Week van de Opvoeding 2015: Samenwerking en Inspiratie voor Ouders en Onderwijs
juli 7, 2025
Het opvoeden van kinderen is een uitdaging die zowel emotioneel als intellectueel zwaar kan zijn. In de bronnen die zijn geleverd, wordt duidelijk gemaakt dat opvoeden geen natuurlijke vaardigheid is, maar iets dat geleerd moet worden. De kern van het opvoeden ligt in het aanbieden van een veilige, stimulerende omgeving, het geven van structuur en grenzen, en het stimuleren van zelfstandigheid. In dit artikel worden praktische tips en strategieën besproken die gericht zijn op de opvoeding van kinderen van diverse leeftijden, zoals 0 tot 2 jaar, 2 tot 4 jaar, en 12 tot 16 jaar. Ook wordt ingegaan op het belang van positief opvoeden, het aanleren van leren, en het omgaan met uitdagingen in de opvoeding.
Tijdens de eerste jaren van het leven is de ontwikkeling van een veilige band met de opvoeders van cruciaal belang. Dit wordt hechting genoemd. Kinderen in deze fase leren omgaan met anderen, en ze leren verschil te zien tussen hun ouder en een vreemde. Daarnaast leren ze bewust te spelen met voorwerpen en te spelen naast andere kinderen. Het is belangrijk dat ouders passend reageren op de behoeften van hun kind. Kijk naar je kind en probeer zo goed mogelijk aan te sluiten bij wat het nodig heeft. Als het kind ouder wordt, moet er steeds meer structuur en duidelijkheid komen, zodat het kind weet waar het aan toe is. Dit geeft een gevoel van veiligheid.
In de bronnen wordt benadruidt dat het belangrijk is om ruimte te geven voor ontwikkeling. Je kind moet de kans krijgen om zichzelf te ontwikkelen op zijn eigen manier en in zijn eigen tempo. Respecteer de eigenheid van je kind en stimuleer daarnaan zelfstandigheid. Bied positieve ondersteuning waar nodig, en let op wat je kind al kan. Geef complimenten en bevestiging, maar laat het kind ook fouten maken en hiervan leren. Kijk op een positieve manier naar je kind en zorg dat je niet te hoge verwachtingen hebt.
Kinderen van 2 tot 4 jaar ontwikkelen zich razendsnel. Ze leren praten, worden zindelijk en leren steeds meer van de wereld om zich heen begrijpen. Het is belangrijk dat je blijft reageren op de behoeften van je kind. Blijf knuffelen, troosten, structuur bieden en je kind goed verzorgen. Maar daarnaast wordt het positief opvoeden steeds uitdagender, omdat je kind een eigen wil krijgt. Daardoor krijg je te maken met koppigheid, driftbuien, niet luisteren, druk gedrag en angsten. Leer je kind wat gewenst gedrag is door te vertellen wat je verwacht. Geef veel informatie en uitleg. Als je uitlegt waarom iets niet mag en wanneer het wel kan, is een driftbui soms ineens over. Je kind zal zelf ook vragen naar deze uitleg in de 'waarom'-fase.
Help je kind om zijn emoties te begrijpen door ze te benoemen en te erkennen. Op deze leeftijd hebben kinderen nog weinig controle over hun emoties en gedrag. Ze hebben jouw hulp hier nog bij nodig. Vanaf een jaar of 3 worden leeftijdsgenoten belangrijker. Je kind gaat dan leren samen te spelen en om te gaan met conflicten. Laat je kind zelf conflicten oplossen en bied hulp waar nodig. Dit kun je doen door de situatie te benoemen en te vragen hoe je kind het kan oplossen. Noem zo nodig twee opties.
Tijdens deze fase wordt het kind steeds zelfstandiger en kan het ook emoties steeds beter herkennen en aanpassen. Het kind leert omgaan met bijvoorbeeld vervoer, geld en media. Schoolse vaardigheden ontwikkelen zich verder. Zo leert het kind lezen, schrijven en rekenen. Hoe ouder het kind wordt, hoe belangrijker de relatie met leeftijdsgenoten is. Het kind kan zich steeds beter in anderen verplaatsen. In deze fase blijft het belangrijk dat je je kind stimuleert eigen keuzes te maken. Zo bevorder je de zelfstandigheid. Bied je kind de gelegenheid om met leeftijdsgenoten om te gaan. In deze fase kun je je kind leren hoe het met anderen omgaat. Dat het respectvol omgaat met verschillen tussen mensen, bijvoorbeeld op het gebied van cultuur, gewoonten, normen en waarden, sekse en gender.
Tijdens de puberteit ontwikkelt het kind zich snel. Het begint met het opbouwen van een eigen identiteit en het uitproberen van verschillende rollen. Het kind is gevoeliger voor de invloed van leeftijdsgenoten en begint met het vragen stellen over de toekomst. Het is belangrijk dat ouders hun kind op een positieve manier begeleiden. Praten en luisteren naar het kind is op deze leeftijd belangrijk. Als het kind een puber is, zal het minder snel naar de ouder toekomen, daarom is het nu extra belangrijk. Zo leer je het kind goed kennen en weet je wat er in het kind omgaat. Het kind moet leren omgaan met de verantwoordelijkheden van het volwassen leven. Het is belangrijk dat ouders hun kind helpen bij het leren van deze vaardigheden.
Positief opvoeden houdt in dat ouders hun kind begeleiden bij de ontwikkeling tot iemand die zelfstandig kan meedoen aan de samenleving. Dit doe je door een verzorgende en beschermende omgeving aan te bieden, structuur te geven, en kennis en waarden over te dragen. Belangrijke principes bij opvoeden zijn een veilige en stimulerende omgeving, positieve ondersteuning, aansprekende discipline, realistische verwachtingen en het goed voor jezelf zorgen. Een veilige omgeving laat kinderen ongestoord ontdekken. Ouders hoeven minder te verbieden. In een stimulerende omgeving met boeiende activiteiten vervelen kinderen zich minder snel en is er minder kans op negatief aandacht vragen en vervelend gedrag.
Op school krijgt je kind gedurende de hele dag informatie aangeboden, met de bedoeling dat het kind leert. Leerstof wordt in een bepaalde opbouw aangeboden, zodat het kind voortdurend kan aanhaken bij de kennis die het al eerder heeft opgedaan. In de basisschool wordt aandacht besteed aan het ontwikkelen van de juiste manier van leren. Want leren moet je dus eigenlijk ook gewoon leren. De volgende gebieden komen hierbij aan bod: het aanleren van leerstrategieën, het leren omgaan met informatie, en het leren omgaan met uitdagingen in het leren.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet