Vroegtijdige puberteit bij jonge kinderen: herkennen, begrijpen en opvoeden
juni 12, 2025
Verlatingsangst bij kinderen van ongeveer 2 jaar is een veelvoorkomend fenomeen dat zich vaak laat merken tijdens de nacht of bij het slapengaan. Deze angst kan leiden tot lastige slaapproblemen, waarbij het kind moeilijk in slaap valt, wakker blijft of de slaapkamer verlaat. Omdat deze fase een natuurlijke stap is in de emotionele en psychologische ontwikkeling van het kind, is het belangrijk om als ouder te begrijpen wat er gebeurt en hoe je deze fase zo rustig en effectief mogelijk kunt doorwerken.
In dit artikel worden de oorzaken van verlatingsangst bij een 2-jarig kind besproken, met een focus op hoe deze angst het slaapgedrag beïnvloedt. Daarnaast worden mogelijke oplossingen en strategieën uitgelegd die ouders kunnen toepassen om hun kind te helpen met het in slaap vallen en het opbouwen van vertrouwen in de nacht.
Bij een kind van 2 jaar is verlatingsangst vaak het gevolg van de groeiende bewustwording van autonomie en het verlangen naar onafhankelijkheid. Tegelijkertijd blijft het kind echter sterk afhankelijk van de vertrouwde aanwezigheid van de ouder. Wanneer het kind zich in een situatie bevindt waarin het plotseling alleen achterblijft – zoals in het bedje – kan dit leiden tot paniek of ontwaken.
Ouders merken vaak dat hun kind plots niet meer gemakkelijk in slaap valt. Het kind wil misschien niet alleen in het bedje blijven, of het wordt in de nacht wakker en zoekt de ouder. Dit kan te maken hebben met de angst dat de ouder verdwijnt of niet meer terugkomt, een gevoel dat vaak intenser wordt tijdens de nacht wanneer de omgeving stil en vertrouwde beelden ontbreken.
Verlatingsangst kan zich ook manifesteren bij het afscheid nemen bij opvang of crèche, maar het effect op het slapen is duidelijk zichtbaar. Het kind leert in deze fase dat het de ouder kan vertrouwen, maar ook dat de afwezigheid van de ouder een bron van angst kan zijn.
De oorzaken van verlatingsangst bij een 2-jarig kind zijn meestal te vinden in de ontwikkeling van het kind. Tijdens deze leeftijd groeit het kind emotioneel en psychologisch, wat leidt tot een veranderde manier van omgaan met afwezigheid. Enkele van de belangrijkste oorzaken zijn:
Aan het einde van de tweede levensjaar wordt het kind bewuster van zijn of haar eigen wil. Het kind wil dingen zelf doen, zoals in bed kruipen of uit bed kruipen. Dit verlangen naar zelfstandigheid kan botsen met de noodzaak om stil te blijven liggen in het bedje, wat leidt tot frustratie en wakker worden.
De emotionele binding met de ouder wordt sterk, maar tegelijkertijd begint het kind ook meer bewust te worden van de afwezigheid van de ouder. Dit kan leiden tot angst of onrust, vooral wanneer het kind plotseling alleen achterblijft.
Wanneer er veranderingen optreden in het dagelijkse ritme van het kind – zoals het overgaan van 2 naar 1 middagslaapje of het begin van opvang of crèche – kan dat het slapen beïnvloeden. Het kind moet aanpassen aan nieuwe structuren en vertrouwen opnieuw opbouwen.
Bij ongeveer 2 jaar is er vaak een slaapregressie, waarin het kind plots niet meer in slaap valt zoals gewoonlijk. De regelmaat in het slapen verdwijnt, en het kind verzet zich tegen het slapen. Deze regressie is meestal tijdelijk, maar kan 1-2 weken aanhouden.
Hoewel verlatingsangst bij een 2-jarig kind een uitdaging is, zijn er veel strategieën die ouders kunnen toepassen om het kind te ondersteunen en het slapen weer rustiger te maken.
Een vaste, voorspelbare routine helpt het kind om zich veilig te voelen. Probeer elke avond hetzelfde ritueel te volgen, zoals een badje, een verhaaltje lezen en het licht uitdoen. Dit geeft het kind een gevoel van veiligheid en herkenbaarheid.
Het gebruik van een vertrouwd knuffeltje of een doekje kan helpen om het kind in slaap te vallen. Deze objecten geven een gevoel van beheersbaarheid en veiligheid. Zorg ervoor dat het knuffeltje altijd in de buurt is wanneer het kind in bed ligt.
De cirkeltechniek is een aanpak waarbij de ouder zich langzaam uit de kamer terugtrekt, terwijl hij of zij geluid maakt of zingt. Dit laat het kind weten dat de ouder nog in de buurt is. De ouder kan later ook af en toe even binnenkomen om een kneepje te geven, zonder het kind uit bed te halen.
Het is belangrijk dat ouders zich niet frustreren of ongeduldig gedragen. De angst van het kind is echter reëel, en het opbouwen van vertrouwen duurt tijd. Ouders moeten zichzelf ook niet te veel druk maken over het gedrag van het kind, want verlatingsangst is een normaal deel van de ontwikkeling.
Wanneer het kind bijvoorbeeld naar de crèche gaat, is het beter om het afscheid kort en duidelijk te maken. Geef het kind een knuffel, zeg dat je later terugkomt, en ga dan resoluut weg. Voorkom het herhaaldelijk terugkeren naar het kind, want dat versterkt de angst voor het afscheid.
Hoewel verlatingsangst bij een 2-jarig kind normaal is, kan het ook een probleem worden als het lang aanhoudt of als het het dagelijks leven van het kind en de ouders belemmert. Dit is het geval wanneer:
In dergelijke gevallen is het verstandig om hulp te zoeken bij een kinderarts of een opvoedadviseur. Deze professionals kunnen helpen om de oorzaken van de angst te begrijpen en een plan te ontwikkelen om het kind te ondersteunen.
Verlatingsangst bij een 2-jarig kind is een normale en tijdelijke fase in de emotionele ontwikkeling. Het kan leiden tot slaapproblemen, zoals moeilijk inslapen of wakker worden in de nacht. Deze fase is een teken van de groeiende bewustwording van autonomie en het vertrouwen in de ouder.
Ouders kunnen deze fase het beste doorwerken door een vaste slaaproutine op te bouwen, vertrouwde objecten te gebruiken en geduld te hebben. Het is belangrijk om te begrijpen dat verlatingsangst een positieve ontwikkeling is en geen teken van een probleem. Met de juiste strategieën en een rustige aanpak kan het kind geleidelijk leren omgaan met de angst en beter slapen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet