Lichamelijke opvoeding en conditiecircuit in de praktijk
juli 7, 2025
In de huidige tijd groeien kinderen en jongeren op in een wereld die snel verandert en volledig anders is dan die van voorgaande generaties. Dit betekent dat de traditie van opvoeden, zoals dat vroeger werd gebezigd, niet meer volstaat. De socioloog Zygmunt Bauman heeft het over een “vloeibare samenleving”, waarin normen, waarden en routines onzeker zijn en snel kunnen veranderen. In deze context moet de jeugdbegeleiding zich aanpassen aan de nieuwe realiteit, waarin de rol van ouders, onderwijs en jeugdwerkers steeds complexer wordt. In haar lectorale rede “Opgroeien en opvoeden in vloeibale tijden”, gegeven door dr. Maike Kooijmans, wordt dit thema uitgebreid besproken. De rede biedt inzicht in de uitdagingen en kansen die kinderen en jongeren tegenkomen in de moderne samenleving, en legt uit wat dit betekent voor de toekomst van opvoeden.
De moderne samenleving is gekenmerkt door een hoge mate van onzekerheid, snelle veranderingen en een complexe mix van culturen en waarden. Volgens Kooijmans is het moeilijk om in deze context vaste richtlijnen te geven voor opvoeding. Er zijn geen pasklare oplossingen voor de opvoedingsvragen die nu opduiken. In plaats daarvan moet er worden gekeken naar het groeiende complexe plaatje van de jeugd, waarin zowel sociale als psychologische aspecten een rol spelen. Kinderen en jongeren zijn hierdoor vaak in een onzeker gevoel van zichzelf, wat leidt tot spanningen en onzekerheid in hun ontwikkeling.
Deze onzekerheid is vooral zichtbaar in de prestatiedruk die op jongeren ligt. In een samenleving waarin het succes wordt gemeten aan de hand van diploma’s, cijfers en sociale media, worden kinderen steeds vroeger gedrild om te presteren. Dit leidt tot een situatie waarin de focus op het bereiken van prestaties ligt, in plaats van op het ontwikkelen van een sterke identiteit en emotionele stabiliteit. Kooijmans benadrukt dat dit een probleem is, omdat het de jeugd in de stevigheid ontneemt om zichzelf te kunnen ontwikkelen. Daarnaast wordt er steeds meer aandacht besteed aan het uiterlijk en de sociale status, wat leidt tot een obsessie met gelukkig zijn en succes tonen.
Een belangrijk aspect van de lectorale rede is het concept “Opvoeden@all”. Dit verwijst naar de noodzaak om opvoeding niet langer te beperken tot individuele gezinnen of scholen, maar als een collectieve maatschappelijke kwestie te benaderen. Kooijmans stelt dat opvoedvraagstukken beter kunnen worden aangepakt door alle actoren in te zetten, waaronder ouders, onderwijs, jeugdwerkers, en zelfs beleidsmakers. Hierbij moet worden gekeken naar de invloed van de digitale wereld, waarin veel sociale interacties plaatsvinden. De rol van de opvoeder is dus niet alleen bepalend voor de persoonlijke ontwikkeling van het kind, maar ook voor de manier waarop het kind zich in de samenleving positioneert.
In de praktijk betekent dit dat opvoeding niet meer enkel plaatsvindt in het gezin of op school, maar ook in het virtuele milieu. Kooijmans benadrukt dat dit een uitdaging vormt, omdat het lastig is om de impact van online interacties te meten. Toch is het belangrijk om deze nieuwe vormen van opvoeding te begrijpen en te benutten, zodat de jeugd zich kan ontwikkelen in een veilige en ondersteunende omgeving.
Een van de kernpunten van de lectorale rede is het concept “Talentologie”, dat Kooijmans introduceert als een sociaal pedagogisch perspectief op talentontwikkeling. In tegenstelling tot het traditionele neoliberale talentdiscours, dat zich richt op meetbare prestaties en competitie, benadrukt Kooijmans het belang van persoonsvorming en wereldburgerschap. Ze pleit voor een opvoeding die niet alleen gericht is op het bereiken van topprestaties, maar ook op het ontwikkelen van een sterke identiteit, emotionele stabiliteit en het leren omgaan met onzekerheid.
De talentologie benadrukt dat talentontwikkeling niet alleen plaatsvindt in het onderwijs, maar ook in het alledaagse leven. Dit omvat het spelen, sporten, kunst en cultuur, waarin kinderen en jongeren hun eigen identiteit kunnen ontwikkelen. Kooijmans benadrukt dat dit een cruciale rol speelt in de ontwikkeling van een veerkrachtige identiteit, die hen helpt om zich te verbinden met anderen en hun plek in de wereld te vinden.
Een van de belangrijkste uitdagingen in de huidige opvoeding is het feit dat ouders en professionals vaak onder druk staan om het juiste evenwicht te vinden tussen het ondersteunend zijn en het bepalen van de richting. Kooijmans benadrukt dat ouders en opvoeders hun eigen houvast moeten vinden, zodat ze kinderen kunnen begeleiden zonder hun eigen persoonlijke grenzen te overschrijden. Dit vereist een diepe betrokkenheid van ouders, maar ook een betere samenwerking tussen ouders, onderwijs en jeugdwerkers.
In het onderwijsdomein klinkt het signaal dat ouders meer als partners moeten worden betrokken bij de ontwikkeling van hun kinderen. Ook wordt er steeds meer aandacht besteed aan samenwerking tussen jeugdwerkers en ouders, zodat er een betere ondersteuning kan zijn voor kinderen en jongeren. Kooijmans benadrukt dat dit niet alleen een kwestie is van samenwerking, maar ook van verantwoordelijkheid. Er moet worden gekeken naar de rol van beleidsmakers en politici, omdat de opvoedingsuitdagingen niet alleen op individueel niveau kunnen worden opgelost.
De lectorale rede van Maike Kooijmans geeft een diep inzicht in de uitdagingen en kansen van opvoeden in de moderne samenleving. In een tijd van snel veranderende omstandigheden en onzekerheid is het belangrijk om opvoeding niet langer te beperken tot traditionele vormen, maar een bredere aanpak te kiezen. Dit betekent dat ouders, onderwijs en jeugdwerkers samenwerken om de jeugd te begeleiden in hun zoektocht naar een plek in de wereld. Door een sociaal pedagogisch perspectief te kiezen, zoals dat van de talentologie, kan worden bijgedragen aan een duurzame ontwikkeling van kinderen en jongeren. Het is belangrijk dat opvoeders zich bewust zijn van de impact van hun eigen gedrag en dat er een collectieve aanpak is voor de toekomst van de jeugd.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet