Lichamelijke opvoeding: vertaling en betekenis in het Frans
juli 7, 2025
Lichamelijke opvoeding (LO) is een essentieel onderdeel van het onderwijs in Nederland, met name in het voortgezet onderwijs (vo). Het vak is bedoeld om kinderen te leren bewegen, actief te blijven en een gezonde levensstijl op te bouwen. In het voortgezet onderwijs zijn er specifieke eisen voor het aantal uren LO per schooltype, terwijl de bevoegdheid voor het geven van LO ook belangrijk is. De Koninklijke Vereniging voor Lichamelijke Opvoeding (KVLO) speelt hierbij een centrale rol in het ondersteunen van professionals en het bevorderen van een voldoende en goed bewegingsonderwijs. In dit artikel worden de kernpunten van LO in het vo, de bevoegdheid voor LO-docenten, en de rol van de KVLO besproken.
In het voortgezet onderwijs (vo) is lichamelijke opvoeding een verplicht vak. Het aantal uren dat leerlingen per week moeten leren bewegen, varieert per schooltype. Op 16 april 2024 is de Reparatiewet aangenomen, die duidelijkheid moet brengen over de urennormen voor lichamelijke opvoeding. De wet stelt nu duidelijke landelijke urennormen vast voor LO per schoolsoort, namelijk:
Deze nieuwe urennormen vervangen de vorige richtlijnen die teruggingen tot de situatie van 1 augustus 2005. De berekening van de uren wordt uitgevoerd met 40 lesweken per jaar, wat betekent dat de uren per week per schooltype verschilt. Voor het schooljaar 2024-2025 gelden echter nog de huidige wettelijke normen, aangezien de nieuwe wet pas in het voorjaar van 2026 in werking treedt. Momenteel komt het erop neer dat leerlingen in het VMBO gemiddeld 2,5 lesuren per week LO hebben, in het HAVO 2,2 lesuren en in het VWO 2 lesuren.
De KVLO benadrukt het belang van een vastgelegde minimale urennorm voor LO, zodat leerlingen voldoende tijd krijgen om te bewegen en hun lichaam in de gaten te houden. De verantwoordelijkheid voor het aanbieden van voldoende uren ligt bij de scholen, die de eindtermen en kerndoelen moeten voldoen. De eindtermen zijn opgedeeld in vijf domeinen, waaronder bewegen, gezondheid, en samenleving. Deze eindtermen moeten worden vastgelegd in het programma van toetsing en afsluiting (PTA), dat elk jaar voor 1 oktober moet worden vastgesteld.
Om lichamelijke opvoeding te mogen geven, zijn er bepaalde bevoegdheidsvoorwaarden. De KVLO stelt vast dat een bevoegde leraar LO moet beschikken over een getuigschrift Lichamelijke Opvoeding (HBO), waaruit blijkt dat er voldaan is aan de bekwaamheidseisen. Dit getuigschrift kan worden behaald op één van de zes ALO’s (Algemene Lichamelijke Opvoeding). Daarnaast zijn er ook andere getuigschriften die bevoegdheid geven, zoals het PABO-getuigschrift van voor 1 september 2005, het PABO-getuigschrift met post-initiële leergang bewegingsonderwijs, of Akte J en Akte S.
In het primair onderwijs (PO) gelden ook bepaalde bevoegdheden. Leerkrachten die een PABO-getuigschrift bezitten, zijn bevoegd om bewegingsonderwijs te geven, mits ze voldoen aan de eisen. In het voortgezet onderwijs (VO) is ook de Akte J van belang, die bevoegdheid geeft voor het geven van LO in het basisonderwijs, speciaal onderwijs en VMBO. Daarnaast is de MO-P-akte van betekenis, die dezelfde status heeft als het getuigschrift ALO. Deze akte is een bacheloropleiding en geen master, maar levert wel een eerste graads bevoegdheid op.
Er zijn ook uitzonderingen op de bevoegdheidsregels. Zo mag een leraar die een ander vak geeft, maximaal twee jaar lang LO geven, mits ze binnen twee jaar een passende bevoegdheid behaalt. Daarnaast zijn er situaties waarin een stagiair niet bevoegd is om zelfstandig LO te geven, maar altijd een bevoegde leerkracht aanwezig moet zijn. In het speciaal basisonderwijs gelden dezelfde bevoegdheden als in het regulier basisonderwijs, met enkele aanpassingen voor leerlingen vanaf 7 jaar.
De KVLO is het kenniscentrum voor bewegen en sport in en rondom de school. De vereniging zet zich in voor voldoende en goede lessen lichamelijke opvoeding, gegeven door vakbekwame professionals. De KVLO helpt professionals bij het leren bewegen en legt zo de basis voor een actieve leefstijl. De vereniging biedt ook ondersteuning aan leden, zoals informatie over bevoegdheid, examenregels, en onderwijsondersteuning.
De KVLO werkt samen met scholen, leerkrachten en andere organisaties om een goed bewegingsonderwijs te waarborgen. Ze ondersteunt docenten met informatie over de eindtermen, kerndoelen, en het aanbieden van LO in het vo. Daarnaast helpt de KVLO bij het opstellen van het PTA en het bepalen van de keuzes voor praktische opdrachten, theoretische toetsen en handelingsdelen.
De KVLO is ook betrokken bij de evaluatie van LO in het vo. Ze stelt vast dat de eindtermen en kerndoelen voldoen aan de eisen van het onderwijs. Ze werkt met de inspectie samen om ervoor te zorgen dat de scholen de vereiste uren LO aanbieden. Daarnaast helpt de KVLO bij het aanbieden van keuzevakken zoals LO2, dat als 6e of 7e vak in het vrije deel kan worden gekozen. LO2 is een praktisch vak, waarin leerlingen verdieping en verbreding krijgen in bewegingsonderwijs.
Hoewel er duidelijkheid is over de uren LO in het vo, is er nog steeds onzekerheid over de werking van de nieuwe Reparatiewet. De wet is nog niet in werking getreden, aangezien de berekening van de uren met 40 lesweken per jaar niet overeenkomt met de werkelijke situatie. De KVLO benadrukt dat er nog steeds sprake is van een onvolledige uitvoering van de wet, waardoor de huidige normen gelden. De wet zal in het voorjaar van 2026 aangepast worden, en de nieuwe normen zullen pas dan in werking treden.
Bij de bevoegdheid is ook nog onzekerheid. De KVLO benadrukt dat bevoegdheid niet automatisch betekent dat een leraar ook bekwaam is. Bijvoorbeeld bij het geven van onderdelen zoals zwemmen, trampolinespringen of wandklimmen, is er aandacht voor de zorgvuldigheidsprincipe. De KVLO benadrukt dat professionalisering belangrijk is, zodat leerkrachten naast bevoegdheid ook daadwerkelijk bekwaam zijn.
Lichamelijke opvoeding is een essentieel onderdeel van het voortgezet onderwijs. Het vak zorgt voor voldoende beweging en draagt bij aan een gezonde leefstijl. De KVLO speelt een belangrijke rol in het bevorderen van een goed bewegingsonderwijs, met name door scholen te ondersteunen bij het opstellen van het PTA en het aanbieden van LO in het vo. De bevoegdheid voor LO-docenten is belangrijk, en de KVLO stelt vast dat er voldoende bevoegde leerkrachten beschikbaar zijn. De Reparatiewet is een stap in de richting van duidelijkheid, maar de huidige normen blijven nog gelden tot de wet volledig in werking treedt. De KVLO blijft het belang van een vastgelegde minimale urennorm benadrukken, zodat leerlingen voldoende tijd krijgen om te bewegen en hun lichaam in de gaten te houden.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet