Leerplan lichamelijke opvoeding in het lager onderwijs: doelen, structuur en uitvoering

Het leerplan lichamelijke opvoeding in het lager onderwijs speelt een cruciale rol in de ontwikkeling van kinderen op het gebied van beweging, gezondheid en sociale vaardigheden. Het leerplan is een document dat de leerdoelen, eindtermen en werkwijzen bevat die nodig zijn om kinderen te leren bewegen en te laten kennismaken met de bewegingscultuur. In dit artikel worden de kernprincipes, doelen, structuur en uitvoering van het leerplan lichamelijke opvoeding in het lager onderwijs uitgebreid behandeld, gebaseerd op de informatie die in de bronnen is terug te vinden.

Inleiding

Het leerplan lichamelijke opvoeding (LO) in het lager onderwijs is gericht op het stimuleren van beweging en gezondheid bij jonge kinderen. Het is een essentieel onderdeel van het onderwijs, dat gericht is op het ontwikkelen van fysieke, mentale en sociale vaardigheden. In Nederland is het leerplan lichamelijke opvoeding in het lager onderwijs geregeld door wet- en regelgeving, en is er sprake van een landelijk gestandaardiseerd leerplan dat op maat gemaakt is voor de verschillende leeftijdsgroepen. In de bronnen wordt uitgebreid aandacht besteed aan de kerndoelen, eindtermen, leerlijnen en de structuur van het leerplan. Daarnaast worden ook de vereisten voor leerkrachten en de aantallen lesuren per week genoemd.

De kernprincipes van het leerplan lichamelijke opvoeding

Het leerplan lichamelijke opvoeding is opgebouwd rond kernprincipes die gericht zijn op de ontwikkeling van de kinderen. Deze principes omvatten het leren bewegen, het ontwikkelen van fysieke en mentale vaardigheden, en het leren samenwerken met anderen. De kernprincipes zijn gebaseerd op de kerndoelen en eindtermen die in het leerplan zijn opgenomen. Deze kerndoelen zijn wettelijk vastgesteld en dienen als richtsnoer voor het leren en leren van bewegen in het lager onderwijs.

Kerndoelen en eindtermen

De kerndoelen en eindtermen vormen de basis van het leerplan lichamelijke opvoeding. Deze kerndoelen zijn opgesplitst in verschillende categorieën, zoals de kerndoelen voor leerlingen met een enkelvoudige beperking en die voor zeer moeilijk lerende leerlingen. Voor elk type leerling zijn specifieke doelen en eindtermen vastgesteld. De kerndoelen zijn gericht op het leren bewegen, het leren samenwerken met anderen en het leren omgaan met bewegingsactiviteiten. Daarnaast worden er ook kerndoelen genoemd die gericht zijn op het leren van regelgevend gedrag en het leren omgaan met risico’s bij bewegingsactiviteiten.

De eindtermen zijn de concrete doelen die leerlingen moeten behalen. Deze eindtermen zijn onderverdeeld in verschillende categorieën, zoals het leren van bepaalde bewegingsvormen, het leren van samenwerking in groepen en het leren van het bepalen van bewegingsmogelijkheden. De eindtermen worden vaak aangevuld met leerlijnen, die het leerproces van de leerling ondersteunen en structureren.

Structuur van het leerplan lichamelijke opvoeding

Het leerplan lichamelijke opvoeding is opgebouwd rond een reeks leerlijnen en kerndoelen. Deze leerlijnen zijn gericht op het leren van verschillende bewegingsvormen, zoals spelen, sporten, dansen en gymnastiek. De leerlijnen worden vaak aangevuld met werkplannen, die gericht zijn op het leren van specifieke vaardigheden op verschillende leeftijdsgroepen.

Werkplannen en leerlijnen

In de bronnen wordt uitgebreid aandacht besteed aan de werkplannen die gericht zijn op het leren van bewegen in verschillende leeftijdsgroepen. Deze werkplannen zijn opgesteld voor leerlingen van 4 tot 12 jaar en omvatten onderwerpen zoals het leren van basisbewegingen, het leren van spelregels en het leren van samenwerking in groepen. De werkplannen zijn opgebouwd rond kernactiviteiten en deelnameniveaus van leerlingen. Daarnaast worden er ook leerlijnen genoemd, die de opbouw van het leerproces ondersteunen.

De leerlijnen zijn opgebouwd rond kernactiviteiten en deelnameniveaus van leerlingen. Deze leerlijnen zijn gericht op het leren van verschillende bewegingsvormen, zoals het leren van basisbewegingen, het leren van spelregels en het leren van samenwerking in groepen. De leerlijnen worden vaak aangevuld met kerndoelen en eindtermen, die gericht zijn op het leren van specifieke vaardigheden.

Uitvoering van het leerplan lichamelijke opvoeding

De uitvoering van het leerplan lichamelijke opvoeding is gericht op het leren van bewegen in een realistische context. Dit omvat het leren van bewegingsvormen, het leren van samenwerking met anderen en het leren van het bepalen van bewegingsmogelijkheden. De uitvoering van het leerplan lichamelijke opvoeding is gebaseerd op een reeks leeractiviteiten, die gericht zijn op het leren van verschillende vaardigheden.

Lesuren en lesmateriaal

In het lager onderwijs is er sprake van een minimumaantal lesuren bewegingsonderwijs per week. Vanaf 1 augustus 2023 zijn alle scholen in het primair onderwijs verplicht om een minimum aantal lesuren bewegingsonderwijs te verzorgen. Dit houdt in dat scholen minimaal 90 minuten per week bewegingsonderwijs moeten verzorgen voor alle leerlingen (groepen 1 tot en met 8). De lesuren worden vaak aangevuld met lesmateriaal, dat gericht is op het leren van verschillende vaardigheden.

De lesuren worden vaak ingedeeld in verschillende onderdelen, zoals het leren van basisbewegingen, het leren van spelregels en het leren van samenwerking in groepen. De lesmateriaal wordt vaak aangevuld met oefeningen, spelletjes en activiteiten, die gericht zijn op het leren van verschillende vaardigheden.

Bevoegdheid en kwalificaties voor leerkrachten

Voor het geven van lichamelijke opvoeding in het lager onderwijs is een bepaalde bevoegdheid en kwalificatie vereist. In de bronnen wordt uitgebreid aandacht besteed aan de bevoegdheden en kwalificaties die nodig zijn voor leerkrachten. Deze bevoegdheden zijn gebaseerd op het verkrijgen van een getuigschrift LO (hbo), dat bevoegdheid geeft tot het geven van bewegingsonderwijs in het primair onderwijs.

Bevoegdheden en kwalificaties

In de bronnen wordt uitgebreid aandacht besteed aan de bevoegdheden en kwalificaties die nodig zijn voor leerkrachten. Deze bevoegdheden zijn gebaseerd op het verkrijgen van een getuigschrift LO (hbo), dat bevoegdheid geeft tot het geven van bewegingsonderwijs in het primair onderwijs. Daarnaast worden er ook andere bevoegdheden genoemd, zoals het verkrijgen van een pabo-diploma of een diploma pedagogische academie.

De bevoegdheden en kwalificaties zijn belangrijk voor het garanderen van een goede kwaliteit van het leerplan lichamelijke opvoeding. Deze bevoegdheden en kwalificaties zorgen ervoor dat leerkrachten over de juiste kennis en vaardigheden beschikken om het leerplan lichamelijke opvoeding effectief uit te voeren.

Conclusie

Het leerplan lichamelijke opvoeding in het lager onderwijs is een belangrijk onderdeel van het onderwijs, dat gericht is op het ontwikkelen van fysieke, mentale en sociale vaardigheden bij jonge kinderen. Het leerplan is opgebouwd rond kernprincipes, kerndoelen, eindtermen, leerlijnen en werkplannen. De uitvoering van het leerplan lichamelijke opvoeding is gebaseerd op een reeks lesuren en lesmateriaal, die gericht zijn op het leren van verschillende vaardigheden. Daarnaast zijn er bevoegdheden en kwalificaties vereist voor leerkrachten, die zorgen voor een goede kwaliteit van het leerplan lichamelijke opvoeding.

Bronnen

1. Basisleerplan lichamelijke oefening voor het algemeen vormend onderwijs
2. Bewegingsonderwijs
3. Wettelijke richtlijnen voor bewegingsonderwijs van basisschool tot mbo
4. Van leerplan naar leerlijn
5. Leerplan bewegingsonderwijs voor de basisschool
6. Leerplan
7. In 10 stappen naar een leerplan
8. Plan-voorbeeld.com
9. Kerndoelen en eindtermen voor bewegingsonderwijs