Literatuur als instrument voor culturele opvoeding in de jeugd
juli 7, 2025
Lesvoorbereiding is een essentieel onderdeel van het lesgeven, vooral in de plastische opvoeding. Een goed voorbereide les zorgt ervoor dat leerlingen betrokken raken bij het leren en dat de lessen gestructureerd verlopen. In de plastische opvoeding staat het vormgeven en het maken van kunstwerken centraal, waarbij zowel het maken als het beschouwen van beelden een rol speelt. In dit artikel wordt uitgelegd hoe een lesvoorbereiding in de plastische opvoeding moet worden opgezet, welke werkvormen daarbij gebruikt kunnen worden en hoe het leren van leerlingen kan worden gestimuleerd.
Bij het voorbereiden van een les in de plastische opvoeding is het belangrijk om duidelijke en specifieke lesdoelen te formuleren. Deze doelen moeten zowel betrekking hebben op het leren van technieken als het ontwikkelen van creativiteit en esthetisch bewustzijn. De leerlingen moeten aan het einde van de les weten of kunnen wat ze moeten leren. Bijvoorbeeld: leerlingen kunnen leren hoe ze met kleurpotlood kunnen werken, hoe ze vormen kunnen maken met plastische materialen, of hoe ze beelden kunnen beschouwen en interpreteren. De lesdoelen moeten gericht zijn op het ontwikkelen van cognitieve en psychomotorische vaardigheden, en moeten aansluiten bij de leerlijnen van het basisonderwijs.
Voor een les in de plastische opvoeding is het belangrijk om al het benodigde materiaal klaar te hebben. Dit kan variëren van tekenmaterialen en schildermaterialen tot plastische materialen zoals klei, papier en karton. Ook kunnen audiovisuele materialen zoals beeldende kunstwerken, documentaires of demonstratiefilmpjes nuttig zijn om leerlingen te inspireren. Het is belangrijk dat de materialen goed georganiseerd zijn, zodat de leerkracht tijdens de les vlot kan werken. Daarnaast is het ook nodig om rekening te houden met eventuele afwijkende leerbehoeften, zoals bijvoorbeeld leerlingen met een visuele of motorische beperking, en de benodigde hulpmiddelen daarvoor klaar te hebben.
Bij het opzetten van een les in de plastische opvoeding is het belangrijk om een duidelijke opbouw te kiezen. Dit kan bestaan uit een introductie, kern en afsluiting. Tijdens de introductie wordt de aandacht van de leerlingen getrokken, bijvoorbeeld door een korte discussie of een activiteit waarin de leerlingen hun ervaringen met beeldende kunst delen. Tijdens de kern van de les worden de leerstof en technieken uitgelegd, en wordt er geoefend met het maken van kunstwerken. Tijdens de afsluiting wordt er samengevat en wordt er geïnformeerd over eventuele huiswerkopdrachten of verdere activiteiten.
Bij het opstellen van activiteiten is het belangrijk om te kiezen voor interactieve werkvormen die de betrokkenheid van de leerlingen vergroten. Bijvoorbeeld: groepsarbeid, demonstratie, zelfstandig werken, of het gebruik van digitale tools. Ook is het belangrijk om rekening te houden met het tijdsbestek van de les en de overgangen tussen de verschillende onderdelen. Bijvoorbeeld: de introductie duurt ongeveer 10 minuten, de kern 20 minuten en de afsluiting 10 minuten. Dit zorgt ervoor dat de les goed georganiseerd verloopt en dat de leerlingen op een gestructureerde manier kunnen werken.
Bij het voorbereiden van een les in de plastische opvoeding is het belangrijk om te differentiëren binnen de les. Dit betekent dat de leerkracht moet inspelen op verschillende niveaus en leerstijlen van de leerlingen. Bijvoorbeeld: sommige leerlingen kunnen sneller werken met beeldende materialen, terwijl anderen meer ondersteuning nodig hebben bij het begrijpen van technieken. Bij het gebruik van hulpmiddelen zoals visuele ondersteuning, manipulatie materialen en digitale tools wordt de lesstof toegankelijker gemaakt. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat beeldende kunstwerken worden gebruikt als inspiratie, of dat er gebruik wordt gemaakt van digitale tools zoals digitale tekenprogramma’s of virtuele ateliers.
Na de les is het belangrijk om te reflecteren op het verloop van de les en de leerresultaten. Dit kan bijvoorbeeld via een korte evaluatie of een bespreking met de leerlingen. De leerkracht kan ook aandacht besteden aan de vraag of de leerlingen de gestelde doelen behaald hebben, en of er nog aanpassingen nodig zijn voor latere lessen. Reflectie is een belangrijk onderdeel van het leren, en helpt de leerkracht om de lesvoorbereiding te verbeteren en de kwaliteit van het onderwijs te verhogen.
In de praktijk kan een lesvoorbereiding in de plastische opvoeding er als volgt uitzien. Stel dat je een les wilt geven over het werken met kleurpotlood aan groep 5. De doelen zijn: leerlingen kunnen leren hoe ze met kleurpotlood kunnen werken, en ze kunnen leren hoe ze kleuren kunnen mengen en effecten kunnen creëren. Tijdens de introductie wordt er een korte bespreking gehouden over de invloed van kleur in kunstwerken. Tijdens de kern van de les wordt er een demonstratie gegeven van het werken met kleurpotlood, en wordt er geoefend met het maken van een tekening. Tijdens de afsluiting wordt er samengevat en wordt er geïnformeerd over eventuele huiswerkopdrachten.
Er zijn verschillende werkvormen die gebruikt kunnen worden bij de plastische opvoeding. Bijvoorbeeld: het werken met instructiekaarten, het gebruik van gerichte waarneming, het stimuleren van reflectie en het aanbieden van voorbeelden. Instructiekaarten kunnen helpen bij het leren van technieken, terwijl gerichte waarneming helpt bij het leren van het interpreteren van beeldende kunst. Reflectie is belangrijk om het leren van leerlingen te stimuleren, en voorbeelden kunnen helpen bij het leren van nieuwe technieken.
Een goede lesvoorbereiding is essentieel voor een effectieve en gestructureerde les in de plastische opvoeding. Door duidelijke doelen te stellen, het juiste materiaal klaar te hebben, een duidelijke lesopbouw te kiezen, te differentiëren binnen de les en te reflecteren op het verloop van de les, kan de kwaliteit van het onderwijs worden verhoogd. De plastische opvoeding biedt veel ruimte voor creativiteit en esthetisch bewustzijn, en is daarom een belangrijk onderdeel van het basisonderwijs. Door effectieve werkvormen en praktische aanpak te kiezen, kan de leerkracht ervoor zorgen dat leerlingen op een gestructureerde manier kunnen werken en leren.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet