstijl. De samenwerking met sportclubs is belangrijk voor het aanbieden van een breed aanbod van sportactiviteiten.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet