Lichamelijke opvoeding en gezondheid bij kinderen: Belangrijke inzichten en aanbevelingen
juli 7, 2025
In het primair onderwijs (PO) speelt lichamelijke opvoeding (LO) een cruciale rol in de ontwikkeling van kinderen. Het is niet alleen gericht op fysieke vaardigheden, maar ook op het bevorderen van gezondheid, samenwerking en zelfvertrouwen. Om LO te kunnen geven, is het van belang dat leerkrachten beschikken over de juiste bevoegdheid en bekwaamheid. In dit artikel worden de vereisten voor het worden van een leerkracht in lichamelijke opvoeding in het primair onderwijs, de verantwoordelijkheden en praktijkgedragen besproken, met aandacht voor de verschillen tussen bevoegdheid en bekwaamheid.
Een veelvoorkomend misverstand is dat bevoegdheid en bekwaamheid hetzelfde zijn. In werkelijkheid zijn deze twee concepten apart. Bevoegdheid duidt op de juridische toestemming om les te geven in een bepaald vak, zoals lichamelijke opvoeding. Bekwaamheid daarentegen verwijst naar de vaardigheden, kennis en ervaring die nodig zijn om het vak effectief en veilig te kunnen geven.
Volgens de bronnen is een leerkracht bevoegd om lichamelijke opvoeding te geven als zij in het bezit is van een getuigschrift Lichamelijke Opvoeding (LO) of een ander erkend diploma dat de bevoegdheid verstrekt. Het is belangrijk om te weten dat bevoegdheid niet automatisch betekent dat de leerkracht ook bekwaam is. Denk hierbij aan vaardigheden als zwemmen, trampolinespringen of wandklimmen, waarvoor extra opleidingen nodig kunnen zijn. Dit wordt ook benadruwd in bron [1], waarin gesteld wordt dat professionalisering essentieel is om zowel bevoegd als daadwerkelijk bekwaam te zijn.
Voor het geven van lichamelijke opvoeding in het primair onderwijs zijn er verschillende manieren om bevoegdheid te verkrijgen. Volgens bron [2] zijn de volgende getuigschriften geldig:
Daarnaast is er ook een speciale leergang voor vakbekwaamheid bewegingsonderwijs die nodig is voor leerlingen vanaf zeven jaar in het primair onderwijs. Voor leerkrachten die al een PABO-diploma hebben, is het mogelijk om in aanvulling op hun opleiding een bepaalde leergang te volgen, zodat zij ook in het primair onderwijs kunnen werken met groepen 3 tot en met 8.
In het speciaal onderwijs gelden dezelfde bevoegdheden als in het reguliere basisonderwijs. Er is echter een uitzondering: de speciale eis van de leergang ‘vakbekwaamheid bewegingsonderwijs’ geldt voor leerlingen vanaf zeven jaar (in plaats van groep drie tot en met acht zoals in het reguliere basisonderwijs). Dit betekent dat leerkrachten in het speciaal onderwijs extra opleidingen kunnen volgen om zich te kunnen richten op de specifieke behoeften van kinderen met een beperking.
Om bevoegd te zijn om lichamelijke opvoeding te geven in het primair onderwijs, is het nodig om een getuigschrift LO (HBO) te hebben. Dit getuigschrift kan behaald worden op een van de zes Academies voor Lichamelijke Opvoeding (ALO). Een andere mogelijkheid is het verkrijgen van een Akte J of Akte S, die ook bevoegdheid verlenen voor het geven van LO in het basisonderwijs, speciaal onderwijs en vmbo.
Deze akten zijn echter niet meer te verkrijgen, aangezien deze getuigschriften niet meer behaald kunnen worden. Daarnaast is het belangrijk om te weten dat een mbo-getuigschrift Sport en Bewegen (op alle niveaus) geen bevoegdheid tot het geven van bewegingsonderwijs oplevert. Dit getuigschrift geeft echter wel bevoegdheid tot bijvoorbeeld lerarenondersteuner in het bewegingsonderwijs in het primair onderwijs.
Een leerkracht in lichamelijke opvoeding heeft verschillende verantwoordelijkheden. Daarnaast zijn er ook specifieke taken die gericht zijn op het geven van LO. Volgens bron [3] zijn de werkzaamheden van een leerkracht onder andere:
Naast deze algemene taken zijn er ook specifieke taken die gericht zijn op het geven van lichamelijke opvoeding. Bijvoorbeeld het opstellen van lesplannen, het organiseren van sportactiviteiten en het beoordelen van de prestaties van leerlingen.
Hoewel het onderwerp van dit artikel het primair onderwijs is, is het belangrijk om ook te kijken naar de bevoegdheden in het voortgezet onderwijs. In het voortgezet onderwijs (VO) is een leerkracht ook bevoegd bij het in bezit zijn van een Akte J. Dit getuigschrift geeft bevoegdheid voor het geven van lichamelijke opvoeding in het basisonderwijs, speciaal onderwijs en vmbo (het tweedegraads gebied). Daarnaast is er ook de MO-P akte, die dezelfde status heeft als het huidige getuigschrift/diploma ALO. Hiermee is de MO-P akte een bachelor opleiding en geen master. Dat met dit diploma een eerstegraads bevoegdheid wordt verkregen, is niet van invloed op de bijbehorende titel.
In het primair onderwijs zijn er verschillende vacatures voor docent lichamelijke opvoeding. Volgens bron [4] zijn er 44 vacatures voor lichamelijke opvoeding. De werktijden variëren van 0,18 FTE tot 1,0 FTE. Het salaris ligt tussen €3301 en €6665 per maand, afhankelijk van de functie en het werkterrein. Het is belangrijk om te weten dat er ook verschillen zijn in het salaris tussen de verschillende schalen, zoals LB, LC en LD. Bijvoorbeeld, een leerkracht in schaal LC heeft meer diepgang in de functie en meer mogelijkheden om het onderwijs te ontwikkelen dan een LB-leerkracht.
Om lichamelijke opvoeding te mogen geven in het primair onderwijs, is het noodzakelijk om een opleiding tot leerkracht te volgen. Dit kan op de Marnix Academie in Utrecht, waar verschillende varianten van de leerkrachtopleiding beschikbaar zijn. Voor wie geen vwo-diploma of hbo-opleiding heeft, zijn er toelatingseisen die moeten worden voldaan. Dit betekent dat je moet aantonen over voldoende kennis te beschikken van de vakgebieden aardrijkskunde, geschiedenis en natuur & techniek.
Een leerkracht in lichamelijke opvoeding moet niet alleen bevoegd zijn, maar ook goed kunnen samenwerken met collega’s, ouders en andere onderwijsprofessionals. Daarnaast is professionalisering essentieel. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door workshops en clinics te volgen, zodat de leerkracht daadwerkelijk bekwaam is om alle onderdelen van het bewegingsonderwijs te kunnen geven. Dit wordt ook benadrukt in bron [1], waarin staat dat professionalisering belangrijk is om naast bevoegdheid ook daadwerkelijk bekwaam te zijn.
Lichamelijke opvoeding speelt in het primair onderwijs een cruciale rol in de ontwikkeling van kinderen. Om lichamelijke opvoeding te mogen geven, is het van belang dat leerkrachten beschikken over de juiste bevoegdheid en bekwaamheid. Daarnaast zijn er verschillende opleidingen en getuigschriften die nodig zijn om deze bevoegdheid te verkrijgen. Daarnaast is het belangrijk dat leerkrachten ook goed kunnen samenwerken met collega’s, ouders en andere onderwijsprofessionals. Professionalisering is hierbij essentieel, zodat leerkrachten daadwerkelijk bekwaam zijn om alle onderdelen van het bewegingsonderwijs te kunnen geven.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet